Het onderzoek naar de economische uitvoerbaar heid is een multidisciplinaire aangelegenheid. Be halve het grondbedrijf nemen ook andere gemeente lijke diensten zoals Stadsontwikkeling, Gemeente werken en Plantsoenen deel aan het onderzoek. De samenwerking tussen deze diensten verschilt van gemeente tot gemeente. Vooral de taak van het Grondbedrijf in het geheel is niet duidelijk omlijnd. Dit hangt nauw samen met de mate van zelfstandig heid van het Grondbedrijf binnen het gemeentelijk bestel. Haar relatie tot stadsontwikkeling is bepalend voor het Grondbedrijf of zij al of niet een grote invloed uit kan oefenen op de planontwikkeling. Het maken van een structuur- of bestemmingsplan behoort niet een taak voor Stadsontwikkeling alleen te zijn. Het Grondbedrijf dient een financiële inbreng te hebben vanaf de start van de planontwikkeling. De kwali teit van het plan dient afgewogen te worden tegen de beschikbare middelen. De tendens van de grotere betrokkenheid van het Grondbedrijf bij de planontwikkeling, welke zich de laatste jaren in vele gemeenten voordoet, is mede een gevolg van zwaardere eisen die de Rijksoverheid stelt bij de subsidieverlening ter dekking van het negatieve saldo. Dit geeft het Grondbedrijf het handvat om mee te denken in de kwaliteit en kwan titeit van het plan. Op het bijgaande schema over het onderzoek naar de economische uitvoerbaarheid is tevens de taak van het Grondbedrijf aangegeven, welke zij, volgens de presentatoren van dit onderwerp, bij de planont wikkeling moet uitoefenen. - de claim van het individu op de grond; - de collectieve claim van de gemeenschap op de grond. Aan gemeenten staan verscheidene wettelijke be voegdheden voor de uitoefening van deze taak ter beschikking. De bevoegdheden steunende op de Wet op de Ruimtelijke Ordening nemen daaronder een belangrijke plaats in. Daarnaast maken veel ge meenten gebruik van de mogelijkheid om in privaat rechtelijke overeenkomsten stringente gebruiksbe- palingen op te nemen. Met name in die gemeenten die bij voorkeur de grond in erfpacht uitgeven is dit het geval. Door het voeren van een actief aankoopbeleid trachten de gemeenten in (stadsvernieuwings-) ge bieden de meeste grond in eigendom te krijgen. D.m.v. de uitgifte in erfpacht kan een gemeente aan de grond de gewenste bestemming geven. Daarbij hanteert zij bestemmings- en gebruiksvoorschriften die normaliter publiekrechtelijk geregeld hadden moeten worden. Op deze wijze hoeft niet gewacht te worden op de totstandkoming van een bestemmings plan, dat met name in stadsvernieuwingsgebieden een lange en moeizame procedure moet doorlopen. De vraag is echter of deze vermenging van publiek- en privaatrecht nog toelaatbaar is. De uitgifte in erfpacht geschiedt in vele gemeenten onder algemene voorwaarden, die door de gemeen teraad zijn vastgesteld. Gebleken is dat de algemene erfpachtsvoorwaarden van gemeente tot gemeente verschillen. Onderzocht dient te worden of de mogelijkheid bestaat om tot een uniform uitgiftebeleid te geraken. Evenals het voor het gemeentelijk bouw- en woningtoezicht mogelijk is een model-bouwverordening te ont werpen moet het ook mogelijk zijn voor gemeente lijke grondbedrijven model-gronduitgiftevoorwaar- den samen te stellen. Door een aantal oorzaken treedt een voortdurende prijsstijging op van de grond. Daarom zijn verschei dene gemeenten bij de uitgifte in erfpacht overge gaan tot een geïndexeerde canon. Omdat echter indexcijfers die de waardeontwikkeling van be bouwde grond aangeven, ontbreken, volstaan een aantal gemeenten met een compensatie voor de waardevermindering van de gulden. De daarbij ge hanteerde methoden kunnen totaal verschillend zijn, al naar gelang de „politieke kleur" van de ge meenteraad. (b.v. Amsterdam compenseert de hele inflatie, Den Haag de halve inflatie). Voor soortge- B. GRONDUITGIFTEBELEID VAN GEMEENTEN Grond is schaars: de voorraad neemt niet toe, de behoefte aan grond daarentegen wel. Veel gemeen ten voeren dan ook een actieve grondpolitiek om in het kader van het algemeen belang een zo juist mogelijke bestemming aan die grond te kunnen geven. Zo ontstaat een continu spanningsveld tussen: 132 ngt 77

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1977 | | pagina 12