eigenschappen van de bodem (oppervlakte-impe- dantie) langs de verschillende trajecten moeten kennen. Omdat deze gegevens voor Nederland niet beschikbaar zijn, zullen we voor verschillende bodemsoorten deze elektrische parameters zelf moe ten gaan meten. De hiervoor benodigde apparatuur is echter ook al niet in de handel verkrijgbaar en daarom is bij de afdeling Geodesie zelf een zoge naamde wavetiltmeter (fig. 6) ontwikkeld. Het ap paraat bestaat uit een draaibare dipoolantenne die aan een ontvanger is gekoppeld die weer ingebouwd zit in het vierkante kastje. De signaalsterkte van het ontvangen signaal kan op de meter links worden afgelezen. Door nu de dipool te draaien totdat de meter minimaal signaal aanwijst, kunnen we op de verticale rand de hoek aflezen dat het golffront met de verticaal maakt. Zoals reeds bij fig. 4 is be schreven, is de helling van het golffront een maat voor de energie die in de bodem wordt geabsor beerd. Tevens wordt in deze stand de veldsterkte genoteerd. Door vervolgens de dipool 90° te draaien en opnieuw de veldsterkte af te lezen kunnen we behalve de stand ook de vorm van de polarisatie ellips bepalen (fig. 7). Uit de gegevens van de hel- lingshoek fi en de vorm van de polarisatie ellips berekenen we tenslotte de elektrische oppervlakte- impedantie van de bodem. Ter illustratie is in fig. 7 het verloop van de hellingshoek van een golffront afkomstig van de zender Hilversum weergegeven, als het de zeewering bij 's-Gravenzande passeert. Bij het beklimmen van het talud helt de golf sterk achterover en herstelt zich boven op de dijk. Op het strand zal weinig absorptie van energie optreden en daardoor staat het golffront daar ter plaatse praktisch verticaal. 5 Conclusies Getracht is de achtergronden te belichten waarom en hoe bij de afdeling Geodesie onderzoek verricht wordt op het gebied van de propagatie van radio golven. Het onderzoek richt zich hoofdzakelijk op de vraag of met behulp van mathematisch-fysische modellen de fasecorrecties ten behoeve van radio- plaatsbepalingssystemen voldoend nauwkeurig be rekend kunnen worden. Bepaalde onderdelen van het onderzoek zoals de wavetiltmeter en enige nu merieke programma's voor de golfpropagatie zijn op dit moment gereed. De volgende stap zal zijn deze onderdelen zorgvuldig uit te testen. Bij gunstige resultaten zal dan tot slot het geheel zodanig opera tioneel gemaakt dienen te worden dat het in de prak tijk zonder al te veel moeite toegepast zou kunnen worden. Fig. 6. Wavetiltmeter [i- 0.75° 1.39° polarisatie Lil I ellips /3= 19.2' weiland Fig. 7. Wavetiltmeting in het Arendsduin /3- 2.7° 8.20 NAP duinen strand ngt 78 51

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1978 | | pagina 9