Het ATOR-systeem toegepast in de voorbereidingsfase
van ruilverkavelingen en landinrichtingsprojecten
M. P. Moolenaar en W. H. de Vos
1 Inleiding
Landinrichting is een activiteit van de oveiheid, die
zich richt op de inrichting en het beheer van het
landelijk gebied. Naast elkaar worden daarbij in
hoofdzaak de belangen behartigd van de landbouw,
natuur en landschap en de recreatie. De uit deze
verschillende sectoren van het overheidsbeleid af
komstige belangen leggen een claim op de beschik
bare ruimte binnen een ruilverkaveling of land
inrichtingsproject. De bedoeling van de toepassing
van het ATOR-systeem (Automatisering Toe-
delings-Ontwerp Ruilverkaveling) in de voorberei
dingsfase van een dergelijk project is de gevolgen
van het ruimtebeslag voor de verschillende sec
toren zichtbaar te maken voor de ontwerpers van
het plan en de individuele rechthebbenden en de
mogelijkheden voor de verbetering van de land
bouwkundige structuur te beschrijven.
Het ATOR-systeem is in zijn oorspronkelijke opzet
bedoeld om de eerste fase van het toedelingsproces
in ruilverkavelingen met behulp van een computer
uit te voeren. Het gebruik van het systeem in de
voorbereidingsfase van ruilverkavelingen en land
inrichtingsprojecten leidt, afhankelijk van beschik
bare ruimte, niet-agrarische aanspraken, landschap
pelijke situaties en bestaande agrarische bedrijfs
structuur, tot inzicht in de toedelingsmogelijkheden
in de vorm van toedelingsmodellen. Het is mogelijk
verschillende alternatieve modellen te ontwikkelen
en tegen elkaar af te wegen.
De informatie aan belanghebbenden over inrich
tingsplan en toedelingsmodellen kan niet te ver in
gaan op de individuele eigendoms- en gebruiks
situaties, maar zal inzicht moeten geven in de ge
volgen van het landinrichtingsplan op de toede
lingsmogelijkheden voor de verschillende delen van
het gebied. Een te gedetailleerde informatie wordt
in de tijd achterhaald door nieuwe ideeën over en
uitwerkingen van de ontwikkelde plannen en door
mutaties in de eigendoms- en gebruikstoestand van
de in het onderzoek betrokken bedrijven.
In het navolgende zal aandacht worden besteed
aan de doelstelling van het toedelingsonderzoek en
zal een beschrijving van de verschillende fasen van
het onderzoek worden gegeven.
2 Doel van het toedelingsonderzoek
Het onderzoek naai de toedelingsmogelijkheden
kan, afhankelijk van het moment in de voorberei
ding waarop het onderzoek wordt uitgevoerd, ge
bruikt worden voor het opstellen van het plan of
vooi een objectieve beoordeling van de gevolgen
van het ontworpen plan op de structuur van de agra
rische bedrijven en de indeling van het gebied. Bij
verschillende mogelijkheden voor de toedeling kun
nen elementen in de planvorming tegen elkaar wor
den afgewogen, alvorens een redelijk alternatief
wordt gekozen.
Het zal duidelijk zijn dat het toedelingsonderzoek
snel moet worden uitgevoerd, om welke reden het
ATOR-systeem, dat oorspronkelijk ontworpen was
ten behoeve van het definitieve plan van toedeling,
wordt gebruikt in de voorbereidingsfase van ruil
verkavelingen en landinrichtingsprojecten. De toe
passing van het ATOR-systeem ten behoeve van
het toedelingsonderzoek is afwijkend van de nor
male toepassing.
Het gaat bij het toedelingsonderzoek om het loka
liseren van knelpunten in de toedeling, waarbij het
computersysteem slechts binnen een nauwkeurig
afgebakende ruimte zoekt naar oplossingen om deze
knelpunten weg te werken. De toepassing van het
ATOR-systeem ten behoeve van het op te maken
plan van toedeling is gericht op het vinden van op
lossingen voor geconstateerde over- en ondervra
gingen; in het plan van toedeling moet elk stukje
grond weer aan een eigenaar worden toegedeeld.
De inhoud en werkwijze van de ATOR-toepassin-
gen houden om deze reden verband met het doel
waarvoor het systeem wordt gebruikt en zijn tevens
afhankelijk van het element van de planvorming,
waarop het onderzoek zich richt.
3 Fasen in de toepassing van het systeem
De eerste stap bij het toedelingsonderzoek is de be
schrijving van de omvang van de bedrijven. Een
bedrijf wordt gedefinieerd als een eenheid, die een
bepaalde oppervlakte van het gebied gebruikt.
Op deze wijze vallen landgoederen en natuurbe
schermingsorganisaties ook onder het begrip „be
drijf".
102
ngt 78