Ingenieursscripties
Berichten
DE INVLOED VAN DE COÖRDINATEN VAN
PROJECTIECENTRA OP STROOKCOORDINATEN
R. C. Neleman
Samenvatting
Eén van de onderzoeksgebieden van de groep fotogrammetrie
aan de afdeling Geodesie te Delft betreft de blokvereffeningen
en in het bijzonder de 3-dimensionele vereffening met onaf
hankelijke modellen. Bij deze laatste methode worden de
relatief georiënteerde fotoparen analytisch aan elkaar ge
koppeld. Een specifiek probleem bij de koppeling is de be
paling van de projectiecentrumcoördinaten in hetzelfde stelsel
als de modelcoördinaten.
In de eerste paragraaf worden de verschillende aspecten van
een instrumentele methode, het autocollimatiesysteem van
Kern, beschreven.
Om in het tweede gedeelte van de scriptie aan te kunnen
geven welke insnijdingsconstructies aan de gestelde eisen
voldoen, is het nodig zowel de precisie als de betrouwbaar
heid van het projectiecentrum te kennen. Enige berekeningen,
zijn uitgevoerd om de betrouwbaarheid van de insnijdings
constructies te bepalen. In een eerder onderzoek is reeds de
precisie aan de orde geweest.
Het tweede deel van de scriptie geeft een beschrijving van de
formules en programmering van een integrale 3-dimensionele
blokveretfening, uitgaande van de orthogonale transformatie.
Aan de hand van verschillende voorbeelden wordt de invloed
van projectiecentrumcoördinaten op strookcoördinaten be
handeld. Deze hebben zowel betrekking op de precisie als
op de externe betrouwbaarheid.
Van de externe betrouwbaarheid zijn berekeningen uitge
voerd met zowel systematisch fouten als één enkele fout in
het projectiecentrum. Ook komt de methode aan de orde
waarbij maar in enkele modellen het projectiecentrum wordt
gemeten. Onderzocht is of de correlatie, die ontstaat tussen
de projectiecentra, verwaarloosd kan worden.
Kort gezegd kunnen we concluderen dat de z-coördinaat van
het projectiecentrum, zowel wat betreft de precisie als externe
betrouwbaarheid, de grootste invloed heeft op de z-coördinaat
in het terreinstelsel.
De ontstane correlatie tussen de projectiecentra heeft op de
externe betrouwbaarheid een positieve invloed.
PERSOONLIJKE FOUT BIJ ASTRONOMISCHE
METINGEN
N. J. Belgraver
Samenvatting
Behandeld wordt de persoonlijke fout bij astronomische
metingen. De nadruk wordt gelegd op het onderzoek van
twee instrumenten, een motor-micrometer voor de Wild T4
en een voorzetprisma voor de Zeis Ni-2A (evenals bij de
Wild T4, voorzien van een stappenmotor), beide ontwikkeld
op het Laboratorium voor Geodesie in Delft.
Voor het onderzoek zijn kunststerwaarnemingen (alleen met
de Wild T4) en veldwaarnemingen (op de grote pijler van
het Laboratorium voor Geodesie en op de oostelijke pijler
van het satelliet-station in Kootwijk) gedaan.
De waarnemingen met de Wild T4 zijn zonder meer goed te
noemen en tonen aan dat deze methode van waarnemen ook
voor onervaren waarnemers geen problemen oplevert.
Het waarnemen met de Ni-2A bleek zeer moeilijk en deze
methode van waarnemen leverde dan ook geen goede resul
taten op. De resultaten van de kunststerwaarnemingen zijn
geanaliseerd waarbij o.a. bleek dat er in de meeste gevallen
geen persoonlijke fout aangetoond kon worden.
Enkele metingen op Kootwijk zijn doorgerekend met 14
i.p.v. 27 contacten (Wild T4). De resultaten bleken praktisch
hetzelfde te zijn, hetgeen in de praktijk een aanmerkelijke
besparing in rekentijd kan betekenen.
Bij alle waarnemingen die in deze scriptie genoemd worden,
is de zgn. Chronoputer gebruikt, die de contact-tijden direct
na de waarneming middelt.
VERSLAGEN RIJKSCOMMISSIE VOOR GEODESIE
Bij de Rijkscommissie voor Geodesie, Thijsseweg 11, Delft,
zijn verkrijgbaar de volgende verslagen.
I. Verslag van dr. ir. L. Aardoom van de SEASAT-A be
spreking, Parijs, 27 mei 1977.
II. Verslag van dr. ir. L. Aardoom van de vergadering
„SEASAT Users Research Group of Europe" (SURGE),
Wormley (Engeland), 5-6 juli 1977.
III. Verslag van dr. ir. L. Aardoom van de „Cospar 20th
Plenary Meeting", Tel Aviv, juni 1977.
IV. Verslag van ir. E. Vermaat van de bijeenkomst van
I.A.G.-commissie VI „International Geodetic Biblio
graphy", Boedapest, 27-28 juni 1977.
V. Rapport van prof. ir. G. F. Witt van het XVe F.I.G.-
congres, Stockholm, 5-14juni 1977.
VI. Tekst van voordracht van ir. H. L. Rogge voor com
missie 3 op het F.I.G.-congres te Stockholm, 5-14 juni
1977.
Examen geodetisch ingenieur
Op woensdag 8 juni 1977 zijn voor het doctoraal examen
geodetisch ingenieur geslaagd: N. J. Belgraver en R. C
Neleman.
CONGRES „GRONDIG BEKEKEN"
Ter gelegenheid van het 15-jarig bestaan van het Geografisch
en Planologisch Instituut van de Vrije Universiteit te Amster
dam, wordt aldaar op 10 en 11 oktober 1977 een congres
gehouden over grondeigendom, grondpolitiek en ruimtelijke
ordening.
De congresmap 200 pag.) is te bestellen door overmaking
van fl. 14,- (fl. 7,50 congresmap, fl. 4,- porto en fl. 2,50
toegang) op postrekening 3812733 t.n.v. W. v. d. Heijden,
Bankastraat 53, Amsterdam onder vermelding van „Grondig
Bekeken". Op dit adres is voorts alle informatie over het
congres te verkrijgen (tel. 020-92 39 47)
TECHNISCHE HOGESCHOOL DELFT
Inaugurele rede prof. Bogaerts
Op woensdag 5 oktober a.s., om 16.00 uur, zal de voorzitter
van de Nederlandse Vereniging voor Geodesie, prof. dr. ir.
M. J. M. Bogaerts, zijn ambt van gewoon hoogleraar in de
leer der vastgoedsystemen aanvaarden met de intreerede
„Afbeelding van de werkelijkheid".
De leden van de NVG en lezers van het NGT worden bij
deze van harte uitgenodigd deze plechtigheid in de Aula van
de TH bij te wonen.
142
ngt 77