Op een drietal aspecten is bij de vaststelling van de
inhoud de nadruk gelegd:
a. het kostenaspect van de vervaardiging:
b. het kostenaspect en de mogelijkheid van bij
houding;
c. belangen (soms tegenstrijdig) van de afnemers bij
een zodanige inhoud en een weergave hiervan
dat afstemming op eigen kaartinhoud mogelijk
is.
Als voorbeelden kunnen genoemd worden: zo
weinig mogelijk objecten opmeten op erven, geen
aan sterke veranderingen onderhevige terreinaf
scheidingen afbeelden, zoveel mogelijk ruimte op
plaatsen die gebruikt worden voor leidingen.
5.4 Vormgeving
Voor een algemeen gebruik van de G.B.K.. is de
uniformiteit niet alleen van belang in al zijn facetten
binnen het raam van 50 x 100 cm, maar tevens voor
alle andere gegevens. Het voorlopige resultaat van
de vormgeving zoals overeengekomen met alle af
nemers ziet u in lig. 3.
Enkele opmerkingen over de vormgeving. Er is
vooral veel aandacht besteed aan een goede lees
baarheid van de kaart. Dit komt tot uitdrukking in
vermelding van de coördinaatgetallen bij de ruit-
lijnen aan de linker- en bovenkant. Bij uitwisseling
van gegevens tussen nutsbedrijven worden veelal de
ruitcoördinaten gebruikt. Samenhangende met een
goede leesbaarheid dient de kaart ook goed her
kenbaar te zijn. Het G.B.K.-bladnummer is goed
bruikbaar voor een landmeetkundige en voor
archivering. Echter bij leidingbeheerders zal vooral
de kaart gebruikt worden door niet-landmeet-
kundigen. Een uitvoerder in het terrein heeft be
hoefte aan een benaming, blad Firdgum, aan plaat
selijke benamingen, straatnamen en huisnummers,
namen van openbare gebouwen etc., en ook aan
informatie over dorpsnamen. Genoemde bena
mingen komen inderdaad op de kaart voor; indien
een eenheid gebracht zou worden in de behoeften
aan gebiedsindeling zou overwogen kunnen worden
op de G.B.K. daarvan gebruik te maken. Te denken
is hierbij aan de nieuwe P.T.T.-postcode, dorpsge
bieden van de Provinciale Planologische Dienst,
ngt 77
Waterwegen, sloten.
Langs de openbare weg weergeven door een dubbele lijn als
de kaart van de schaal dit toelaat.
Niet langs de openbare weg gelegen geldt een criterium van
4 m voor het weergeven van beide kanten.
Dammen: deze moeten uit het kaartbeeld blijken.
Symbool: zie rapport commissie G.B.K.
Onder- en bovenkant van dijken.
Knikpunten in talud weergeven, knikpunten zijn alleen
boven- en onderkant. Tevens bij op- en afritten.
Symbool: zie rapport van commissie G.B.K.
Bruggen: Buitenste begrenzing weergeven.
Lijnen welke doorlopen onder de brug weergeven door een
streeplijn.
Heggen: Hieronder te verstaan alle natuurlijke of niet-
veranderlijke afscheidingen tussen percelen welke geen sloten
zijn.
Weergeven indien:
- duidelijke perceelsafscheiding (functioneel);
- van duurzame aard;
- niet te slechte kwaliteit.
Voorbeeld van functioneel: bij rijenhuizen niet tusssenaf-
scheidingen weergeven.
Géén symbolen op de definitieve kaart, voor naverkenning
wel van belang de gebruikelijke aanduidingen (werkplan II).
Alle opstallen: Omschrijving: bijgebouwen voor zover liggend
aan de openbare weg, hoofdgebouwen en bedrijfsgebouwen.
Fotogrammetrie: van de gebouwen dakranden en noklijnen
uittekenen, indien moeilijk zichtbaar dan als streeplijn. In
géén geval onderkanten van gevels uittekenen.
N.B. In te hermeten dorpsgebieden géén bebouwing uit
tekenen (wel telefooncellen en pompstations).
Aanduidingen van aaneengesloten hoge begroeiing.
In dit object niet van toepassing.
Straatnamen en huisnummers
Voor straatnamen en namen van waterwegen geldt de naam
zoals aangegeven ter plaatse. Bij twee-talige vermelding wordt
de bovenste naam gekozen.
Ook vermeld wordt de benaming van openbare gebouwen
welke plaatselijke herkenningspunten zijn en van begraaf
plaatsen. Ontbreekt een benaming dan wordt de functie aan
geduid: kerk, school enz.
Gesteld is dat geen garantie voor de volledigheid wordt
gegeven.
Enkele aanvullingen op de inhoudsomschrijving van de Com
missie G.B.K. zijn:
a. alléén t.b.v. het P.E.B. worden voor zover zichtbaar in de
foto lichtpunten langs de openbare weg, elektriciteits-
palen en sectiekasten weergegeven.
b. spoorrails worden alléén ter plaatse van overwegen aan
gegeven
c. de voetpunten van hoogspanningsmasten worden ge
tekend.
d. de burgerlijke gemeentegrenzen werden aangegeven: op
dezelfde wijze als op de topografische kaart een symbool
langs de feitelijke grens, er vindt géén delimitatie voor
plaats.
e. dorpsnamen.
Opmerking: de inhoud genoemd onder a, d en c behoort niet
tot de inhoud van de G.B.K.N.
103