Het gebied wordt nader ingedeeld in blokdelen. De
vorming van de blokdelen is afhankelijk van de
doelen, die men met het onderzoek nastreeft en
heeft een relatie met bestaande en ontworpen land
schappelijke en cultuurtechnische elementen.
Op grond van het (landbouwstructuur)beleid wor
den vervolgens bedrijfsmodellen opgesteld en
kriteria beschreven voor het structureren van de
bedrijven. De hiervoor genoemde begrippen zijn be
schreven in eerdere publikaties over het ATOR-
systeem [1],
Na structurering van de individuele bedrijven naar
de ontworpen bedrijfsmodellen worden de gegevens
ingevoerd in het ATOR-systeem, waarna een over
zicht van de knelpunten in de toedeling wordt ver
kregen. De knelpunten worden geanalyseerd, waar
na het mogelijk wordt alternatieven voor het aange
nomen bedrijfsmodel (of bedrijfsmodellen) te for
muleren of de planelementen, die uitgangspunt
vormden bij de blokdeelindeling, aan te passen. De
consequenties, motieven en conclusies moeten
worden vastgelegd.
Nadat een keuze is gemaakt welke oplossing de
voorkeur verdient kan eventueel het overboekings
proces worden toegepast teneinde een min of meer
sluitende toedeling te krijgen ten behoeve van de
verdere detaillering van de ruilverkavelingsplannen.
Fig. 1 geeft in schemavorm het bovenstaande weer.
4 Vastleggen van de bestaande toestand
De hiervoor aangeduide fasen behoeven een nadere
uitleg.
Wat men wil vastleggen is afhankelijk van de doel
stelling van het toedelingsonderzoek. Als we echter
aannemen, dat de in het blok gelegen bedrijven
moeten worden herverkaveld, dan dient te allen
tijde de inbrengsituatie van de bedrijven bekend te
zijn. Het gaat hierbij niet zozeer om eigendom en
eigenaar als wel om gebruik, bedrijfshoofd en be-
bedrijfsomvang. In deze fase worden ook de blok
delen (indeling van het gebied in delen, waarbinnen
de toedelingsmogelijkheden redelijk homogeen zijn)
gevormd. Als het toedelingsonderzoek zich richt
op b.v. de begroting van kavelaanvaardingswerken
of op de consequenties van een en ander voor de
landschappelijke aspecten, dan zal men ook hier
voor gegevens moeten verzamelen. In de landschap
pelijk gevoelige gebieden wordt in een dergelijke
situatie door het Staatsbosbeheer een landschaps
inventarisatie uitgevoerd. Het gaat hierbij dan om
sloten, heggetjes en oneffenheden ten behoeve van
de kavelaanvaarding en om bomen, heggen, wallen
en steilranden van het landschap. Allemaal aspec
ten behorend bij de schaal van het landschap. Ge
tracht moet worden de ruimtelijke eenheid te gene
raliseren, zodat men tot gebieden en blokdelen
kan komen, die een eigen en gelijke ruimtelijke
schaal hebben. Door vergelijking van de in de toe
deling gevormde gebruikseenheden met de schaal
van de blokdelen zou men per blokdeel kunnen na
gaan wat het effect van de schaalvergroting is op
de structuur van de kavels en op het landschap.
De nodige nauwkeurigheid en betrouwbaarheid
van de verzamelde gegevens over de bestaande toe
stand hangen samen met de doelstelling van de
toepassing. Een globale nauwkeurigheid is meestal
voldoende, maar met het oog op het psychologisch
effect op commissie en andere belanghebbenden
kan een hoge betrouwbaarheid van de ingevoerde
gegevens vereist zijn. Hierbij kunnen van belang
zijn de ruimtelijke structuur (kleinschalig, groot
schalig), de mate van veroudering van de aanwezige
gegevens (tijdsduur tussen verzamelen en gebruik)
en welke gegevens in welke mate nauwkeurig c.q.
betrouwbaar moeten zijn (b.v. gegevens bedrijfs
hoofd, oppervlakte van de kavels, bedrijfstype, etc.).
Het zal duidelijk zijn dat, waar het verkrijgen van
nauwkeurige, bijgewerkte gegevens betreffende de
oude toestand een „kostbare" gebeurtenis is, het
bepalen van de mate van nauwkeurigheid/betrouw
baarheid een zaak van belang is en een zorgvuldige
beoordeling vraagt.
ngt 78
Fig. 1. FASEN ATOR-TOEPASSING
aanpassen
vastleggen
oude
registers
registers
knelpunten
localiseren
analyseren
boekings
keuze
blokdelen
alterna
tieven,
beslis-
conclusies
motieven
103