carrière zou bovendien een herhaling zijn van woor
den die al eerder door anderen zijn geschreven. Bijv.
in Photogrammetria, jrg. 1969-70, pag. 41. Maar
voor de jongere lezers van dit tijdschrift heeft het
zin de levensloop kort te schetsen.
Prof. Schermerhorn begon in 1913 zijn studie voor
civiel ingenieur aan de Technische Hogeschool te
Delft. Hij was een briljante student. Na zijn afstu
deren in 1918 werd hij assistent bij Prof. Ir. H. J.
Heuvelink, de toenmalige hoogleraar in de geodesie.
Bij de eerste fotogrammetrische experimenten, die
rond 1921 in Nederland werden uitgevoerd was
Schermerhorn nauw betrokken. De fotogrammetrie
werd geïntroduceerd als een zeer praktische metho
de, maar reeds bij de eerste proeven bleek dat men
de theoretische achtergrond had onderschat. Er
werd echter in het begin van de twintiger jaren door
een aantal mensen hard gewerkt aan de ontwikkeling
van de nieuwe loot aan de geodetische stam. Scher
merhorn geraakte daarbij zo overtuigd van de
enorme mogelijkheden, die de fotogrammetrie
bood, dat hij de rest van zijn wetenschappelijke
leven aan de ontwikkeling en de toepassing van de
fotogrammetrie heeft besteed.
In 1926 volgde hij, 31 jaar oud. Prof. Heuvelink op
als hoogleraar in de geodesie. Dat gaf hem nieuwe
mogelijkheden. Hij werd lid, later bestuurslid van
de Rijkscommissie voor Geodesie. Het onderwijs
in landmeten en waterpassen aan de civiel-studenten
werd meer gericht op de dagelijkse praktijk in plaats
van op triangulatiewerkzaamheden, zoals voordien
het geval was geweest. Enige jaren later kwam de
opleiding voor landmeter van Wageningen naar
Delft. Samen met Prof. Tienstra bouwde hij de
Delftse opleiding op, hetgeen in 1948 resulteerde in
de instelling van de studierichting voor geodetisch
ingenieur.
Na een onderbreking van enige jaren, waarin hij
onder andere de eerste naoorlogse minister
president was en ons land ook in andere belangrijke
functies diende, vatte hij in 1947 zijn wetenschappe
lijke werkzaamheden weer op. In 1949 was hij lid
van een kleine adviescommissie voor kartografie
van de secretaris-generaal van de Economie and
Social Council van de Verenigde Naties. Hier
maakte hij kennis met de problemen van, wat men
toen noemde, onderontwikkelde gebieden. De VN
vroegen hem een internationaal centrum te stichten
voor de toepassing van de luchtfotografie. Dank zij
zijn goede contacten met Nederlandse regerings
functionarissen zag Schermerhorn kans dit instituut
in Nederland te vestigen en wel in Delft. In 1951
kon hij zijn eerste leerlingen ontvangen in het geo-
desiegebouw aan de Kanaalweg. Dat was de ge
boorte van het International Training Centre for
Aerial Survey. Enige jaren later verrees naast dit
gebouw het ITC-gebouw. Het is vooral de opbouw
van het ITC geweest, die Schermerhorn interna
tionale bekendheid en faam gaf.
Niet alleen als Dean van het ITC, maar ook in tal
loze andere functies heeft professor Schermerhorn
diensten bewezen aan de geodesie en haar beoefe
naars. Oudere en jongere geodeten, allen zijn wel
op de een of andere manier, hetzij direct of indirect,
dank verschuldigd aan deze man.
Het is daarom een goede, wellicht ietwat symbo
lische gedachte om niet een officieel persoon, maar
een betrekkelijk willekeurig lid van de Nederlandse
Vereniging voor Geodesie te vragen dit „In Memo-
riam" te schrijven.
Ik leerde professor Schermerhorn persoonlijk ken
nen in het begin van de vijftiger jaren, dus in de tijd
dat het ITC in zijn eerste groeiperiode was. Als
redactiesecretaris van „Photogrammetria", een in
ternationaal tijdschrift, dat een geesteskind was van
Schermerhorn en waarvan het wel en wee hem zeer
na aan het hart lag, maar ook in andere redactionele
functies heb ik werkzaamheden voor hem verricht.
Omdat de bijbehorende werkbesprekingen zeer effi
ciënt waren georganiseerd en meestal aan het einde
van de werkdag plaatsvonden, bleef er soms wat
tijd over om na te praten; over het tijdschrift, over
de fotogrammetrie maar vooral over het ITC. Het
was in die ogenblikken, waarin Schermerhorn
praatte en ik alleen maar luisterde, dat ik zijn
streven leerde kennen.
Dat streven kon hij overigens zeer bondig samen
vatten zoals hij bijv. deed bij het heien van de eerste
paal voor het ITC-gebouw aan de Kanaalweg.
Schermerhorn richtte zich in zijn toespraak tot de
heiers die in de bouwput stonden. „U staat hier,"
zo sprak hij, „in de bouwput van een gebouw, waar-
58
ngt 77