pleging van de registers door het ontbreken van een
kadastrale aanduiding erg ingewikkeld en tijd
rovend.
In het voorgaande zijn de (beëdigde) particuliere
landmeters al ter sprake gekomen. Hiervan zijn er 19
in Suriname. Zij hebben een opleiding van hoog
niveau gehad, die te vergelijken is met de opleiding
voorciviel-Iandmeterin Nederland. Sinds 1950 be
staat deze opleiding echter niet meer in Suriname.
Geodetisch ingenieurs kunnen in Suriname wel
beginnen als particulier landmeter.
Landmeter is in Suriname een beschermd beroep;
hij wordt beëdigd door de gouvernementslandme
ter, die tevens hoofd is van de Dienst der Domeinen.
Hierdoor en doordat zij een sterk verenigde groep
vormen, nemen de landmeters een machtige positie
in Suriname in. Bij de overdracht of vestiging van
rechten op onroerend goed moet er vrijwel altijd
eerst de landmeter bijgehaald worden om een veld
werk te maken. Hij is verplicht zijn veldwerken af te
geven op het Domeinkantoor. Dit gebeurt echter
niet altijd. Grensdelimitatie geschiedt door de
landmeters; grensaanwijzing door partijen zoals in
Nederland komt in principe niet voor.
Tot zover de huidige situatie.
5. De opzet van het vastgoedsysteem
In het voorgaande is beschreven, dat door het ont
breken van een goede vastgoedregistratie, de rechts
zekerheid niet bepaald optimaal is in Suriname.
Verder vinden wij, dat de opzet van een vastgoed
systeem moet voldoen aan een aantal voorwaarden,
die in het algemeen aan ontwikkelingsprojecten
gesteld worden. Dit resulteerde in de conclusie, dat
begonnen moet worden met een vastgoedsysteem
enkel en alleen ten behoeve van de rechtszekerheid.
Dit kost het minste geld, is het eenvoudigst en Suri
name kan er ervaring mee opdoen, voordat over
gegaan wordt op een vastgoedsysteem met een
ruimere doelstelling, waarvoor meer geld, kennis en
ervaring nodig is om het op te zetten en bij te hou
den. Dit betekent voor ons ook, dat geen automati
sering toegepast moet worden. De opzet zal ge
faseerd moeten gebeuren en begonnen zal moeten
worden in Paramaribo.
Als tot de opzet van een vastgoedsysteem overgegaan
wordt, zal men moeten beginnen met het bepalen
van de percelen en hun grootte, het opmeten en in
kaart brengen hiervan, het opsporen van de recht
hebbenden en het vaststellen van de rechten en
lasten op de percelen. Om dit op verantwoorde
wijze te kunnen doen, zal er veel publiciteit aan ge
geven moeten worden b.v. via de massamedia en
voorzover mogelijk door persoonlijke aanschrij
ving. Verder zal een Plaatselijke Commissie een
nuttige functie kunnen vervullen. Dit alles om de
mensen op de hoogte te brengen van wat er gaat
gebeuren, zodat ze in staat zijn hun rechten naar
voren te brengen en hun medewerking te verlenen.
Dit opsporen van rechthebbenden zal overigens
niet zo eenvoudig zijn, omdat veel mensen al in bijv.
Nederland wonen. Is dit allemaal gebeurd, dan
dienen de resultaten ter visie gelegd te worden,
waarbij de mogelijkheid van beroep in ieder geval
aanwezig moet zijn. Daarna kunnen de gegevens
definitief in de registers ingeschreven worden.
Wat betreft de openbare registers zullen enige daar
van bij de invoering van een kadaster overbodig
worden of een andere vorm moeten krijgen. Wel
dienen te blijven bestaan het dagregister, het over-
schrijvingsregister en het inschrijvingsregister (t.b.v.
inschrijving van hypotheken). Een kadastrale ad
ministratie, waarvan het perceelnummer de verbin
dende schakel is tussen kaarten en registers, kan
eenvoudige raadpleging van deze registers mogelijk
maken, tenminste als het perceelnummer ook in
de akten gebruikt wordt.
De kern van de administratie van het juridisch
kadaster zal naar onze mening het perceel moeten
zijn en niet de tijdelijke rechthebbende. Het per-
ceelsregister zal de volgende inhoud moeten hebben:
a. De zakelijk gerechtigde(n), adres, woonplaats
en aard van het recht.
b. De bron van het recht, dus verwijzing naar de
akte.
c. De locale aanduiding van het perceel. Hierbij
valt te denken aan straat, huisnummer e.d. Dit
vergemakkelijkt de raadpleging door het pu
bliek in belangrijke mate.
ngt 78
7