- een punt PL is vrijwel onafhankelijk van het aan
tal punten in de dwarsoverlap
- een punt PD is vrijwel onafhankelijk van het aan
tal in de langsoverlap
- voor een punt PM geldt dat de grenswaarden
duidelijk lager worden indien er minimaal 3 pun
ten in zowel de langsoverlap als dwarsoverlap
worden gekozen
- de grenswaarden (Vx/cr) variëren bij
2 punten langs en 2 dwars: 9-21 x st.afw. tot
5 punten langs en 5 dwars6-9 x st.afw.
4.3 Dubbelpunten
In plaats van de verbindingspunten te verdelen over
de langs- en dwarsoverlap is er ook een methode
waarbij 2 verbindingspunten dicht bij elkaar wor
den gekozen. Van het minimaal aantal punten is in
figuur 2 weergegeven wat de bijbehorende grens
waarden zijn. Dezelfde karakteristieke punten zijn
gekozen als in de vorige paragraaf. Het model,
waarin deze punten liggen, is erbij getekend. Per
punt is er maar één vector maar die geldt voor zowel
de x- als _p-waarneming (gelijk gewicht). Ter ver
gelijking zijn in figuur 3 de grenswaarden getekend,
indien de verbindingspunten op gelijke afstanden
zijn gekozen. Opvallend is dat bij de dubbelpunten
de grenswaarden onderling minder verschillen dan
bij de „verdeelde" verbindingspunten. Figuur 4
geeft de situatie weer indien er in de langsoverlap
een extra stel-dubbelpunten wordt gemeten. Een
bijzonderheid bij de dubbelpunten is dat de twee
punten niet echt onafhankelijk van elkaar worden
gemeten. Een foute hoogte-instelling b.v. zal in
beide punten doorwerken. Uitgezocht moet nog
worden of bij deze meetprocedure correlatie tussen
de punten moet worden ingevoerd.
V
4.4 60% dwarsoverlap
Om de invloed van 60% dwarsoverlap t.o.v. 20%
dwarsoverlap te onderzoeken zijn twee extra stro
ken toegevoegd aan de drie stroken van de vorige
voorbeelden. Het blok bestaat nu uit 5 stroken, die
hetzelfde gebied bestrijken als de 3 stroken uit de
vorige voorbeelden. De 3 middelste stroken zijn nu
het blok. Het punt PL ligt dus in 4 modellen. Het
>8.0
Z^ 6.0
w
MV 6.1
7.3
>5.5
4*5?
w
5.9 5.9
Fig. 2. De grenswaarden (Vx/ct) van dubbelpunten in 3 ka
rakteristieke modellen: v.l.n.r. een model in de le
strook van het blok, le model van een niet aan de
rand liggende strook en een model niet aan de rand
van het blok liggend,
p
>9.4 >6.1
6.9
->6.7
->6.3
V O 6.4
79 6 8
->6.1
V V N
6'1 6.7
Fig. 3. De grenswaarden (V» van 'verdeelde' verbindings
punten.
7.4
Z^ 6.4
Z^ 5.8
D*
w
\iv 5.8
7.3
W
5.7 5.7
>5.7
Z^ 6.3
rè*5.7
Fig. 4. De grenswaarden (Vzc/er) van 3 stel dubbelpunten in
de langsoverlap en 2 stel in de dwarsoverlap.
->11.7
->7.1
->8.0 D'
11.5
V
8.1
->7.6
>7.1
>7.6
V V
7.6 7.6
Fig. 5. De grenswaarden (V» van verbindingspunten bij
20% dwarsoverlap.
>5.8
>6.5
->5.4
V
5.4
5.4 5.4
->5.4
>6.3
Fig. 6. De grenswaarden Vzc/tr) van verbindingspunten bij
60% dwarsoverlap
120
ngt 78