Met de realisatie van een deelproject in de provincie Zeeland zal in 1978 worden begonnen. Dit deel project heeft de bedoeling om met deze geautomati seerde registratie de nodige ervaring op te doen. Uiteraard zal tijdens de uitprobeerperiode de manu- ale boekhouding voorlopig nog blijven bestaan. In zijn algemeenheid voorspel ik, dat de komende automatisering voor veel werkers in de frontlijn van de dienst van grote invloed zal zijn op hun dagelijks werkpakket. Aan de personele problemen zal vóór en tijdens de invoering dan ook grote aandacht besteed dienen te worden. Want belangrijker en boeiender dan de techniek is naar mijn mening de mens, waar alles tenslotte om draait. Van deze automatisering zal gebruik gemaakt kun nen worden om te komen tot uitbreiding van de informatieverstrekking in een aantal richtingen. Hierbij kan gedacht worden aan kartografische, juridische en administratieve gegevens, maar ook aan informatie met betrekking tot de feitelijke terreinsituatie en zelfs de bestemming van de gron den. En ook gegevens over de personen en gezinnen kunnen worden opgehangen aan de kapstok van het kadastrale perceel. In Zweden is dit in het district Upsala reeds een realiteit, zeer ten voordele van de planologie. [n de beste traditie van de dienst staat bij een even tuele uitbouw van de bestanden de betrouwbaarheid van de te verstrekken gegevens centraal. Terwijl het verder duidelijk is dat de bredere, meer actuele en ook snellere informatiestroom zich moet richten op de ontwikkelingen in de maatschappij. De groei van onze bevolking, de verstedelijking, de industria lisering, de verdichting van het wegennet, de ont wikkelingen in de recreatieve sfeer, de veranderde maatschappij-opvattingen over de stedelijke kernen, maar zeker ook over de landelijke gebieden, waar nieuwe ideeën over milieubesef overal ingang heb ben gevonden, de groeiende waardering voor natuur en landschap in zijn samenhang en afwisseling, dat alles maakt dat er aan ruimtelijke ordening, plan ning en goed beheer steeds grotere behoefte bestaat. Waarbij de strijd om de voorrang tussen de diverse bestemmingen zich op vele terreinen duidelijk mani festeert. Dit alles vereist een goed doordacht, een goed gefundeerd en wijs bestuurlijk beleid. En om dat te kunnen voeren, dient de overheid - op alle drie niveaus - over zo goed mogelijke basis informatie te beschikken. De kadastrale dienst kan door middel van haar geautomatiseerde systemen in die behoefte in belangrijke mate voorzien. Dat is in 1973 dan ook één van de belangrijkste argumen ten geweest om de dienst onder te brengen bij het Ministerie dat verantwoordelijk is voor de ruimte lijke ordening. Ontwikkelingen buiten onze lands grenzen - met Zweden als koploper - gaan alle in dezelfde richting. Het is bijzonder nuttig om deze ontwikkelingen in de komende tijd te blijven volgen en de daarop gerichte - zorgvuldig opgebouwde - internationale contacten te handhaven. Persoonlijk heb ik er altijd veel van geleerd. Landinrichting en stadsvernieuwing Een volgend en dus vijfde aspect waarop ik in relatie tot mijn visie op de ontwikkeling van de taakstelling van de dienst wil wijzen is het navolgende. Sedert de totstandkoming van de ruilverkavelingswet is er binnen de dienst een ontwikkeling op gang gebracht van de toen bestaande vrij passieve informatie verstrekking en informatieverwerking naar een ac tieve dienstverlening. Die tendens zal zich in mijn gedachten in versterkte mate voortzetten. Ik denk daarbij in de eerste plaats aan de inrichting, maar toch ook aan de voorbereiding van de planvorming. Op het terrein van de inrichting heeft de Dienst een unieke en langjarige ervaring. De laatste jaren heeft de automatisering ons nog meerdere mogelijkheden gegeven. Door middel van het zgn. ATOR-systeem - oorspronkelijk ontworpen voor de uitwerking van het plan van toedeling in de ruilverkaveling - kun nen ook in de voorbereidingsfase in principe de infrastructurele, cultuurtechnische en landschappe lijke planelementen in relatie worden gebracht met de gewenste verbetering van de landbouwstructuur. Door wijziging in uitgangspunten en modelvorming kunnen alternatieve oplossingen worden gegeven, die daarna in het bestuurlijke vlak tegen elkaar kunnen worden afgewogen. Dit afwegingsproces - vanuit het ATOR-systeem - kan in principe toe pasbaar gemaakt worden voor de ruimtelijke orde ning in diverse gebieden. Gegeven deze ervaring en deskundigheid en recente ngt 78

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1978 | | pagina 15