Toepassingen:
- Dijkbouw Oosterschelde: plaatsen van zinkstuk-
ken. De met de Aga gemeten gegevens worden
aan de wal verwerkt in een calculator en teleme-
trisch overgeseind voor directe informatie d.m.v.
een plotter.
- Positioneren vanaf vier pontons voor stort-
schepen. Presentatie via telemetrisch systeem op
X-Y - display, waarbij X en Y de nog af te leggen
afstanden in Noord- en Zuid-richtingen weer
geven.
- Tunnelbouw: Aga 700 als reservesysteem tijdens
het transport van de elementen, presentatie op een
plotter, en tijdens afzinken, presentatie op piot-
kaart (rechte lijnen voor gemeten hoeken en con
centrische cirkels voor afstanden)
- tijdens het transport van het Andoc platform is
een Simrad laser-afstandsmeter gebruikt. Deze
kan zonder reflectoren afstanden van 15 km naar
markante punten meten. Hier was de afstands
meter op het varende platform zelf opgesteld, en
de afstanden werden gemeten naar vuurtorens;
de richting werd met een gyrokompas bep:i:ild.
- calibratie.
3.2 Elektronische plaatsbepaling
Karakteristieken:
- de nauwkeurigheid hiervan bedraagt 2-50 meter.
- het bereik is, afhankelijk van het systeem,
10-200 km.
- in het algemeen dag en nacht bruikbaar,
- in het algemeen kunnen meerdere vaartuigen ge
lijktijdig van het systeem gebruik maken.
- een elektronisch systeem kan geschikt gemaakt
worden voor automatische verwerking.
3.2.1 Fase-systemen
Deze systemen hebben door de gebruikte golflengte
(75-1000 m) een bereik dat zich tot over de horizon
uitstrekt. Een nadeel is, dat de uitgezonden signalen
het aardoppervlak volgen, waardoor locale ver
schillen in de voortplantingssnelheid van de elektro
magnetische golven een onnauwkeurigheid in de
positiebepaling tot gevolg hebben, 's Nachts kunnen
storingen optreden ten gevolge van reflecties via de
ionosfeer, het zgn. „sky-wave" effect.
Bij een fasemeetsysteem staat aan de wal een Master-
zender die een continu signaal uitzendt. Dit signaal
wordt aan boord ontvangen, en ook bij een hulp
zender (Slave) aan de wal. De slave zendt het signaal
op een andere frequentie uit, echter met behoud van
fase.
Dit signaal wordt aan boord ontvangen en verge
leken met het Master-signaal. Hieruit worden de
looptijdverschillen Master-Schip en Master-Slave-
Schip bepaald in een gedeelte van een golflengte
een onbekend aantal malen de golflengte.
Uit de looptijdverschillen volgen afstandsverschillen
tussen Master-Schip en Slave-Schip. Punten met ge
lijke afstandsverschillen liggen op een hyperbool.
Door toepassing van een tweede slave kan een
tweede hyperbool worden gecreëerd. De scheeps-
positie volgt uit de snijding van de twee hyperbolen.
Doordat aan boord alleen een ontvanger nodig is
kan een onbeperkt aantal schepen van het systeem
gebruik maken.
Op het principe van fase-meting zijn vele varianten
mogelijk:
- om het onbekend aantal malen de golflengte te
bepalen (lane-identification) wordt op het uitge
zonden signaal een puls gezet:
Decca Main Chain.
- om het nadeel van verschillende frequenties van
Master en Slaves te vermijden wordt van time
sharing gebruik gemaakt:
Hi-Fix,
- de zender kan aan boord worden geplaatst. Hier
door zijn positielijnen concentrische cirkels. Er is
slechts één gebruiker mogelijk:
2 - range Hi-Fix.
- door meer geavanceerde time-sharing kan voor
noemd systeem voor meerdere vaartuigen geschikt
worden gemaakt:
Argo (max. 8 gebruikers)
- Tellurometer MRB 201 maakt gebruik van
centimetergolven. Om het probleem van lane-
identification op te lossen wordt gebruik gemaakt
van drie frequenties die slechts weinig van elkaar
verschillen.
Het gebruik van centimeter-golven beperkt het
bereik.
86
ngt 77