öJ
rm
A
Prof. F. Kaiser, directeur Leidse Sterrenwacht 1837-1872
Lb
7e jaargang no. 3, maart 1977
Als bron voor de hieronder volgende gegevens heeft
in hoofdzaak gediend de „levensschets van Frederik
Kaiser door J. A. C. Oudemans", gepubliceerd in
het jaarboek van 1875 van de Koninklijke Neder
landse Akademie van Wetenschappen [1],
Frederik (Friedrich?) Kaiser werd 10 juni 1808 te
Amsterdam geboren. Na de vroege dood van zijn
vader, een huisonderwijzer van Duitse afkomst,
werd hij opgevoed door zijn oom, J. F. Keyser
(1766-1823). Deze oom (een broer van zijn vader
die echter aan een Nederlandse spelling van zijn
naam de voorkeur gaf) had zich in 1795 als privaat
onderwijzer in de wis- en sterrenkunde te Amster
dam gevestigd. Hij was in het eerste kwart van de
19e eeuw één van de weinigen in Nederland die de
praktische sterrenkunde beoefende waarvoor hij
uit eigen middelen de allernoodzakelijkste instru
menten moest aanschaffen. Als waardering voor
zijn verdienstelijk werk werd hij benoemd tot lid
van de le klas van het Koninklijk Nederlandsch
Instituut van Wetenschappen, Letterkunde en
Schoone Kunsten (de huidige Koninklijke Neder
landse Akademie van Wetenschappen). Zijn grote
voorliefde voor de sterrenkunde bracht Keyser op
zijn jeugdige neef over en het spreekt haast vanzelf
dat deze van hem zijn eerste wetenschappelijke op
leiding kreeg. Naast grote belangstelling had de
jonge Kaiser blijkbaar ook een grote natuurlijke
aanleg voor de astronomie. Oudemans schrijft
hierover:
„Op zijn twaalfde jaar was hij reeds zeer vaardig
in de behandeling van het sextant en het uitvoe
ren van allerlei sterrekundige berekeningen, en
verried in alle opzichte een talent, dat ieder
trof, die hem leerde kennen[1, blz. 40].
Zijn vroege bedrevenheid in het waarnemen en be
rekenen blijkt uit het feit dat hij, twaalf jaar oud, op
7 september 1820 deelnam aan de waarneming van
een zonsverduistering en op vijftienjarige leeftijd
(in 1823) samen met de toen achttienjarige F. J.
Stamkart (1805-1882), eveneens een leerling van
zijn oom [2, blz. 10], een berekening zond aan de
Algemeene Konst- en Letterbode voor de op 8 juli
1823 te verwachten zonsverduistering [1, blz. 40],
In 1823 kwam door de dood van zijn oom een abrupt
einde aan zijn opleiding. Tot 1826 bleef hij in Am
sterdam wonen en voorzag in zijn levensonderhoud
77
N. VAN DER SCHRAAF
Frederik Kaiser
ngt 77
43