3.6 Relaties met kartografie
Met hogere geodesie heeft de kartografie vanouds
de binding van de kaartprojectieshoe beeld ik de
aarde, een gekromd oppervlak, af in een plat vlak,
liefst zo, dat bepaalde eigenschappen van vorm of
oppervlakte gehandhaafd blijven? Op dit terrein
valt er evenwel weinig meer te ontdekken en te ont
wikkelen en daarom ga ik er maar niet verder op in.
De relatie met de lagere geodesie is tot nu toe in de
geodetische praktijk wel het belangrijkste. Metingen
van terreindetails, zowel terrestrisch als fotogram-
metrisch uitgevoerd, resulteren vrijwel altijd in een
kaart van het terrein, vroeger meestal direct, tegen
woordig steeds meer via een in een vastgoedsysteem
opgeslagen coördinatenbestand van terreinpunten
dat met een tekenautomaat in lijnen wordt omgezet.
Op deze manier kan je bijvoorbeeld snel de percelen
van één eigenaar laten uittekenen, of de percelen die
in het afgelopen jaar zijn verkocht.
Bij kartografie denken de meeste geodeten helaas
nog steeds alleen aan het meetkundige aspect. Een
goede kaart is voor hen een zo exact mogelijke af
beelding van het terrein. Dit is jammer, omdat de
kartografie ook nog andere mogelijkheden biedt,
nl. het in kaart beelden weergeven van niet-meetkun-
dige informatie. De niet-meetkundige gegevens die
in vastgoedbestanden zijn opgeslagen kunnen na
tuurlijk alfa-numeriek worden uitgelijst, maar de
leesbaarheid en bruikbaarheid nemen zeer veel toe
als je die gegevens in kaart brengt. De kaart wordt
dan een medium voor het overdragen van informatie
over alles wat zich in verbinding met het aardopper
vlak afspeelt. Geografen hebben meer besef van wat
je met kaarten kunt doen dan geodeten, maar ge
lukkig kan dat veranderen doordat er nu voldoende
plaats voor is ingeruimd in de geodetische studie.
Het nut van de kartografie komt ook heel duidelijk
naar voren in de planologische geodesie. Als je
ruimtelijk aan het ontwerpen bent heb je informatie
nodig over wat er momenteel in de ruimte aanwezig
is. Daarvoor kun je verbale beschrijvingen en vast
goedsystemen raadplegen, maar wat ligt er meer
voor de hand dan een kaart te gebruikenje ziet dan
meteen waar zich wat afspeelt.
Zo'n kaart bekijk je om informatie in je op te nemen.
Verder laat je de kaart intact. Dat is anders bij het
ontwerpen zelf: dat doe je niet op een blanco vel
papier (zoals een architect), maar op een kaart als
ondergrond, waarop staat aangegeven wat moet
blijven staan en wat eventueel kan verdwijnen.
Deze kaart vul je verder op met jouw plannen voor
de nieuwe indeling van de ruimte. Op die manier
heb je drie vliegen in één klap: de kaart verschaft je
informatie over allerlei randvoorwaarden, op de
kaart kan je direct controleren of je ontwerp een
beetje logisch in elkaar zit (net zoals je een indeling
van je kamer kunt ontwerpen met getekend meubi
lair), en de kaart fungeert als geheugen voor alles
watje als ontwerper bedacht hebt. Over deze functie
van de kaart in het ruimtelijk ontwerpproces is bij
mijn weten nog niets onderzocht!
Ten slotte moet de ontwerper zijn ideeën voorleggen
aan de mensen wie het aangaat: de boeren in een
Afb. 9. De kaart in het ruimtelijk ontwerpproces.
172
de kaart verschaft de ontwerper informatie
over wat er is, en over de plannen van
anderen
de kaart laat zien wat er moet blijven en
wat eventueel wegkan, en doet dienst als
(meetkundig) controlemiddel en als geheugen
voor wat er al ontworpen is
CP
de kaart is een middel om de belanghebbenden
te laten zien wat er kan of gaat gebeuren
ngt 77