Agenda wij hopen voor zichzelf. In de laatste kolom van de tabel is aangegeven wat de Afdeling doet, of kan doen aan de verschillende onderdelen. Wat betreft de verdeling van de zee is er buiten het continentaal plat tot nu toe weinig geregeld. De problemen zijn daar nog hoofdzakelijk van poli tieke aard. In de niet zeer verre toekomst zullen de kwesties van de grenzen en van het vastgoed zeker van belang worden voor de Vakgroep „Toegepaste en planologische geodesie". De verdeling komt nu wel ter sprake in diverse commissies. Ook de detec tie van pijpleidingen in de bodem van de zee houdt verband met wat we verdeling noemen. Een begin is gemaakt met een theoretisch akoestisch onder zoek op dit gebied. De plaatsbepaling op zee vindt in hoofdzaak plaats met radiogolven door de lucht èn akoestische sig nalen door het water. De theorie van de voortplan ting van radiogolven wordt dan ook op ons labora torium bestudeerd. Hierbij blijkt experimentele ondersteuning onmisbaar. Gedacht wordt ook aan de stochastische modellen (collocatie). Ook de inte gratie van verschillende systemen moet onderzocht worden (o.a. doppler-, sonar- of traagheidsnavigatie met radiosystemen). De plaatsbepaling met dopplersatellieten wordt voorlopig experimenteel onderzocht. Het ligt in de bedoeling ook de theoretische ondergrond nader te bestuderen. Als aanzet voor de studie van de akoes tische plaatsbepaling is een overzichtsdiktaat ge maakt van de theorie en de toepassingen van de onderwaterakoestiek [1], Om dieper in de onder- waterakoestiek door te dringen zal getracht worden een bijdrage te leveren in de theorie van de slib- loding, waarbij het de bedoeling is om uit de sig nalen van een echoloding gegevens te verkrijgen over de meestal aanwezige sliblaag. In de tabel staat dit onderzoek achter de topografie van de bodem. De waterdiepte is van belang voor de zeevaart, voor technische werken (baggeren, platforms, enz.) en voor de oceanografie. Voorlopig zien we geen urgente punten van geodetisch onderzoek op dit gebied. Het ecpiipotentiaalvlak en het zeeoppervlak hangen nauw samen. Het zeeoppervlak verschilt zelden meer dan enkele meters van een equipotentiaalvlak. Juist die kleine verschillen zijn dikwijls van belang in verband met zeestromingen, dijkhoogtes, enz. Voor de geodesie is echter ook de ruimtelijke vorm van deze vlakken van belang. Een grondige studie van de oceanografische berekeningen van de „zee hoogten" is zeker van groot belang voor de geodesie (tegenspraak tussen oceanografisch oppervlak en de waterpassing, zie bijvoorbeeld [2]). Nauwkeurige hydrostatische waterpassing over de bodem van de Noordzee lijkt technisch mogelijk maar is wel kost baar en niet van urgent belang voor de maatschappij. Voor de bepaling van het zwaartekrachtsveld kan men gebruik maken van de zeegravimetrie en de astronomische bepalingen op vaste platformen in de zee. Een satelliet-hoogtemeter kan in principe de ruimtelijke vorm van het zeeoppervlak bepalen, mits de posities van de satelliet nauwkeurig bekend zijn. Hierbij kan de laserapparatuur van Kootwijk een belangrijke bijdrage leveren. Om de struktuur, de temperatuur of de vervuiling van het zeeoppervlak te bepalen wordt gebruik ge maakt van remote sensing technieken, die bij de groep fotogrammetrie bestudeerd kunnen worden Literatuur 1. Jong, G. de en J. C. de Munck, Onderwaterakoestiek, Lab. voor Geodesie, Delft 1975. 2. Fisher, I., Mean sea level and marine geoid, Marine Geodesy, no. 1, (1977), p. 37-59 23-26 mei 1978 Studiedagen Nederl. Vereniging voor Kartografie Onderwerp: Kaartproduktie De Lutte/Enschede 2 juni 1978 Studiedag NVG/NVK Automatisch kartografie en gegevensanalyse Internationaal Agrarisch Centrum Wageningen 26 juni 1978 Nederlandse Vereniging voor Kartografie Algemene ledenvergadering Lezingen over geologische kartering en kaarten Leiden 46 ngt 78

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1978 | | pagina 4