ngt 78
heid, de oorspronkelijke kwaliteit van de „Géomè-
tre-Expert", van groot belang is
III. Welwillendheid t.o.v. leerlingen en stagiaires:
- hij moet een verdraagzame houding aannemen tegen
over leerlingen, maar tegelijkertijd openhartigheid
en beginselvastheid eisen
- de theoretische vorming van de stagiaires toetsen en
indien nodig aanvullen
- ter beschikking stellen van gegevens
IV. Hoffelijkheid tegenover de klanten:
- nauwgezetheid in de uitoefening van zijn beroep is
een eerste vereiste
- hij moet zich houden aan wettelijke verplichtingen,
volgens de regels van het beroep en van beleefdheid
handelen
- hij moet proberen te vermijden dat de cliënt on
nodig uitgaven doet
- zijn kwaliteiten betreffende hoffelijkheid en vaardig
heid in zijn beroep garanderen zijn cliënt serieus
werk van goede kwaliteit en juiste prijs
V. Eer en eerlijkheid tegenover zijn volk:
- binnen de mogelijkheden van zijn middelen werken
aan objecten van algemeen belang
- in het buitenland, de verplichtingen gesteld aan zijn
beroep in dat land waar hij werkt, respecteren
VI. Eerlijkheid en hoffelijkheid tegenover zijn collega's.
De „Géomètre-Expert" behoudt tegenover zijn colle
ga's een loyale en hoffelijke houding. Hij onthoudt
zich van alle oneerlijke concurrentie, zoals:
- het direct of indirect benaderen van een cliënt van
zijn collega, om voor zich zelf reclame te maken
- het accepteren van steekpenningen
- pogingen doen om het personeel van een collega
over te nemen („wegkopen")
- onderhandelingen laten voeren door een oud-ver
tegenwoordiger van een overheidslichaam in het
gebied waar hij ambtelijke functies heeft vervuld
VII. Onafhankelijkheid t.o.v. zijn partners:
- hij moet in alle omstandigheden volledig onafhanke
lijk en verantwoordelijk blijven
VIII. Toegewijdheid aan de algemene belangen van het be
roep en verbondenheid met zijn beroepsorganisaties:
- deelnemen aan het beroepsonderwijs of actief zijn
als gecommitteerde bij examens
- als hij door zijn beroepsgenoten gevraagd wordt,
accepteert hij diverse functies - zelfs belangeloos -
in organisaties die de kwaliteit van het beroep hand
haven en bevorderen.
Ir. A. Urban
COMMISSIE 5 (SURVEYING INSTRUMENTS AND
METHODS)
In commissie 5 van de FIG worden „instrumenten en me
thoden" behandeld, onderwerpen die een voortdurend uit
dijend gebied beslaan. Het technische programma van com
missie 5 was traditiegetrouw overladen. In totaal vonden
15 zittingen plaats waarin 56 invited papers en omstreeks 40
personal papers werden gepresenteerd. In de papers werd
een grote verscheidenheid aan onderwerpen behandeld. Ge
zien deze grote verscheidenheid en het relatief hoge peil van
de papers werd tijdens het congres meermalen de vraag ge
steld of de huidige werkwijze van de FIG, met name in com
missie 5, wel effectief is. Prof. Matthias, de Zwitserse voor
zitter van groep B (commissies 4, 5 en 6) en toekomstig FIG-
president, ging in zijn „keynote address" dieper in op enkele
organisatorische en technische vraagstukken. Hij besprak de
relatie van de FIG tot de IAG, de ICA en de ISP en deed en
kele suggesties m.b.t. de toekomstige verdeling van de papers
over de verschillende commissies.
Door de grote verscheidenheid aan onderwerpen was het
niet steeds mogelijk per zitting een evenwichtig programma
samen te stellen. Toch kwamen enkele hoofdthema's duidelijk
naar voren
1.
Puntsbepaling, Berekeningen, Vereffening
20 papers
2.
Automatisering in de kartografie
15 papers
3.
Vastgoedsystemen
14 papers
4.
Elektronische afstandsmeting
6 papers
5.
Satelliet-geodesie
5 papers
6.
Automatisering van de waterpassing
5 papers
Voorzitter Adler (Israël) van commissie 5 had getracht de
belangrijkste ontwikkelingen op de verschillende onderdelen
van het vakgebied naar voren te laten brengen via enkele
„state of art" papers.
Zo gaf Bogaerts in een voordracht, getiteld „Land Data
Systems" een algemene beschouwing over vastgoedsystemen.
De betreffende zitting, die geheel aan vastgoedsystemen was
gewijd, stond onder leiding van Van Gent.
Vermeldenswaard is verder de bijdrage van Rutscheidt (U.S.),
die de in de V.S. gangbare satelliet-systemen en de in de
naaste toekomst te verwachten ontwikkelingen besprak.
Ashkenazi (G.B.) ging in een algemene bijdrage in op de
mogelijkheden van de satelliet-geodesie voor de puntsbe-
paling.
Konecny (D.) gaf een indrukwekkend overzicht van de ont
wikkelingen op het gebied van de numerische fotogram-
metrie. Een belangrijke voordracht was ook die van de
Amerikaan Penney: „Cartographic automation and digital
data standardization in the U.S.A.".
Behalve de voordracht van Bogaerts was er in commissie 5
een Nederlandse bijdrage van Polman die zijn samen met
Denekamp geschreven paper „Testing procedures in detail
measurement" presenteerde waarbij hij inging op de toet
singen in het systeem detailmeten (D 76).
De algemene indrukken die overblijven na de zittingen van
commissie 5 zijn:
1. In vele landen wordt nog immer veel aandacht besteed
aan de theoretische aspecten en rekentechnische proble
men van de hogere orde puntenvelden.
2. In de westelijke landen bestaat een grote belangstelling
voor de ontwikkeling van Land Informatie Systemen.
3. Na een periode waarin de computer en de tekenautomaat
bij vele diensten en instellingen werden ingeschakeld in
het bestaande produktieproces voor kaartvervaardiging
staat thans de ontwikkeling voor de deur naar een meer
geïntegreerde aanpak van de kartografische informatie
verwerking.
4. De ontwikkelingen op het vakgebied der fotogrammetrie
worden thans gedomineerd door de trend naar digitale
verwerkingsmethoden waarbij interactieve grafische
beeldschermen een belangrijke rol vervullen.
Vermeld zij tenslotte dat een aantal landen de goede ge
woonte heeft de ontwikkelingen op het vakgebied in het be
treffende land in een nationaal rapport samen te vatten. Voor
commissie 5 was een dergelijk rapport van een tiental landen
beschikbaar. Met name het Amerikaanse en Duitse rapport
bieden de mogelijkheid een goed algemeen overzicht te ver
krijgen. Vooral het Amerikaanse rapport geeft een goede in
druk van de geweldige technologische ontwikkelingen die ons
vakgebied sterk in beweging houden.
ir. L„ A. Koen
31