Hij moet in staat zijn elke hydrografische opdracht te plannen, verantwoord uit te voeren en de resultaten te analyseren. cat. B Deze surveyor dient in staat te zijn om via zijn kennis en ervaring bepaalde opdrachten uit te voeren. Afhankelijk van zijn ervaring in bepaalde zaken zal hij deze opdrachten zelfstandig of onder leiding van de cat. A surveyor uitvoeren. cat. C De assistent van zowel A- als B-categoriën en opgeleid om waarnemingen te verrichten of vast te leggen. e. De W.G. was unaniem van mening dat praktische ervaring op zee onontbeerlijk is. f. Een thans per resolutie ingesteld F.I.G./I.H.O. Advies college heeft tot taak: 1Het up-to-date houden van de syllabus, aangepast aan de toekomstige ontwikkelingen. 2. samenstellen van literatuurlijsten. 3. F.I.G. en I.H.O. adviseren bij (internationale) erken ning van opleidingsinstituten. In het kort samengevat streven deze F.I.G./I.H.O.-activi teiten naar internationaal erkende opleidingen teneinde vakbekwame surveyors te verkrijgen die overal inzetbaar zijn. Dit is vooral van wezenlijk belangvoor de kuststaten van de ontwikkelingslanden, die dan weten waar ze terecht kunnen zowel voor hun opleidingen als voor hun op drachten. Tegenwoordig kan nog steeds iedereen zich voor surveyor uitgeven en de praktijk levert vaak de re sultaten hiervan. Ook de tot voor enkele jaren geldende gedachtengang: „al doende leert men" gaat al lang niet meer op. Een gedegen ondergrond is onmisbaar om aan de huidige eisen voor een moderne survey te voldoen. Niet voor niets heeft b.v. de Decca Survey Group een eigen op leidingsschool. 2 Working Group 414b - Positioning Systems De W.G. heeft rapport uitgebracht omtrent zijn activiteiten op het gebied van (hydrografische) plaatsbepalingssystemen. Het eerste doel van het rapport was een opsomming te geven van de mogelijkheden en eigenschappen van short en medium range positioning systems, die momenteel beschikbaar zijn, terwijl tevens gebruikerservaringen en bereikte nauwkeurig heden worden vermeld. Een verder doel was de ontwikkeling voor de komende 5-10 jaar. Hiertoe werden een aantal eigenschappen van beide groepen systemen bezien. In tabelvorm zijn zowel in short range als in medium range een 8-tal systemen onder de loupe genomen v.w.b. eigenschappen, karakteristieken, kosten ge bruikers etc. De gebruikerservaringen zijn v.w.b. nauwkeurigheden ver geleken met de opgaven van de fabrikanten. Tegen deze ver gelijkingen heb ik wel enige bezwaren: a. er is geen enkel inzicht hoe deze gebruikerswaarden zijn verkregen b. niet alle F.I.G.-leden zijn verzocht hun ervaringen te melden, terwijl b.v. in ons eigen land veel gegevens be schikbaar zijn (R.W.S./M.D., Shell, Hydrografie etc.) c. het doet wat griezelig aan te lezen dat een gebruiker - sterk betrokken bij een bepaald systeem - dit systeem 162 gunstig beoordeelt en een ander, concurrerend systeem er veel minder goed uitkomt. Al met al kan dit rapport een goede steun betekenen voor gebruikers die de aanschaf c.q. huur van deze systemen voor hydrografische doeleinden overwegen. Het werk van deze W.G. zal worden voortgezet en men zal rapport uitbrengen zowel aan de International Hydrographic Technical Confer ence (1979 in Canada) als aan het XVIe F.I.G.-Congres te Montreux. 3 Akoestische ontwikkelingen en toepassingen onder water In een drietal voordrachten kwamen akoestische zaken aan de orde die om verschillende redenen het vermelden waard zijn. Op de eerste plaats is dit het gebruik van een onderwater akoestisch plaatsbepalingssysteem in de olie-industrie. Met deze systemen zijn nauwkeurigheden beter dan 10 m haal baar in gebieden waar elektronische plaatsbepalingssystemen hierin niet kunnen voorzien, terwijl ze bovendien continu bruikbaar zijn (geen nachteffecten, atmosferische storingen etc.). Verder worden in Canada vanaf het ijsoppervlak en door het ijs lodingen verricht, die veel gelijkenis vertonen met (hand)- lodingen zoals die tot zo'n 40 jaar geleden werden verricht nl. geen continue dieptebepalingen zoals thans met een echo lood maar dieptebepaling in discrete punten. Vanuit de Engelse hydrografische dienst werd mededeling gedaan van proefnemingen gedurende 6 maanden (heden nog aan de gang) met het zgn. hydrosearch systeem, een sector scanning sonar voor het opsporen van onderwaterobstakels. Bij dit systeem kan zowel in horizontale als in verticale stand der transducer een gebied tot maximaal 500 meter worden bezien. Bij alle drie toepassingen is een meer gedegen wetenschap nodig van allerlei factoren die de voortplanting van geluid onder water beïnvloeden zoals temperatuur en temperatuur verschillen, saliniteit, etc. Er worden uiteraard vele onderzoekingen op dit gebied ge pleegd zowel door diverse wetenschappelijke instellingen en instituten als door het bedrijfsleven, maar veel coördinatie is er nog niet. Door Commissie 4 is thans een resolutie aangenomen over dit onderwerp met als doel om via een werkgroep te komen tot een studie van alle methoden en instrumenten in gebruik bij het opsporen van natuurlijke en/of kunstmatige onder waterobstakels. De W.G. zal rapport uitbrengen aan alle National Delegates van Commissie 4 omtrent: a. thans bekende methoden (mechanische, magnetische, akoestische); b. de in gebruik zijnde apparatuur. 4 Slotwoord Uit een toelichting van A. L. Allen (University College London) op het F.I.G./I.H.O. rapport kwam zonneklaar naar voren dat de inbreng van andere disciplines onontbeer lijk is. Dit geldt zowel voor mathematici, fysici, elektronici als ook voor geodeten. In het Verenigd Koninkrijk zijn een aantal instituten thans zo ver gevorderd dat de Mariene Geodesie extra aandacht gaat krijgen (b.v. N.E. London Polytechnique). ngt 77

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1977 | | pagina 20