anderen gemaakte plannen. Symptomatisch zijn ook de schema's achterin de Interimnota Landin richtingswet, waar het opstellen van o.a. het land inrichtingsplan (wegen en waterlopen, landschap) als planvorming is aangeduid en het vervaardigen van gebruiksindelingsplan en plan van toedeling als administratieve handelingen. Ik heb al elders4 m'n gal uitgespuwd over dit verschrikkelijke misverstand, waar, als ik het goed begrepen heb, zelfs een plano logisch geodeet schuldig aan is (sorry dat ik er weer over begin!). Elke combinatie van termen als „administratief", „juridisch" en „landmeetkundig", zoals door ver schillende auteurs gebezigd, is principieel onjuist, omdat steeds de kern van het ruimtelijk ontwerpen (met de daarvoor nodige niet-administratieve, niet- juridische en niet-landmeetkundige criteria en methoden) daarbij ontbreekt. Administratieve tech nieken zijn nodig om niet de weg kwijt te raken in de massaliteit van de gegevens; het recht geeft rand voorwaarden, kaders, maar geen aanwijzingen hoe deze kaders verder kunnen worden ingevuld of zelfs een eindje verschoven; landmeetkunde tenslotte is nodig om het plan in het terrein te kunnen realise ren. Maar samen vormen ze nog geen planologische geodesie, zoals helaas te vaak gedacht is. Dan zijn er geodeten die van het standpunt uitgaan dat planologische geodesie een randverschijnsel is, iets wat niet bij de geodesie hoort. Ik kom ze zowel tegen op de Afdeling der Geodesie als bij de groot ste geodetische instelling in ons land, het Kadaster. Zij hebben gelijk als je wetenschapsgebied, maat schappelijk werkterrein en opleiding alleen be schouwt vanuit de „officiële" definitie van geodesie. Dan is de planologische geodesie een wel zeer vreemde eend in de bijt. In de papieren patroon, die ook dit jaar weer aan de eerstejaars geodetische studenten is uitgereikt is een deel van de eerste versie van het Ontwikkelings plan van de Afdeling der Geodesie opgenomen, waarin de kern van de planologische geodesie - het volgens plan veranderen van eigendoms- en ge bruiksrelaties - weer eens helemaal was vergeten. Gelukkig is de latere versie van dit ontwikkelings plan beter, en een volgende druk van de papieren patroon hopelijk ook. De TV-uitzending over de Afdeling der Geodesie in de serie „Van gewest tot gewest" bood weer hetzelfde beeldwèl de bepaling van de vorm van de aarde en het beschrijven van eigendoms- en gebruiksrelaties, maar niet die ont werpende en veranderende activiteit van geodeten. Alweer symptomen dat veel geodeten het vakgebied van de planologische geodesie niet zien of misschien zelfs niet willen zien. „Het is een droevige zaak, maar mogelijkerwijs een teken des tijds, dat tegenwoordig teveel jonge mensen zo weinig belangstelling tonen voor het leven en doen van hun voorouders".5 Wat deden geodeten vroeger eigenlijk? Zeker niet alleen de aarde en landerijen opmeten. Het komt me onwaar schijnlijk voor dat de Egyptische landmeter die in een groot aantal officiële verhalen van geodeten te pas en te onpas ten tonele wordt gevoerd zijn activiteiten beperkte tot het steeds maar opnieuw uitzetten van door de overstroomde Nijl uitgewiste grenzen. Ik vermoed dat hij eerder zorgde voor een nieuwe verkaveling, rekening houdend met eigen domswisselingen en veranderde gebruikseisen. Tot in de negentiende eeuw waren geodeten inge nieurs die steden, vestingen, wegen en polderver kavelingen ontwierpen en daarbij, als hulpweten schap, landmeetkunde toepasten. Op een of andere manier heeft echter in Nederland het beschrijvende aspect de overhand gekregen en zijn de landmeetkunde en hogere geodesie centraal komen te staan. In Zwitserland is, zo bleek me bij de Snelliusexcursie dit voorjaar, de ontwikkeling anders geweest. Bij de opleiding voor Kultur- ingenieur aan de ETH staat de inrichting van het landelijk gebied als activiteit centraal en vormen landmeetkunde, fotogrammetrie en kartografie be langrijke hulpwetenschappen. Zelfs kan je je met deze opleiding en met enige nascholing zelfstandig als landmeter vestigen. Je zou het zo kunnen stellen in Zwitserland heeft men ingenieursactiviteiten die maatschappelijk gezien dicht bij elkaar liggen tot één opleiding gecombineerd, terwijl in Nederland meer ge,et is op de wetenschappelijke eenheid van lagere en hogere geodesie. Ik heb m'n twijfels erover of dit de maatschappelijke positie van de geodetisch ingenieur ten goede is gekomen. ngt 77 157

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1977 | | pagina 15