kunnen machinaal berekend worden uit de coördi naten van de portaalmasten en de lijnvergelijkingen van het tracé. Van de hier geschetste methode is voor de geodeet essentieel, dat er wèl begrippen in optreden die als „aangrijpingspunt" voor criteria kunnen fungeren: men denke aan de uitzetmaten m en aan de hoek tussen twee op elkaar aansluitende koorden. Een artikel van NS-collega Esveld sluit op dit punt aan, en verschaft getalwaarden voor de gewenste precisies en toelaatbare modelfouten (NGT juni '78). berekening, en dan in 3.4 tot een overzicht van het hele rekenproces komen, met een eerste aanduiding van het invariantieprobleem. 3.1 Uitzetting via hulpgrootheden De aard van de uit te zetten en aan criteria te onderwerpen grootheden q - meestal functies van coördinaten - kan velerlei zijnlengte, hoek („recht heid" bijv.), allerlei functies hiervan. In veel prak tische situaties zal het eenvoudiger zijn om niet de functie g zelf, maar één of meer hulpgrootheden U uit te zetten, liefst korte lengtes vanuit goed gede finieerde permanente objecten (waarvan dan ook de coördinaten bekend moeten zijn). Getalwaarden voor U worden dan berekend als functies u van coördinaten (Ea): L< u(Ya)- We onderscheiden nu de uit te zetten grootheid g en de uitgezette grootheid C; er zijn meerdere hulp grootheden u', gegroepeerd in een functie/: G Q+f(ui)-f(Ui) (12) 3 Geodetische probleemstelling Indien de coördinaten van de (zijkant van) de por taalmasten en de lijnvergelijkingen van de gewenste tracélijn in een coördinaatstelsel bekend zijn, kan bij elk portaal de afstand m berekend worden; voorts kan, afhankelijk van de fractie v van de koordelengte bij elk werkpunt, bijvoorbeeld om de 5 m, de afstand p(v) van koorde naar boog worden berekend (zie fig. 5). We zullen nu criteria voor precisie en betrouwbaar heid pogen te formuleren op basis van een analyse van de uitzetting van deze grootheden. Vervolgens zullen we in paragraaf 3.2 ingaan op de tracé- Aangezien de uitzetmaten U' tot stand komen door „meting", dienen we deze op te vatten als stochas tische grootheden U'; zij zijn qua getalwaarde gelijk aan de berekende hulpgrootheden: U' uhieruit volgt dus, met (12): G g. g en de u' zijn functies van coördinaten Ya; in veel gevallen zal f(_u') splitsbaar zijn in: -g KY") zodat dan: g KD-fm koorde Dc bij de AL 280 behorende laserapparatuur. Fig. 5. Boven: de berekende uitzetmaten, alle loodrecht op de tracélijn. Onder: de uitzetgrootheden. D wordt gemeten door een detector van de schiftmachine. 66 ngt 78

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1978 | | pagina 8