praktische probleem. „Traditioneel onderwijs"
kenmerkt zich door kennisoverdracht van docent
naar student, vanuit de theorie en is meestal op één
vak gericht: van integratie van vakken is zelden
sprake. Projectonderwijs is een vorm van onderwijs
waarbij de groepsleden met de beperkingen van
eenzijdige vakkennis geconfronteerd (kunnen) wor
den en waarbij zij de waarde van de opgedane
kennis (kunnen) leren kennen.
Door deze student-gerichtheid en eigen verant
woordelijkheid is het voor de groepsleden belangrijk
dat ze het vermogen bezitten zelfstandig te kunnen
werken. Het is niet zo dat projectonderwijs wat
deze eigenschap betreft minder eisen stelt dan
traditioneel onderwijs.
Deze probleemgerichte werkwijze is ons erg goed
bevallen, we hebben de genoemde voordelen die
eruit voortvloeien duidelijk ingezien.
De onder b. genoemde doelstelling (leren werken in
een team) sluit aan bij het begrip groepsdynamica.
Als we „dynamica" letterlijk vertalen dan verstaan
we onder groepsdynamica de studie van de „bewe
ging" (gedrag, werkwijze etc.) van de groep als ge
heel en van de „bewegingsverschijnselen" (onder
linge verhoudingen, taakverdelingen, manier van
vergaderen etc.) binnen de groep. Deze doelstelling
is er niet een, die er zo maar zo'n beetje bij hangt,
integendeel: het enigszins leren samenwerken is een
voorwaarde voor het welslagen van zo'n project.
In aansluiting op deze algemene doelstelling voor
projectonderwijs, heeft de groep dan ook bij de
aanvang van dit project een eigen niet-onderwerp-
gebonden doelstelling geformuleerd: het leren samen
werken in een groep. Deze doelstelling werd verder
gespecificeerd met elementen als: 't aanbrengen van
een goede werkverdeling, het zich in woord en ge
schrift uitdrukken, goed en onbevooroordeeld luis
teren, kritiek (durven) geven en verwerken, voor
zitten van een vergadering en bevredigende besluit
vorming (consensus).
Na afloop van dit project hebben we geconstateerd
dat we m.b.t. deze punten veel geleerd hebben. De
meesten onder ons hadden van vergadertechniek
weinig kaas gegeten en hebben gedurende deze drie
maanden daar wat meer ervaring in gekregen, dat
ngt 78
geldt in het bijzonder ook voor het leiden van een
vergadering. Verscheidene groepsleden hebben
m.b.t. mondelinge en schriftelijke verslaggeving
duidelijk vooruitgang geboekt; zo zijn er nog veel
meer zaken te noemen.
We hebben gezien dat projectonderwijs m.b.t. dit
soort eigenschappen en vaardigheden gebreken kan
aanwijzen die elders in de studie nauwelijks of niet
aan het licht komen. Ook wat dit betreft onder
kennen wij dus de waarde van deze onderwijsvorm,
vooral ook omdat dit voor ons het eerste project na
een traditionele basisstudie van drie en een half jaar
was. Het is beter dat je tijdens de studie tekort
komingen m.b.t. dit soort eigenschappen en vaar
digheden (waarvan je toch mag verwachten dat
elke academicus er in behoorlijke mate aan voldoet)
signaleert, dan bijv. pas bij het afstuderen of in de
beroepspraktijk. Het zal duidelijk zijn dat wij vinden
dat een project als dit, zowel vanwege z'n probleem
gerichte aanpak als vanwege de groepsdynamische
leeraspecten, beslist in een vijfjarige ingenieursoplei
ding thuis hoort. We hopen dan ook dat de afdeling
Geodesie er voor waakt dat het in het nieuwe
studieprogramma opgenomen project niet ont
aardt in case-studies of iets dergelijks, want dat is
toch héél iets anders!