Berichten
•3=
Samenvatting en conclusies
Er is een formulesysteem ontwikkeld waarmee het
mogelijk is te voorspellen welke fouten men kan
verwachten wanneer men met luchtfoto's werkt alsof
deze horizontaal gevlogen opnamen zijn die slechts
met een gelijkvormigheidstransformatie behoeven
te worden gecorrigeerd. Fouten in de lengte blijven
dan in het algemeen binnen de 10%, fouten in de
oppervlakte binnen 15%. Deze waarden zijn vrij
groot doch voor globale inventarisaties wellicht
acceptabel. Men denke hierbij bijvoorbeeld aan een
voorlopig toedelingsplan en aan globale inventarisa
ties van landschappelijke elementen.
Voor toepassingen waaraan hogere nauwkeurig-
heidseisen worden gesteld blijkt het digitaal ont-
schranken van luchtfoto's goed te kunnen voldoen.
Bij foto's schaal 110000 is uit vergelijking met niet
zo recente kadastrale gegevens gevonden dat ax en
ay gemiddeld 1,8 m is voor de coördinaten van
ogenschijnlijk dezelfde punten gemeten in de foto
en in de kadastrale kaart. Ook berekening van de
oppervlakten uit gedigitaliseerde op de foto ge
markeerde punten kan voor de cultuurtechnische
inventarisatie voldoende betrouwbaar geschieden.
Vanzelfsprekend zijn op de foto niet of slecht zicht
bare punten slechts bij benadering te meten. Bij de
meting van grenzen belemmeren vooral bomenrijen
en bossages het zicht op deze grenzen.
In nader onderzoek is of luchtfoto's bij de cultuur
technische inventarisatie op grote schaal zullen
worden gebruikt. Daarbij zal tevens worden nage-
gaan of de foto's digitaal zullen worden ontschrankt
of dat van stereoscopische uitwerkingsapparatuur
gebruik zal worden gemaakt, waarbij dan ook
digitaal zal kunnen worden gewerkt. Dit laatste zal
vooral de interpretatie van de te digitaliseren punten
ten goede komen.
ngt 77
y in cm
14
12
10
8
6
4
2
0
- 2
4
6
8
10
12
14
5) 3°
-) =5
10
A S
Fig. 3. Relatieve schaalversehillen in de oppervlakten op
verschillende plaatsen in de foto, weergegeven voor
de fotoschaal 1:10000 bij een cameraconstante van
210 mm.
Literatuur
Bijkerk, C. (1974). Automatisering in de landinrichting. Ned.
Geod. Tijdschr. 4.2.
Bijkerk, C. en A. C. Visser (1975). Geodesie in de landin
richting. Lustrumboek Snellius 1970-1975.
Hoekstra, A. V. (1972). Het digitaliseren van grafisch voor
gestelde informatie. Ingenieursscriptie TH-Delft.
Righolt, J. W. en G. H. Reinds (1976). Kosten en opbreng
sten van het landbouwbedrijf in relatie tot landinrichting en
bedrijfsverkaveling. Nota 1CW 902.
Roelofs, R. (1960). Statistical use of non-rectified aerial
photographs of flat terrain. Photogrammetria XVII. 2.
Visser, A. C. (1974). Nauwkeurigheid van oppervlaktebere
kening uit gedigitaliseerde kaarten. Geodesia 16.5.
Zee, E. van der (1976). Het digitaliseren van grenspunten in
niet-ontschrankte luchtfoto's ten behoeve van cultuur
technische- en landschapsinventarisaties. Nota ICW 922.
NIEUWE DIRECTEUR I.C.W.
Per 1 december a.s. zal ir. G. A. Oosterbaan, sinds 1971 in
specteur van het onderzoek bij de Cultuurtechnische Dienst,
tot directeur van het Instituut voor Cultuurtechniek en
Waterhuishouding te Wageningen worden benoemd. Hij
volgt dr. ir. C. van den Berg op, die sedert de oprichting in
1955 leiding aan het I.C.W. heeft gegeven en tevens buiten
gewoon hoogleraar in de cultuurtechniek aan de Technische
Hogeschool te Delft is geweest.
RECTIFICATIE
Bij het verslag van het congres over de Wetenschapsbeoefe
ning in de Geodesie [NGT no. 7] is door een misverstand
een van de auteurs, ir. J. Denekamp, ten onrechte niet ver
meld.
INTREEREDE PROF. BOGAERTS
In dit nummer treft u als bijlage aan de tekst van de intree
rede van prof. dr. ir. M. J. M. Bogaerts, uitgesproken op
5 oktober jl. Hij is aan alle leden en abonnees toegezonden.
Mocht u hem al in uw bezit hebben, dan kunt u misschien
iemand anders ermee verblijden!
154