Een grondbedrijf? Ja graag!
Eveline C. C. Beneder-Blitz in Eindhoven
1 Inleiding
„Maak het grondbedrijf eens even goed inzichte
lijk". Een alleraardigste opdracht (die ik 4 jaar ge
leden in Eindhoven kreeg), want voor mijn geestes
oog zag ik al direct de bijzonder nuttige gevolgen:
een gemeenteraad die een goed grondbeleid kan
gaan voeren, een goede afweging van mogelijkhe
den en prioriteiten in de stad, een doorbreking van
vooroordelen met behulp van de juiste gegevens,
enzovoort. De weg naar dat inzicht in het grond
bedrijf bleek echter een lange weg te zijn, met als
eerste mijlpaal het besef dat er een goed grond-
bedrijfs^itecn? moest komen. Waarna de ontwik
keling ervan en de opbouw nog kwamen. Alles bij
elkaar toch niet zo eventjes te doen.
Mag ik bekend veronderstellen wat een grondbe
drijf is? Het is het bedrijf (binnen een gemeente) dat
zorgt dat de plannen op het gebied van de ruimte
lijke ordening worden uitgevoerd; dat zorgt dat de
omvorming van de ene situatie (uitgedrukt in een
veelvoud van mens/grond relaties) naar een andere,
gewenste situatie plaats vindt. En, aangezien de
geodesie de wetenschap is van de verandering en de
bestudering van de relatie mens/grond, is een grond
bedrijf dus wel een schoolvoorbeeld van de prak
tij kgeworden geodesie.
2 De verandering van de stad
Het gaat in een grondbedrijf*, zoals gezegd, om de
veranderingdié staat centraal, en moet dus ook in
het grondbedrijfssysteem centraal staan. Als er geen
systeem is dat congruent is met het feitelijk gebeu
ren, dan kan het ook niet dienstbaar zijn aan het
beleid. Het beleid komt dan op de tocht te staan;
zonder goede gegevens zijn beleidsdaden evenzovele
slagen in de lucht. Daarentegen leidt goed inzicht
dikwijls zonder meer tot de juiste oplossing voor
problemen. Een grondbedrijfssysteem is dan ook
meer dan alleen een administratie; het is ook (mis
schien zelfs vooral) een wijze van aanpak, de be-
nadering van gegevens, een „creatieve bezigheid",
om met René van der Schans** te spreken.
Die verandering van de planologische structuur is
in het algemeen niet iets wat men in een jaar tijd
pleegt uit te voeren. Er gaan vele jaren overheen
voor een heel bestemmingsplan is uitgevoerd, als
het al helemaal wordt uitgevoerd. Meestal is het
halverwege al weer zo verouderd dat er al weer wij
zigingen (al dan niet volgens de wet) op komen;
soms voor heel kleine gebiedjes (zgn. postzegel
plannen), soms voor grotere, die half de oude over
lappen. Zo word je dan, als je op een bepaald
moment gaat kijken wat er in een grondbedrijf om
gaat, geconfronteerd met een grote massa plannen
die allemaal half af zijn. Op zich is dit nog niets om
je zorgen over te maken. Een stad in beweging
geeft betere mogelijkheden dan een volgebouwd en
onveranderbaar geheel. Maar als grondbedrijf zou
je dan wel steeds goed moeten weten hoe en wat er
gebeurt en nog gebeuren moet; het continue proces
moet zijn administratieve neerslag vinden in een
continu systeem. Er moet dus een grondbedrijfs
systeem zijn waarin je steeds op ieder moment kan
zien hoe het grondbedrijf economisch draait, hoe
veel en welke woningbouwmogelijkheden er in
voorraad of in voorbereiding zijn, wat de conse
quenties zijn als de hoogbouw stagneert, enzovoort.
Daarom zijn vier principes van belang.
3 Vier principes voor een grondbedrijfssysteem
3.1 Het principe van de continue tussenstand
Veelal wordt van het idee uitgegaan dat het grond
bedrijf alleen vóórdat een plan in uitvoering geno
men wordt, een economische uitvoet baarheids
beschouwing moet opstellen. Dit is weliswaar voor
de gemeenteraad een belangrijk gegeven bij het al
dan niet goedkeuren van het plan, maar het is vol
strekt onvoldoende als daar geen vervolg op komt.
Planuitvoering is geen statisch maar een continu
en dynamisch proces.
Het is om die reden dat in sommige gemeenten
(waaronder Eindhoven) een tiental jaren geleden
het principe van de continue tussenstand werd inge-
In dit verhaal wordt dus niét bedoeld het bedrijf dat in
sommige gemeenten ook grondbedrijf heet, en dat gron
den die hun eindbestemming bereikt hebben, in erfpacht
o.i.d. uitgeeft; vergelijkbaar met een woningbedrijf dat
woningen verhuurt.
N.G.T. oktober 1977.
98
ngt 78