gegevens andere informatie kan worden gekoppeld
(aard van de grenzen, eigenschappen van en rechten
op de door die grenzen omsloten percelen). Ook
de wijze waarop deze informatie wordt verkregen,
hoe ze wordt verwerkt en hoe ze in een voor anderen
bruikbare vorm kan worden verstrekt behoort tot
het terrein van de leerstoel vastgoedsystemen.
2.2.4 Planologische geodesie
Planologische geodesie is een beetje een buiten
beentje, in die zin dat ze zich niet bezighoudt met
het beschrijven van de aarde, maar met het voor
bereiden, aanbrengen en begeleiden van verande
ringen in de (in vastgoedsystemen beschreven) be
trekkingen tussen de mensen en de grond. Dit
houdt o.a. in het ontwerpen en beoordelen van
plannen waarbij deze betrekkingen worden gewij
zigd (ruilverkaveling, stadsuitbreiding en stadsver
nieuwing), de organisatorische begeleiding van de
uitvoering van deze plannen en de waardebepaling
van onroerende goederen die in deze veranderings
processen zijn betrokken.
2.3 Ondersteunende elementen
2.3.1 Wis- en natuurkunde
De wis- en natuurkunde leveren een begrippen
apparaat en een gereedschap waarmee met name de
hogere en lagere geodesie beoefend worden. De
wiskunde biedt verbanden waarvan bij het uitvoeren
van berekeningen handig gebruik kan worden ge
maakt (verkorting van redeneringen!); de natuur
kunde geeft een aantal belangrijke natuurwetten,
met name over de voortplanting van licht- en radio
golven en over de zwaartekracht, die bij het uit
voeren van metingen een belangrijke rol spelen.
De „wetten" of „stellingen" uit de wiskunde zijn tot
stand gekomen door logische afleiding (deductie)
uit een beperkt aantal axioma's. De „wetten" uit de
natuurkunde zijn, anders dan die in het verderop te
behandelen recht, algemene formuleringen van
steeds weer waargenomen samenhangen tussen
fysische verschijnselen. Of de geodeet deze wiskun
dige en fysische wetten kan toepassen voor zijn
problemen zal hij zelf moeten nagaan via een zgn.
inschakelingsredenering: wat in de wereld van de
wiskunde waar is hoeft nog niet waar te zijn in de
wereld waarin we leven, en ook natuurwetten heb
ben hun beperkingen.
De wiskunde levert ook een taalwaarin de geodeet
zijn waarnemingen (meestal getallen) kan vast
leggen, waarin hij kan redeneren (rekenen) om ten
slotte tot een beknopte beschrijving van de werke
lijkheid te komen.
2.3.2 Kartografie
Kenmerkend voor de kartografie is, dat ze informa
tie over de aarde en wat zich daarop afspeelt niet in
fotografische, numerieke of verbale vorm presen
teert, maar in grafische beelden. Het centrale pro
bleem van dit vakgebied is dan ook: hoe vertaal ik
een bepaalde numerieke of verbale informatie in
een beeld dat direct aanspreekt?
ngt 77
Afb. 5. Vastgoedsystemen.
A A
van wie is dit perceel?
wat is de aard van deze grens?
hoe wordt dit perceel gebruikt?
waaraan grenst dit perceel?
weet ik dat B en C
verbonden zijn?
y^ hoe sla ik dit op?
Afb. 6. Planologische geodesie: het veranderen van de rela
ties tussen de mensen en hun grond.
168