Agenda
Ingekomen
3. Enkele „praktische" voordelen, zoals: betere mogelijk
heden tot het creëren van zinvolle stage-plaatsen, waarbij
men ook zou kunnen denken aan een zgn. „snuffelstage"
voor studenten in de basisstudie.
De commissie is overtuigd van het belang van goede con
tacten tussen de Afdeling der Geodesie en de beroepspraktijk
zij hoopt daarom ook, in ieders eigenbelang en gelet op ieders
verantwoordelijkheid, op de bereidheid van de studenten zich
hiervoor in te zetten."
Tot zover het citaat. En dan komen we nu aan de concrete
plannen en het „vriendelijk verzoek", waarvan boven werd
gewaagd.
Om kort te gaan, het is nog niet uitgekristalliseerd in welke
vorm het overleg precies gegoten dient te worden, daarvoor
willen wij ons eerst ruimer oriënteren en vandaar ook het
„vriendelijk verzoek" om uw aller medewerking. En boven
dien, het boven vermelde „ieders eigenbelang" en „ieders
verantwoordelijkheid" geldt niet alleen voor studenten.
Als eerste stap tot een beter contact is het plan opgevat, om
naar Amerikaans model, een jaarboek samen te stellen, met
de namen en adressen van alle afgestudeerde geodeten, dit in
samenwerking met de Afdeling. Daarom willen wij aan alle
afgestudeerden een korte vragenlijst sturen, waarin naast wat
algemene gegevens, gevraagd zal worden naar een korte om
schrijving van het eigen werk, verder naar mogelijkheden voor
studenten om stage te lopen en tot slot of men belangstelling
heeft voor actievere contacten - in welke vorm ook - tussen
TH, praktijk en studenten. Als bijlage bij dit vragenlijstje
zal het pas verschenen en fraai uitgevoerde voorlichtings
boekje van de Afdeling, met algemene informatie over de
studie voor Geodetisch ingenieur, worden gevoegd, opdat u
naast een fraai boekwerk ook een goede indruk heeft van de
studie aan de TH van tegenwoordig.
Het is uiteraard zeer moeilijk om alle adressen van g.i.'s te
pakken te krijgen. Van de „Snellius"-donateurs en een hele
boel anderen bezitten wij uiteraard de adressen, maar van
velen ook niet. Daarom wordt het vragenlijstje ook in het
novembernummer van het NGT afgedrukt, voor het geval
16-21 oktober 1978
F1G Symposium „Land Information Systems"
Technische Hogeschool Darmstadt
10 november 1978
Vereniging voor Kadaster en Landmeetkunde
Algemene Jaarvergadering
Utrecht, Jaarbeurscongrescentrum
16 november 1978
Rayonbijeenkomst NGL/NVG
Ing. T. W. A. Fakkert en M. G. J. Spaai:
„Landmeetkundige werkzaamheden in de Duitse
ruilverkavelingen en hun automatisering"
Eindhoven, Hotel „Cocagne", 20.00 uur
8 december 1978
Studiedag NVG/NVF
„Ontwikkelingen in luchtopnametechnieken"
Delft, Gebouw voor Geodesie
u voor november geen formulier thuis gekregen hebt. Als
u de vragenlijst dan zelf wilt opsturen, krijgt u het geodesie-
voorlichtingsboekje alsnog thuisgestuurd.
Bij voorbaat onze hartelijke dank, voor uw medewerking aan
ons „vriendelijk verzoek".
De verdere activiteiten staan niet geheel vast. Wij stellen ons
voor om in de toekomst met regelmatige tussenpozen bijeen
komsten (informeel, lezingen, studiedagen of in welke vorm
dan ook) te beleggen, waarop de drie eenheden (TH, praktijk,
studenten) vertegenwoordigd zijn, waar dan door overleg en
belangenafweging kan worden getracht voor allen het beste
te bereiken, zoals al eerder in dit verhaal geschetst is. (N.B.
„Snellius" zal wel voor wat „verfrissingen" zorgen).
In een later stadium lijkt ook een diepgaander enquête over
zaken die in het geodetisch wereldje leven (studieprogramma,
postacademisch onderwijs, beroepsbeeld, beroepsvoorlich
ting, werksituaties etc.) mogelijk.
Maar op korte termijn hopen we met dit verhaal eenieder
doordrongen te hebben van het belang van deze zaak in het
algemeen en vragen we ieders medewerking, allereerst nu
voor het jaarboek.
Alle kritiek, suggesties of aanvullingen zijn bij „Snellius"
van harte welkom.
Met dank voor uw aandacht en medewerking,
„Snellius"-Overlegcommissie TH-praktijk
Thijsseweg 11Delft
Jan van den Berg
Emiel Bontje
Frits Brouwer
Jaap Huisman
Adriën Maas
Opmerking over het artikel: „Een grondbedrijf? Ja graag!"
(Eveline Beneder in NGT september 1978)
Een prettig leesbaar artikel! Maar dit is natuurlijk het oordeel
van een buitenstaander, d.w z. iemand die zelf niet werkzaam
is in het hier beschreven deel- (rand-?)-gebied van de geodesie.
Een niet-geodeet zelfs, als we de definitie mogen volgen die
Eveline op pag. 98 geeft van ons vakgebied:
aangezien geodesie de wetenschap is van de verandering
en de bestudering van de relatie mens/grond
Dit stemt tot nadenken. Als we tenminste, Eveline kennende,
zo achterdochtig mogen zijn om elke gedachte aan een zet
fout - bijvoorbeeld het wegvallen van de woorden „onder
veel meer" - bij voorbaat terzijde te schuiven!
Evenmin hoeven we, dacht ik, te vrezen voor bewustzijns
vernauwing of geheugenverlies, als we ons afvragen hoe juist
deze auteur tot een dergelijke schril-gekleurde voorstelling
van zaken komt.
Nee, ik houd het er maar op dat we hier te maken hebben
met een lichte neiging tot provoceren, die voorkomt uit een
stukje identiteitscrisis dat typerend is voor alle emancipatie
processen. Dus ook voor de emancipatie van de planologisch
geodeet!
(Herman) Quee
130
ngt 78