6T-© cC3 r L J Sommige tekenautomaten hebben de mogelijkheid de tekenkop de houder van de tekenstift(en)) te vervangen door een „lichtkop" (Engels: „photo- head", of „Light Spot Projector" LSP), waarmee een fotografische (lijn-)film belicht kan worden. Er zijn ook - meestal drum - plotters, die via een scanning- systeem (profielen) een fotografisch beeld met een grijstintenvariatie kunnen tekenen. Al deze teken automaten hebben eigen electronica nodig om ieder snufje te kunnen uitvoeren. Die noemt men sturings eenheid (Engels: „driver", of „controller"); soms wordt een (micro-)computer gebruikt als sturings eenheid. Er bestaan twee typen CRT's namelijk: 1. de „storage tube", een beeldbuis, waarop een beeld ongeveer 20 minuten blijft staan alvorens langzaam in intensiteit te verminderen. 2. de „refresh tube", waarbij het beeld binnnen een fractie van een seconde verdwijnt, zodat het, net als bij een film, zeker 15 maal per seconde moet worden aangebracht om de indruk te geven dat het beeld continu aanwezig is. Bij een refresh tube moeten de beeldelementen op geslagen worden in een voor de beeldbuis snel toegankelijke buffer. De grootte van de buffer en de complexiteit van het beeld leggen dus beper kingen op aan de mogelijkheden van dit type beeld buis, iets wat bij het storage-type niet voorkomt. Bij de refresh-typen is het echter mogelijk om enkele elementen uit het beeld te „poetsen" door ze uit de buffer te verwijderen. Men kan er op een soort gelijke manier ook nieuwe elementen aan toevoegen of elementen vervangen. Dit element voor element veranderen kan weer niet bij een storage tube: daar moet eerst de buffer worden bijgewerkt aan de hand van het beeld zonder dat het beeld wordt gewijzigd, daarna wordt het gehele beeld uitgewist en de in houd van de nieuw verkregen buffer in zijn geheel getekend. Het maken van een copie van het beeld op papier (Engels: „hard copy") en het program meren van storage-type beeldbuizen is over het alge meen echter iets eenvoudiger, maar met een refresh- type kan men het beeld „bewegend" maken, net zoals bij een film. Hoewel de welbekende televisie toestellen zonder uitzondering rastersystemen toe passen, komen in de kartografische toepassingen zowel lijn-(vector-) als raster-(matrix scanners) typen voor. Bij een rastertype moet men echter wel de lijn-raster conversie toepassen, uitgaande van de vectorvoorstelling van beeldelementen in het bestand. Een belangrijke eigenschap van beeldbuizen is de snelheid, waarmee getekend wordt. Deze is wel tien tot twintig maal zo groot als bij vlakke tekentafels of drumplotters. Soms gebeurt het tekenen in een donkere ruimte; er wordt dan een foto gemaakt van het getekende beeld, meestal in de vorm van een micro-fiche (zie figuur 17). Zo'n systeem heet dan een COM-systeem, afgeleid van de Engelse naam van een dergelijk systeem: Computer Output on Microfilm. Bij beeldbuizen wordt gebruik gemaakt van een elektronenstraal, die een beeld geeft op een fosfori- serende laag, die het beeld voor langer of kortere tijd kan vasthouden. Bij de HRD-1 Laser Display wordt een optische laserstraal gebruikt, die recht streeks op een Fresnelscherm tekent (in refresh mode), of op een fotochromatische film (in storage mode). Dit systeem combineert dus een actieve en een passieve plotter in één plotter. Sinds kort zijn er ook CRT's op de markt, die deze combinatie mogelijk maken. VI1.4 De S.P.F. of S.P.D. Wanneer gegevens uit een bestand geselecteerd en geanalyseerd zijn, moeten ze worden voorbereid om gepresenteerd te worden. Dit kan door middel van tekst of van een tekening. In het geval van een teke ning moeten tekeninstructies worden toegevoegd om de betreffende tekenautomaat te sturen. In het algemeneen zal vooraf een kladtekening (Engels: „check plot") worden gemaakt om te zien of de voorstelling naar believen is. In sommige gevallen zullen één of meer wijzigingen moeten worden aan gebracht om de presentatie kartografisch te optima liseren. Een eenvoudig voorbeeld hiervan is de voorstelling van bevolkingsdichtheid door middel van cirkels met variërende grootte. Daarbij moet worden getracht de cirkels zoveel mogelijk geschei den van elkaar te tekenen door ze zonodig van hun natuurlijke plaats, het optisch centrum, weg te halen. Een en ander betekent dat in dit geval er Fig. 17. Schematisch overzicht van de verschillende stadia bij de vervaardiging van een micro-fiche uit digitale gegevens. magneet band- eenheid CRT camera papier kopie projector 150 ngt 78

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1978 | | pagina 18