m a 1 2 m s sin <p° c costp0 (O -cs De sluittermen zijn dan, zie (21): kl-ke kl-km 5?te-S?lm f-7 We hebben hier een lineair geval van het le stan daardvraagstuk, met (Mq) (0) dus: met, indien m 5: (ui) '1/L12-1/L15 -i/l12 0 0 1/L1S\ 1/L13-1/L15 0 -1/L,3 0 1/Ll5 v1/L14-1/L15 0 0 -i/l14 i/l15/ (24) De vereffeningscorrecties zijn dan; zie formule (7.13.3) in [3] - (.t/''J) (u) [(ui)(.t/'J) Nu kunnen de startgrootheden voor de tracébere kening worden bepaald uit elk tweetal punten (Pi, PjZie fig. 16: Ka Ki sin((p° 7t/2) Ya Yi+ë' cos(cp° n/2) Va Vij+lILiJ(èi-SJ) w. Dus: AXf cost/)0 A yA Afj e'sint/)0 (26) AtpA =A (pu+l/LiJ(ei-ëJ) Evenzo worden AXB, YB en Vb berekend uit een puntenpaar op de andere rechtstand, met benaderde waarde t/)00. 4.3 De sluittermen van de tracéberekening We beschouwen de formules (16); de hierin voor komende tracéparameters hebben de lengte-eenheid van het coördinaat-stelsel. Vooruitlopend op het in paragraaf (6.3) gestelde, gaan we nu over op dimen- sieloze parameters pJ i.p.v. PJ, volgens: -lengte: le LJLAB - kromming: ke Ke-LAB - cloth, par.: ae Ae-L2AB - middelpuntshoek We is reeds dimensieloos (zie fig. 17). Hierdoor gaan de sluittermen over in (zie 16): 2 K a LaB1 3f ab(---Pj ■■■>Va)~ K b Ya LABIYab(. ..p'. ,.,(pA)— Yb =(Pa I(Pab(-PJ-)-<Pb (27) 2 sinq>D\_XA LABIXAP~Xj)] cos VdLYa LabI yap— yB] IX, [Y en hp zijn nu de intervalfuncties van de pj (in plaats van de Pj van paragraaf (3.3)). Fig. 16. De bepaling van Xa, Ya en <pa uit twee van de aan de rechtstand gemeten punten en de daarbij horen de vereflfeningscorrecties. - CS Ll() 1 m (23) (25) 3 -R y M Fig. 17. De vier soorten tracéparameters (onbekenden in de oplossing van de tracévergelijkingen). In rechtstand (1): L In clothoïde (2)A In cirkelsegment (3): K en W De types L, A en K zijn facultatief. 72 ngt 78

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1978 | | pagina 14