invoeren van subsystemen, die in Zweden koppelbaar zijn
door gebruik te maken van een persoonsnummer en wat de
grond en de opstallen betreft, van het kadastrale perceel.
Aan het kadastrale perceel worden voor de plaatsbepaling
nog de coördinaten van het middelpunt van het perceel toe
gevoegd. Door combinatie van gegevens is in Zweden een
„land data bank", een geautomatiseerd kadaster tot stand
gebracht, waarin wel meer bijzonderheden worden vermeld
dan b.v. in ons kadaster. De kaart en in het bijzonder de the
matische kaart, die met behulp van de moderne methoden kan
worden gemaakt, is nog steeds van uitermate groot belang bij
de verstrekking van inlichtingen.
De directeur van het OICRF meldde in zijn rapport de vele
activiteiten van zijn bureau in de periode 1974-1977.
Verder werden tijdens de zitting twaalf rapporten uitgebracht,
waarvan zeven het Kadaster tot onderwerp hadden. Vier
zittingen waren voor de behandeling van de rapporten be
schikbaar. Men zou verwachten dat twintig minuten per
rapport wel voldoende is om een discussie te voeren. Er ging
echter te veel tijd verloren met het presenteren van het rap
port. Als de voorzitter begint met het volledig voorlezen van
zijn rapport en daarmee al zijn beschikbare tijd overschrijdt,
is het moeilijk aan anderen, die de roem van hun land mogen
hoog houden, beperkingen op te leggen. In enkele gevallen is
dit gelukt; een groot aantal heeft de tijd gevuld met het voor
lezen van het rapport, zodat voor discussie geen of zeer wei
nig tijd overbleef.
Het eerste rapport van Nigeria en het laatst uitgebrachte
rapport van Turkije over resp. „The principal land tenure
systems of Nigeria and the prospects of Nigeria having a
national cadastre" en „Der Kataster und die Boden- und
Landwirtschaftsreform in der Türkei", lieten geen tijd over
voor enige discussie. Het „meerdoelenkadaster" (wat een
lelijk woord), laten we zeggen het maatschappelijk kadaster,
stond sterk in de belangstelling: de evolutie van bestaande
kadasters naar een modern kadaster, behandeld door prof.
Larsson, is vermeldenswaard. Greulich (Verenigde Staten)
vermeldt de pogingen die in Amerika worden gedaan om in
1980 met een passend voorstel te komen voor een kadaster.
Politieke en technische opvattingen oefenen op het tot stand
komen van een kadaster grote invloed uit. Opvallend is al de
titel van dit rapport: „201 years of voluntary land recording
- cause and effect of random systems", waarin de noodkreet
wordt geslaakt: „How to bring an archaic land information
system into the space age?". Een zeer lezenswaardig rapport!
In Canada is men bezig voor de provincie New-Brunswick,
e.a., een „multipurpose" kadaster op te zetten. Omstreeks
1965 kwam men op deze gedachte; het geodetische en karto-
grafische raamwerk is gereed en een registratieprogramma
voor informatieverwerkingen -verstrekkingeveneens. In 1971
heeft men een baten-kostenstudie verricht, die evenwel
opnieuw ter hand is genomen om inzicht te verkrijgen in de
kosten en baten, die een dergelijk kadaster bij uitbreiding van
taken met zich brengt. Voor zover mij bekend is dit de enige
studie die de economie van een kadaster tot onderwerp heeft.
Finland, Polen, België en Groot-Brittannië leverden bijdragen
over de ontwikkelingen op het gebied van de landinrichting.
Batz (West-Duitsland) gaf een interessante beschouwing over
„Gültige oder vorgesehene Massnahmen in den verschiedenen
Landern, um die Entwicklung des landlichen Grundbesitzes
nach der Neuordnung zu kontrollieren". Daar een door Batz
verzonden vragenlijst aan 29 leden weinig respons vond,
heeft hij getracht, uit zijn eigen invalshoek de problemen te
belichten. Zijn poging is m.i. goed geslaagd.
Twee gemeenschappelijke zittingen werden gehouden met
commissie 5hier werden elf rapporten ingediend, vrijwel alle
betrekking hebbend op „Land information systems". D.w.z.
dat door commissie 5 zaken te berde werden gebracht en
soms oude zaken herkauwd, die tot het werkgebied van com
missie 7 behoorden. Een gemengde zitting met commissie 6,
met zes rapporten over het leidingenkadaster, kostte onze
commissie eveneens tijd, die we beter in de eigen commissie
hadden kunnen besteden.
Het „bestuur" van commissie 7 heeft in een gesprek met de
leider van groep C en van groep B verzet aangetekend tegen
deze gang van zaken. Prof. H. Matthias (Zwitserland) had, als
leider van groep B, in zijn „keynote" voor groep B al bezwa
ren bekend gemaakt tegen een ontwikkeling, waarbij com
missies van zijn groep, volgens hem, buiten hun boekje waren
gegaan. Prof. Matthias wil niet het aantal zittingen van groep
B ten koste van de groepen A en C uitbreiden, maar het aantal
„invited papers" beperken en het aantal speciale onderwer
pen verminderen. De onderwerpen van de sectie „Multi-
Purpose-Cadastre" moeten in commissie 7 worden behandeld.
Verwacht kan worden dat voor het volgende congres de
gang van zaken beter zal zijn dan tijdens het congres in
Stockholm.
Commissie 7 heeft besloten voor het komende congres de
volgende onderwerpen in studie te nemen:
a. The registration of titles and deeds in relation to cadastre
- Rapport: mr. J. L. G. Henssen.
b. Numerical cadastre as the basis of a general system of
information - Invited paper by mr. Peitrequin.
c. The content and utilization of a land data bank - Rappor
teur: dr. Simmerding.
d. Present trends in the laws and regulations of land manage
ment in rural areas - Rapporteur: dr. A. de Leeuw.
e. The practical applications of technical procedures of
modern remembrement - Rapporteurs: dr. Hopfer,
dipl. ing. Batz and mr. Ordoquy.
Voor het laatste onderwerp, waarbij in het bijzonder de pla
nologische en stedelijke maatregelen in plattelandsgebieden
bij ruilverkaveling zullen worden bestudeerd, zijn rappor
teurs uit Polen, Duitsland en Frankrijk aangetrokken. Mis
schien dat deze studie ons ook inzicht geeft in de techniek van
de stedelijke ruilverkaveling.
G. F. Witt
INSTRUMENTENTENTOONSTELLING
De instrumentententoonstelling was bij dit congres duidelijk
soberder dan 3 jaar geleden in Washington. De toen gepre
senteerde interactieve grafische systemen waren deze keer
nauwelijks vertegenwoordigd. Waarschijnlijk spelen de hoge
installatiekosten hierbij een rol, terwijl de tentoonstelling van
vorig jaar ter gelegenheid van het congres van de Internatio
nal Society of Photogrammetry (ISP) de fabrikanten reeds de
gelegenheid bood hun apparatuur te tonen.
In dit verslag zal daarom geen aandacht worden geschonken
aan fotogrammetrische apparatuur.
Een grote verrassing was de presentatie van een aantal nieuwe
elektronische tachymeters die duidelijk een nieuw tijdperk
inluiden.
De trend naar gedecentraliseerd computergebruik bleek
onder meer door de presentatie van verschillende tafel
computersystemen en kartografische werkstations, gebaseerd
op coördinatenlezers, waarmee conversationele werkmetho
den kunnen worden ontwikkeld. De prijs/prestatie-verhou
ding van deze apparatuur wordt nog steeds gunstiger.
Meetinstrumenten
De grootste verrassing van de tentoonstelling was het 3820 A
Electronic Total Station van Hewlett-Packard. In dit instru
ment is een elektronische secondentheodoliet gecombineerd
met een elektronische afstandmeter en een microprocessor
tot een compact systeem. Het instrument behoeft slechts met
een doosniveau te worden gehorizonteerd omdat de hoek
meting automatisch wordt gecorrigeerd voor lichte afwij
kingen. De hoekmeetresultaten worden binnen 2 seconden
ngt 78
33