Berichten Het werken met eenheidsprijzen per ha of per mutatie zal spoedig leiden (of schijnen te leiden) tot de veilige hoogte waaruit geen brokken kunnen vallen. Het gevolg van eenheidsprijzen is dat nie mand enig idee heeft van de werkelijke kosten. Te meer lijkt mij dit voor een dienst als het Kador waar kostprijs-besef veelal minder sterk leefde. Bij de verdeling van de kosten van de bijhouding, en dit geldt evenzo voor de aanmaak, moet het profijtbeginsel worden gehanteerd. Een gas- en waterbedrijf zal tweemaal zoveel moe ten bijdragen als een bedrijf dat alleen maar een gasleidingnet beheert. Ook de gemeenten zullen de GBK vaak voor meer dere disciplines nodig hebben (riolering, bestratin gen, plantsoenen, bouwtoezicht enz.). Op grond hiervan zijn er gemeenten die voor 4 parti cipanten geteld worden. Het bovenstaande komt op velen als wat overdre ven over. De genoemde frequentie wordt wel eens te groot genoemd. Wordt echter een grotere termijn genomen voor de bijhouding dan zal dit consequen ties hebben. Als bijvoorbeeld een nutsbedrijf voor de registratie van haar leidingen een bijwerking nodig heeft dan zal men dit zelf gaan meten en verwerken. Komt dan later de gemuteerde GBK dan bestaat hiervoor geen belangstelling meer. Het geld voor meetwerk en mutatie is al uitgegeven. Tussentijdse uitgaven, door een der participanten, van voorlopig gemuteerde kaarten, heeft hetzelfde gevolg. Hierdoor komen echter kaarten in omloop waarvan het gebrek aan uniformiteit bij alle gebrui kers en de niet meer betrouwbare nauwkeurigheid de hoge investeringen voor de eerste aanmaak niet meer rechtvaardigen. Het zijn deze hoge investeringen van de eerste aan maak en van de conversie van de daarop te verwer ken gegevens welke een goede, waterdichte, regeling van de bijhouding noodzakelijk maken. PROF. DR. IR. W. SCHERMERHORN t Op 11 maart j.l. is prof. dr. ir. Willem Schermerhorn, op de leeftijd van 82 jaar, overleden. Deze vooraanstaande geodeet, o.a. erelid van de Nederlandse Vereniging voor Geodesie, zal in het komende nummer van het NGT worden herdacht. 36. PHOTOGRAMMETRISCHE WOCHE VOM 05. BIS 10. SEPTEMBER 1977 IN STUTTGART Nach der grossen Resonanz, die die Photogrammetrischen Wochen in Stuttgart 1973 und 1975 in Fachkreisen gefunden haben, laden die Veranstalter - das Institut für Photogram- metrie der Universitat Stuttgart und die Abteilung für Geo- dasie und Photogrammetrie der Firma Carl Zeiss, Ober- kochen - zur 36. Veranstaltung erneut nach Stuttgart ein, und zwar von Montag05. Sept. bis Samstag, 10. Sept. 1977. Als Fortbildungsseminar und als Forum des internationalen Erfahrungstausches haben die Photogrammetrischen Wochen grosse Bedeutung erlangt; sie wurden zuletzt von jeweils rund 250 Fachkollegen aus 33 bzw. 38 Landern besucht. Die baden-württembergische Metropole wird sich den Teil- nehmern diesmal übrigens im einmaligen Blumenschmuck der „Bundesgartenschau 1977" prasentieren. Die wissenschaftliche Leitung liegt in den Handen der Herren Prof. Dr.-Ing. F. Ackermann, Stuttgart, und Dr.-Ing. H.-K. MeierOberkochen. Als Sehwerpunktthemen der 18 Vorlesimgen in- und auslan- discher Experten wurden aus Aktualitatsgründen gewahlt: - Analytische Auswertesysteme, - Fernerkundung und Photointerpretation, - Interessante Entwicklungen und Anwendungen aus der photogrammetrischen Praxis. Darüber hinaus wird am Eröffnungstage über - neue photogrammetrische Instrumente referiert. Für die Simultan-Übersetzung der Vortrage in deutscher, englischer, französischer und spanischer Sprache stehen bewahrte Fachdolmetscher zur Verfügung. Vorfüh- rungen und praktische Übungen an photogrammetrischen Instrumenten sind an zwei Nachmittagen vorgesehen. Besondere Einladungen ergehen noch durch die Veranstalter. Anfragen sind zu richten an Universitat Stuttgart Institut für Photogrammetrie Postfach 560 Keplerstrasse 11 D-7000 Stuttgart 1 oder an Carl Zeiss Abt. für Geodasie und Photogrammetrie Postfach 1369/1380 D-7082 Oberkochen Anmeldeschluss ist der 15. Juli 1977. 54 ngt 77

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1977 | | pagina 14