2 De voortplanting van radiogolven De atmosfeer heeft een niet te verwaarlozen invloed op de voortplanting van radiogolven. Radiogolven met een lage frequentie volgen de aardkromming zonder moeite, terwijl radiogolven met een hogere frequentie zich rechtlijnig voortplanten en daarom niet op grote afstanden van de zender ontvangen kunnen worden. Figuur 1 maakt een en ander duidelijk. We kunnen de radiogolven verdelen in grond- en gereflecteerde golven, waarbij de grondgolven ver deeld kunnen worden in directe, oppervlakte- en grond-gereflecteerde golven. Het pad dat gevolgd wordt door een radiogolf wordt bepaald door de gebruikte frequentie, en dit resulteert direct in het door de zender bestreken gebied. 2.1 De effecten van de ionosfeer Een belangrijk effect op de voortplanting van radio golven is de graad van ionisatie. We beschouwen de ionosfeer als opgebouwd uit een aantal lagen met verschillende ionisatiegraden. Het is dan mogelijk de ionosfeer te beschrijven vol gens de wetten der optica, waarbij elke laag een eigen refractie-index heeft. Gebruikt wordt de formule: »=V 1-8171 waarin N het aantal vrije elektronen per m3 gas is en de frequentie van de beschouwde radiogolf. Afhankelijk van de gebruikte frequentie zal de golf in meer of mindere mate afbuigen op de overgang van de ene naar de volgende laag. Hit de formule is af te lezen dat bij een hogere frequentie een getal 11 hoort dat dichter bij 1 ligt, wat dus minder refractie betekent. Daarom is het eenvoudig te be grijpen dat lange golven lange afstanden zullen over- 188 bruggen tussen de ionosfeer en de aarde, waar ze opnieuw weerkaatst worden in de richting van de ionosfeer, enz. Lage frequenties zullen zodoende een lange weg afleggen en daarmee grote gebieden be strijken. Kortere golven zullen verder in de iono sfeer dringen alvorens naar de aarde terug te komen. Langs hun paden worden de golven verzwakt, maar de grootste verzwakking vindt plaats bij de reflectie tegen de aarde. Kortere golven worden meer ver zwakt dan langere, wat een tweede verklaring is van het grotere gebied dat door de langere golven wordt bestreken. Nog kortere golven, zeg korter dan 10 meter, kun nen beschouwd worden als zich rechtlijnig voort te planten, aangezien de refractie-index vrijwel 1 is. 2.2 Voortplanting van ultrakorte golven, invloed van de troposfeer Aangezien het Syledis plaatsbepalingssysteem, dat in hoofdstuk 4 beschreven zal worden, gebruik maakt van een golflengte van ongeveer 70 centimeter (frequentie ligt tussen 420 en 450 MHz), zullen we de eigenschappen van de voortplanting van deze golven nader toelichten. Gewoonlijk wordt aan genomen dat golven met een lengte van 70 cm of korter zich voortplanten tot aan de horizon of tot 10% verder. Tot aan de horizon neemt de signaal sterkte evenredig af met de afstand met een gemid delde waarde welke overeenkomt met die welke in de vrije ruimte geldt. De signalen worden alleen beïnvloed door ruimtelijk pseudo-periodiek versterken en verzwakken, wat overeenkomt met de interferentie tussen de directe en de via de bodem gereflecteerde golven. Het ge bied tot aan de horizon wordt daarom de „inter ferentiezone" genoemd. Bij de horizon vinden we de „tussenliggende zone" en voorbij de horizon de „schaduwzone". Onderzoekingen van ongeveer 20 jaar geleden 1 Sky wave G - Ground Fig. 1: Voortplanting van radiogolven Fig. 2: Verband tussen de ionisatiegraad van de ionosfeer en de hoogte 2 Direct wave 3 Ground reflected wave l* - Surface wave a Transm. aerial b- Rec.aerial i - Ionosphere ngt 77

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1977 | | pagina 4