en hiermee wordt (gQ')(rs), zie (39) (g'-'Ts) (uï)(giJ)(uzj)* (ge,)\ invariant! De vereffeningscorrecties worden: (zie 25) (ëó1"' +(gijYrs\u))\geT\-f) Met (39) en (40) wordt dit: (si)+(ri)(gir)(u))\gL'T '(-ƒ) (zie 38) (n) Trs) (g'n (u))\gez) -- f) </e) Volgens (41) worden de vereffeningscorrecties zo wel qua grootte als qua stochasticiteit beïnvloed door een S-transformatie. Een belangrijke factor in deze invloed is (gdit zijn de Arrw/jgewichts- coëfficiënten van de coördinaten van de punten P-t waaruit de rechtstand wordt vereffend, met die van Pr en Ps. Deze zijn in het algemeen van kleine grootteorde, dus is: (e'e) (0). De g':rs zijn echter /mo/r/gewichtscoëfficiënten indien men voor Pr, of voor Ps, (of voor beide) punten van de rechtstand kiest; in deze gevallen is de invloed van de S-trans formatie misschien niet verwaarloosbaar: de ver effende lijn loopt dan door één c.q. beide basis punten, aangezien de betreffende elementen van (g'J) gelijk zijn aan nul. Aan deze gevallen dient dus bijzondere aandacht te worden gegeven in de toepassingsberekeningen. Overigens is deze keuze van een rekenbasis in strijd met de wens om de recht standen uit meer dan twee punten te vereffenen - zij dient dus reeds om praktische redenen vermeden te worden. Opmerkingen 1. Toepassing van het tweede standaardvraagstuk voor de rechtstandvereffening zou singulariteit geven in de hiervoor aangeduide bijzondere ge vallen. In de berekening treedt dan namelijk direct de inverse van g,Jop; deze is dan singu lier doordat één of twee van de g" met de bij behorende rij/kolom, =0 zijn. In het eerste standaardvraagstuk daarentegen kunnen maxi maal m b (hier: 2 stuks) g" 0 zijn! Bovendien geeft het eerste standaardvraagstuk een veel helderder beeld van de effecten van een S-transformatie, vooral doordat de sluittermen ye invariant zijn. 2. Het is merkwaardig, dat men in de literatuur publikaties aantreft over „vereffening van rech ten" uit stochastische punten, waarin de af hankelijkheid van S-transformaties volslagen genegeerd wordt! Men zie bijv. Z.f.V. juni 1977, pag. 262 (Bopp en Krauss). 3. In (41) is (r') (Trs) invariant tegen translaties, evenals de overige factoren: teneinde in de vol gende paragraaf eenvoudige formules te ver krijgen maken we hiervan gebruik door de oor sprong in het snijpunt van de twee rechtstanden te kiezen, zodat, zie (37) en fig. (21): ^0 —cos (pA sin^ -cos (pB sin (pB 6.2. Startgrootheden tracéberekening We passen nu (33) en (41, 42) toe op de „startgroot heden" van de tracéberekening: zie (26); cA cos<pA; sA sincpA; etc. AA(;s) AX„ XaAk yaAco Ax° -ca[e" 0 -lA cA s/,)(ere)] AX A 4- XaAA -f- yAAoo -f- Aa* -}- ~cA(0 -1A cA sAW) Dus, met cAlA yA, wordt het effect van een S-trans formatie op \XA S{ AXa} XAAk yAA(o Ax° (0 fA Ca -cAsA)(er") Dus wordt: AXg) X BAAk+YBAAa> (0 yBA ca-c2b —casa cbsb)(erQ) (41) (r') 0 -/„ (42) (43) (44) ngt 78 79

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1978 | | pagina 5