Personalia of several hundred points throughout the world with centi meter to decimeter accuracy, recommends 1. That a Worldwide Geometrical Position Reference Net work be established with such techniques; 2. That such points be well nionumented and reliably connected to national networks; 3. That gravity also be measured to high precision at such points; and 4. That particular urgency be given to establishing such points in plate tectonic convergence zones and surround ing known seismic zones. Monitoring of Crustal Movements in Seismic Zones: The Commission on Recent Crustal Movements, recognizing the wealth of information available in existing and ongoing precise point position determinations for the future study of crustal movements, earthquake prediction research and recognizing that crustal movements amounting to several cm per year may occur across seismic zones and cause substantial distortions of control networks for mapping, recommends: 1. That attention be paid to maintaining monumentation and documentation of such points for purposes of future reference IN MEMORIAM DE HEER C. DE VRIES Onverwacht is op 24 september jl. op de leeftijd van 65 jaar overleden de heer Cornelius de Vries. De heer De Vries begon zijn loopbaan bij de Bijhoudings- dienst van de Rijksdriehoeksmeting waar hij in de periode 1938-1957 als landmeetkundig ambtenaar belast was met eerste-orde metingen. Per I januari 1958 trad hij in dienst bij het Laboratorium voor Geodesie als technisch ambtenaar met als taak het begeleiden van studenten bij oefeningen in de praktische landmeetkunde en astronomische waarne mingen. Velen zullen zich herinneren de vriendelijke, bloem rijke prater die zijn kennis met groot enthousiasme wist over te brengen. Hij was een perfektionist, een goed vakman, maar ook een goede collega, belangstellend en altijd behulp zaam. Op 1 mei 1973 werd hij op eigen verzoek op wachtgeld gesteld. Toch kon hij de geodesie niet definitief vaafwel zeggen. In december 1973 aanvaardde hij belangeloos een opdracht van de Rijkscommissie voor Geodesie, om met assistentie van zijn vrouw op enkele tientallen punten van het R.D.-net astronomische metingen te verrichten ten behoeve van de bepaling van de schietloodafwijking. Met een ongekend enthousiasme reden ze kris-kras door Nederland en voerden ze in de periode 1974-1977 niet minder dan 74 astronomische breedte- en lengtebepalingen uit. De Vries beschouwde deze waarnemingen als een soort levenswerk die hij met de hoogst mogelijke nauwkeurigheid verrichtte. Het te meten pro gramma was bij zijn overlijden vrijwel voltooid. Van zijn plotselinge heengaan hebben we met grote onsteltenis kennis genomen. Onze deelneming gaat uit naar Mevrouw De Vries en haar kinderen voor het onherstelbaar verlies door hen geleden. ir. G. J. Husti 180 2. That an essential clement of control survey programs be the resurvey of such networks to determine the location, rate, and nature of crustal deformations with their asso ciated uncertainties, and 3. That these movements be monitored to improve know ledge of the long term effects. Improved Earth Rotation and Polar Motion Measurements: The Commission on Recent Crustal Movements, recognizing the need for crustal movements measurements with extremely high accuracy for use in earthquake prediction research and for other purposes, and recognizing the need for earth rotation and polar motion measurements with sub-decimeter accuracy in order to sup port such crustal movement measurements, and recognizing the capability of new techniques to achieve such accuracy with moderate numbers of stations, recommends that the IAU and IUGG encourage and endorse international co-operative efforts for determining the earth's rotation and polar motion with sub-decimeter accuracy. J. van Mierlo Delft, 15 September 1977 A. VAN DER WAAG VERLAAT HET ITC Per 16 september is aan de heer A. van der Waag, weten schappelijk hoofdmedewerker bij het ITC, op zijn verzoek eervol ontslag verleend. Hiermede werd een periode van 14 jaar afgesloten, die het besluit was van een interessante loopbaanontwikkeling. Na de middelbare school koos hij voor een militaire carrière, die hem gedurende langere tijd naar het voormalig Neder- lands-Indië voerde. Hij ontplooide zich gedurende die tijd op velerlei wijzen. Hij volgde o.rn. een cursus fotogrammetrie in het studiejaar 1955/56 bij het ITC. De kaartering en de kaartreproduktie kregen echter al spoedig zijn grote belang stelling, waarin hij zich theoretisch en praktisch bekwaamde. Van 1960-1963 was hij leraar militaire aardrijkskunde aan de Hogere Krijgsschool te Den Haag. Per 1 januari 1964 kreeg hij als hoofdofficier eervol ontslag uit de actieve militaire dienst. Tezelder tijd werd hij mede werker van het ITC, toen nog te Delft, en wel bij de hoofd afdeling Fotogrammetrie. Omdat hij bij het leger ook onder wijservaring had opgedaan, lag het voor de hand dat hij vrij spoedig benoemd werd tot docent kartografie voor het gehele toenmalige ITC. Toen later in 1971 (het Instituut was inmiddels naar Enschede verhuisd) de afdeling Kartografie werd opgericht, waartoe de heer Van der Waag mede de stoot heeft gegeven, werd hij naar deze afdeling overgeplaatst. Vanaf 1975 werkte de scheidende medewerker als assistent van de rector. Naast zijn drukke werkkring was de heer Van der Waag van 1966-1975 onder meer bestuurslid van de kartografische sectie van het Koninklijk Nederlands Aard rijkskundig Genootschap en lid van diverse commissies o.a. van de International Cartographic Association, terwijl hij zich ook op algemeen maatschappelijk terrein verdienstelijk maakte. Voorts was hij mede-initiatiefnemer voor het instellen van een werkgroep ter voorbereiding van de opleiding tot kartograaf in het kader van de hogere beroepsopleiding. De discussies hierover zijn nog niet afgerond. Verwacht wordt echter dat omstreeks 1980 de opleiding van start zal kunnen gaan. Tot slot zij vermeld dat van zijn hand een aantal publi- katies op het gebied van de kartografie zijn verschenen. ngt 77

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1977 | | pagina 18