m 13 VI.2 Het coderen van bestandsgegevens Op drie manieren zijn gegevens in een bestand te coderen (omschrijven, beschrijven), namelijk: a. alfa-numeriek (A/N) coderen, d.w.z. door tekst (cijfers en letters). Daarbij wordt elk gegeven, direct voor of na het meten van coördinaten, beschreven met tekst, zoals is gebeurd met het reeds eerder gegeven voorbeeld van de grens- scheidende rivier Maas tussen België en Neder land: grens/Nederland/België/rivier/Maas Afhankelijk van de software en de mogelijk heden van de bestandsstructuur kunnen ook af kortingen worden gebruikt: gr/NL/B/riv/Maas De invoer geschiedt door de operateur vanaf een toetsenbord, hetgeen een zeer ruime variëteit biedt om te coderen. Sommige toetsenborden bevatten alleen cijfers; de operateur moet dan alle beschrijvingen in cijfercodes omzetten, waarvan de betekenis dan later, bij het weer uit tekenen bijvoorbeeld, moet worden terugge- codeerd. Dat laatste moet ook gebeuren met afgekorte codes, maar dan is het coderings systeem vaak toch doorzichtiger dan bij cijfer codes. Wat bijvoorbeeld 0058 betekent is voor velen, die niet met het betreffende coderings systeem op de hoogte zijn, zeer moeilijk te achterhalen, maar met weinig verbeeldings kracht zijn codes als BLD, WLD, HS, enz. te begrijpen. b. coderen met behulp van een zgn. „menu-kaart" (Engels: „menu coding"). Hierbij wordt een legenda samengesteld, die alle codes bevat van de gehele kaartserie (zie figuur 11). Bij iedere code behoort een legendavierkant; geen enkel vierkant heeft een punt gemeen met een ander t V vierkant, m.a.w. elk punt binnen een vierkant van de legenda, waarvan de coördinaten op een digitizer gemeten kunnen worden, is representa tief voor de betreffende code. De samenstelling en positie van het „menu" is in de computer bekend. Aan de hand van de gemeten coördi naten kan berekend worden, door middel van een daartoe ontwikkeld programma, of het punt binnen een menu-vierkant valt of niet (en dan dus een punt van de kaart is!). Hetzelfde „menu"-programma kan ook de betekenis van het vierkant bepalen, c. post hoe coderen. In wezen is het coderen van gegevens storend bij het meten van coördinaten: men wordt steeds van het werk afgehaald. Men zou ook alle gegevens kunnen meten en alleen een scheidingsteken aangeven tussen de ver schillende elementen. Ten behoeve van het co deren wordt dan een tekening gemaakt, waarop elk element een volgordenummer heeft. Een interpretatie levert een lijst op met codes voor ieder element(-nummer). De computer kan dan elk volgordenummer vervangen door de betref fende code(s), door middel van een daartoe ver vaardigd programma. VI.3 Methodes en bronnen voor het verzamelen van gegevens Voorzover het meetbare gegevens betreft kunnen ze worden verzameld door: a. landmeetkundige metingen. Hoewel meetge- tallen ook geponst en verwerkt kunnen worden, betreft het hier toch meestal metingen in een poolcoördinatensysteem, waarbij richting en af stand rechtstreeks worden geregistreerd op een medium, dat door de computer kan worden ge lezen (magnetische schijf, ponsband, magneet band). Voorbeelden van dergelijke apparatuur zijn REG-ELTA 14 (Zeiss, Oberkochen), Geodi- meter 710 (AGA), Vectron (K E) en TAC 1 (Wild). a. punt voor punt b. tijdsinterval c. afstandsinterval d. rasterwijze (scanning) Fig. 10. Het meten van punten in coördinaten. digitaliseertafel c'' AA A VA* T A O Fig. 11. Coderen met een menu. ngt 78 145

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1978 | | pagina 13