l fir) '6- kansmodel: modelwaarnemingen x en y ge lijk gewicht en ongecorreleerd en tussen de punten is geen cor relatie ingevoerd (vereenvou digd kansmodel). De 2 paspun- ten hebben geen kansverdeling. a0= 0,001 jö0 0,8 voorwaardemodelgelijkvormigheidstransformatie. Alle blokken zijn aangesloten op 2 paspunten. In de volgende voorbeelden zullen verschillende blokparameters aan de orde komen. Als eis kan gesteld worden dat alle grenswaarden van ongeveer gelijke grootte moeten zijn. Wat de grootte betreft hangt het deels af van het doel van coördinaatbepa ling en deels van niet-meettechnische eisen. Kan aan de eis voldaan worden van gelijke grenswaarden dan is ook de kans op verkeerde beslissingen bij de toetsing van de correcties of 3 x st.afw.) klei ner geworden. De grenswaarden van de paspunten (indien het blok op meerdere paspunten wordt aan gesloten) zullen lager zijn indien de grenswaarden van de waarnemingen van de fotogrammetrische meting ook lager zijn. Uit deze redenering volgt dat alle blokparameters, behalve de paspunts- verdeling, wat betreft de betrouwbaarheid geoptima liseerd kunnen worden met de beschikbare com puterprogramma's. Algemene gegevens van de nu volgende voorbeel den: - fotoschaal 1:4000 - fotoformaat 23 x 23 cm - cameraconstante 150 mm - modelschaal 1:2000 - langsoverlap 60% en dwarsoverlap 20% Opmerking: alle getallen hebben betrekking op de modelschaal. 4.1 Blokgrootte De grenswaarden zijn afhankelijk van de blok grootte indien het blok kleiner wordt dan 3 stro ken en 4 modellen. Uit berekeningen volgt dat de grenswaarden niet significant veranderen bij grotere blokken. Door deze conclusie kunnen de overige blokparameters beoordeeld worden in een blok be staande uit 3 stroken met ieder 4 modellen. 4.2 Verbindingspunten Uitgaande van het blok van 12 modellen is het aan tal verbindingspunten gevarieerd. De punten zijn op gelijke afstanden van elkaar gekozen. Figuur 1 geeft een beeld van het verloop van de grenswaarden bij een verschillend aantal verbin dingspunten. Er zijn voor de duidelijkheid 3 karak teristieke punten gekozen nl.: PL - punt in een langsoverlap aan de rand van het blok PD - punt in een dwarsoverlap aan de rand van het blok PM - punt niet aan de rand van het blok. Alle 3 de punten liggen in een hoek van het model. Er is een aantal situaties weergegeven, waarbij het aantal punten in de dwarsoverlap veel groter is dan het aantal punten in de langsoverlap. Deze mogelijkheden zijn alleen voor de volledigheid gegeven. Naar aanleiding van figuur I zijn de volgende op merkingen te maken: Fig. 1. De grenswaarden Vx/aals functie van het aantal verbindingspunten in langs- en dwarsoverlap in de punten Pl, Pd en Pm- 21" 20" 19- 18- 15" 14- 13- 12- 11 - 10- 9- 8" 7- 6- 5 xCT- 2 3 4 5 AANTAL PUNTEN IN LANGSOVERLAP 5^3, 2/5 ngt 78

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1978 | | pagina 7