Invloed van de bodem op de nauwkeurigheid van radioplaatsbepaling* G. de Jong 1 Inleiding Bij de nauwkeurige plaatsbepaling op zee wordt veelvuldig gebruik gemaakt van de hyperbolische plaatsbepalingssystemen zoals Hi-Fix en Sea-Fix. Deze systemen maken gebruik van radiogolven in de frequentieband van 1-3 MHz. Deze vrij laag- frequente radiosignalen planten zich langs het aard oppervlak voort met een snelheid die bijna gelijk is aan de lichtsnelheid. Uit de vergelijkingen van Maxwell, die het gedrag van de radiogolven be schrijven, volgt echter dat de grondgolf beïnvloed wordt door de eigenschappen van het aardopper vlak zoals geometrie en elektrische parameters. Hierdoor zal over land, achter eilanden en in de buurt van de kust de snelheid van de grondgolf af wijken van de uniforme snelheid van radiogolven boven een homogene aarde. Dit komt dan tot uiting in een verstoring van het hyperboolpatroon van het plaatsbepalingssysteem. Deze verstoringen kunnen enige tienden van lanes30m) bedragen en daar om is het voor een nauwkeurige plaatsbepaling met behulp van genoemde systemen van groot belang deze afwijkingen in het meetpunt te kennen. 2 Verstoring van het hyperboolpatroon Bij radioplaatsbepaling is men steeds geïnteresseerd in de aankomsttijden van signalen die door de af zonderlijke zenders van een plaatsbepalingssysteem worden uitgezonden. Of, wat op hetzelfde neer komt, men is geïnteresseerd in de fase van het sig naal. Omdat de elektrische eigenschappen van de bodem het signaal altijd vertragen, kan de totale fase cp gesplitst worden in een primaire fase (geba- seerd op de lichtsnelheid in een standaard-atmosfeer) en een secundaire fase (pc co <p r]ad (pc c waarin cp totale fase (in rad) co 2nf hoekfrequentie (in rad/s) met frequentie van de zender (in Hz) c 2.99792458 108 m/s lichtsnelheid in vacuum t]a brekingsindex van de lucht boven het aardoppervlak cl afstand tussen zender en ontvanger (in m) cpc= secundaire fasecorrectie. De secundaire fasecorrectie (pc bestaat uit de fase variaties tengevolge van de veranderingen in de brekingsindex van de lucht, de eindige elektrische impedantie van de bodem langs het traject en de fasesprongen die optreden bij de overgangen van bijv. land naar water. Om een indruk te krijgen van de invloed van de verschillende bodemstructuren op het fasegedrag van de radiogolven is op de basis lijn Master-Slave van de Sea-Fix-keten in Noord- Holland een aantal metingen uitgevoerd. Daartoe werd aan de hand van een grondsoortenkaart (fig. 1) een aantal geschikte meetpunten op de basislijn uit gekozen en in R.D.-coördinaten bepaald. Met be hulp van een Sea-Fix-ontvanger is vervolgens het faseverschil tussen de radiosignalen afkomstig van Master en Slave gemeten. Gebruikmakend van de eigenschap, dat het verschil in fase tussen twee punten op de basislijn van een hyperbolisch plaats bepalingssysteem alleen bepaald wordt door het tussen deze beide punten in gelegen traject, is in fig. SAMENVATTING Bij de afdeling Geodesie wordt onderzoek verricht op het gebied van de voortplanting van radiogolven. De reden hiervoor is, dat tengevolge van de invloed van de bodem op de voortplanting van radiogolven vrij grote verstoringen optreden in de hyperbool patronen van elektronische plaatsbepalingssystemen. Het onderzoek richt zich hoofd zakelijk op de vraag of met behulp van mathematisch-fysische modellen de fasecorrecties ten behoeve van de radioplaatsbepaling met voldoende nauwkeurigheid kunnen worden berekend. Omdat bij dergelijke berekeningen de elektrische eigenschappen van de ver schillende bodemstructuren vrij nauwkeurig bekend dienen te zijn, is voor het bepalen van deze grootheden een zogenaamde wavetiltmeter gebouwd. Bewerking van de toelichting op het onderzoek van de auteur voor de Commissie Wetenschapsbeoefening van de Afdeling Geodesie, T.H. Delft. ngt 78 47

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1978 | | pagina 5