planten. Aan het aardoppervlak daarentegen is de beïnvloeding zeer sterk, getuige de grote helling van het golffront boven land. Boven het wateroppervlak wordt het golffront echter gedwongen praktisch verticaal te staan. Uit fig. 4 volgt dan dat de fase van het golffront boven water de waarde aan moet nemen die het boven land al een tijdje terug bezat. Hieruit volgt dan ook dat het faseverloop in fig. 3b voorbij de scheiding land/water eerst afneemt en pas op grote afstand van de scheiding weer geleide lijk toe gaat nemen. 3 Voorspelling van fasecorrecties door middel van een propagatiemodel De in het voorgaande genoemde afwijkingen in het hyperboolpatroon zijn voor plaatsbepalingssyste men waarin vrij grote landpaden voorkomen meest al vrij gecompliceerd en daarom zal men in de prak tijk dan ook vrijwel altijd door middel van een zeer groot aantal ijkmetingen de grootte van deze af wijkingen in het werkgebied bepalen. Nu geldt in het algemeen voor fysische verschijnselen dat hoe meer men van het verschijnsel weet des te minder ijk metingen men nodig heeft om het verschijnsel nauw keurig te kunnen beschrijven. Om die reden is het dan ook aantrekkelijk om met behulp van een pro pagatiemodel de verstoringen van het hyperbool patroon ten gevolge van de bodeminvloeden te be rekenen. Daarom hebben we uitgaande van de ver gelijkingen van Maxwell, die het gedrag van radio golven beschrijven, een integraalvergelijking voorde veldsterkte afgeleid. In deze integraalvergelijkingen zit de invloed van de elektrische eigenschappen van de bodem en de overgangsverschijnselen die op de randen van de verschillende gebieden optreden, ver werkt. Door deze integraalvergelijkingen op te stellen langs de trajecten van Master naar ontvanger en van Slave naar ontvanger en de elektrische para meters van de bodem langs de betreffende trajecten in te voeren, kunnen we langs numerieke weg uit deze integraalvergelijkingen de secundaire fase correctie cpc berekenen en daarmee de lanecorrectie in het betreffende meetpunt bepalen. Als voorbeeld is met behulp van bovengenoemd numeriek pro gramma het fasegedrag berekend zoals dat door een ontvanger R aan boord van een schip zou worden waargenomen, als het op een constante afstand van de zender T achtei een eiland langs zou varen. In het bovenste plaatje van fig. 5 is de veldsterkte als functie van de hoek a weergegeven, terwijl in het onderste plaatje de secundaire fasecorrectie is uit gezet. De gestippelde lijnen geven het gedrag weer bij aanwezigheid van het eiland terwijl ter verge lijking in beide plaatjes ook het verloop is uitgezet indien het eiland niet aanwezig zou zijn (getrokken lijnen). Uit de figuur blijkt duidelijk dat de invloed van het eiland zich verder uitstrekt dan de hoek a0 van 5° die we op grond van geometrisch-optische over wegingen zouden verwachten. Dit wordt veroor zaakt door het feit dat de radiogolven niet alleen beïnvloed worden dooi de bodem op de verbin dingslijn zender-ontvanger, maar dat deze beïn vloeding zich uitstrekt over een gebied ter weers zijde van de verbindingslijn dat ellipsvormig is en de zender en ontvanger als brandpunten heeft (de zogenaamde Fresnelzones). 4 Wavetiltmeter Om met het bovengenoemde programma in de prak tijk te kunnen werken, zullen we de elektrische golffronten boven land veldsterkte voortplanting voortplantings snelheid v' fase vertraging de vrije ruimte nergie ansport Energie ranspo Verloop van de fase van radiogolf sprong in fase invloed eiland 0 2 4 6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30_ 12. 10.1 invloed eiland .1 - 100 m eiland 'r/«o— "r 0.002 mho/m zee /in 81, 2 mho/m Fig. 4. Verloop van het golffront bij land/waterovergangen 0 2 4^6 8 10 12 14 16 18 20 22 24 26 28 30 32 Fig. 5. Veldsterkte en fase van een radiogolf bij propagatie over een eiland 50 ngt 78

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1978 | | pagina 8