XA'VXB'V
3 J
XC.VX2'Y2/"-/X7'VXD'V
XD'VX2'VXE"V
XE-VX2'VX3-Y/XF'V
XF'VXcV
XB'VX2'V-"/X7'VXD'V
DIME-bestanden voorkomen); Engels: „chain
file" kettingbestand.
- Een knooppunt (Engels: „node") is een begin-
en/of eindpunt van een segment. In een knoop
punt komen meerdere segmenten samen (met uit
zondering van die segmenten, die een enclave of
een exclave voorstellen; zij bevatten slechts één
knooppunt, omdat het begin- en eindpunt van
zo'n segment hetzelfde punt is).
- De kleinste geografische eenheid of ruimtelijke
eenheid (Engels: „least common geographical
unit" or „basic spatial unit") is een gebied met een
uniforme beschrijving. Het wordt omgeven door
één of meerdere segmenten, die, op basis van de
gebiedsbeschrijving en de coördinaten van de
knooppunten, aan elkaar geregen kunnen worden
tot een (gesloten) polygoon, met een daartoe ont
wikkeld computerprogramma. Deze polygoon
(=een ketting van segmenten) beschrijft de om
trek van het betreffende gebied in positie, zoals
besproken bij de gebiedsgrensbestanden.
In vergelijking met andere vectorbestanden komt
het er op neer, dat elk segment ofwel dubbel in het
bestand voorkomt (zoals bij gebiedsgrensbestanden:
in de vorm van coördinaten of puntnummers), ofwel
dat elk segment een dubbele beschrijving (code) mee
krijgt (zoals bij segmentbestanden: de beschrijving
van beide naastliggende gebieden). De segment
bestanden komen daarom qua benodigde ruimte
voor opslag van de segmenten met de beschrij
vingen zeer veel overeen met de compacte sequen
tiële bestanden, omdat elk segment slechts éénmaal
in het bestand voorkomt. Bij het genereren van de
kleinste ruimtelijke eenheden worden voor twee
naast elkaar liggende gebieden dezelfde segmenten
gebruikt, zodat de gebieden exact aansluiten.
Het computerprogramma, dat de kleinste ruimtelijke
eenheden genereert uit de segmenten, maakt ge
bruik van de in de computer opgeslagen directories,
die de relatie(s) weergeven tussen gebieden, knoop
punten en segmenten. Door gebruik te maken van
de random access faciliteit kunnen de coördinaten
van elk gewenste eenheid (punt, segment of poly
goon) snel opgespoord worden. Het zal duidelijk
zijn dat er met behulp van de boven genoemde
directories veel mogelijkheden zijn om een buur-
functieanalyse uit te voeren.
Het vergelijken van gegevens uit verschillende
vectorbestanden levert meer problemen op, omdat
de kleinste geografische eenheden elkaar in het
algemeen niet volledig zullen bedekken. Sterker nog,
de segmenten uit de verschillende bestanden zullen
elkaar meestal snijden! Dit betekent dat nieuwe
knooppunten berekend (=de snijpunten van de
segmenten uit de verschillende bestanden) en nieuwe
segmenten gegenereerd moeten worden (vergelijk
de definitie van een segment: twee segmenten kun
nen elkaar niet doorsnijden!). Ook zullen de bijbe
horende directories moeten worden bijgewerkt. Een
en ander is nogal rekenintensief en in de bestaande
systemen kostbaar. Een snellere oplossing wordt
geboden door rasterbestanden.
IV.4 Rasterbestanden
In de boven beschreven bestanden worden alleen
lijnen (vectoren) opgeslagen, waaruit gebieden kun
nen worden gegenereerd. Bij rasterbestanden is de
kleinste geografische eenheid niet alleen uniform
voor wat betreft de omschrijving, maar ook voor
Chain File Data Structure
Fig. 5. Chain file datastructuren.
Name
Nr
NL
1
B
2
L
3
D
4
F
5
Nr
Tracks
A
I, VIII, XI
B
I, II, IX
C
II, III, XII
D
III, IV, IX
E
IV, V, VII
F
V, VI, x
G
VI,VII,VIII
Nr
Record
first/last
Point
f rom/to
Feature
left/right
I
1/2
A/B
0/2
II
3/9
b/c
0/1
III
10/17
c/d
4/1
IV
18/20
d/e
4/2
V
21/24
e/f
4/3
VI
25/26
f/o
5/3
VII
27/30
o/e
2/3
VIII
31/38
a/c
2/5
IX
39/46
b/d
1/2
Tracks
Store
From record nr
to
I
1 l
2
II
xb,ïb/x2,y2/,../x6,y6/x0,yc/
8
III
9 i
17
IV
18
20
V
21 J
24
VI
25 j
26
VII
Xayg/x2y2/x3y3/xeYE
27 i'
30
VIII
xa.ïaAz,ï2/.../x7,y/x0Iy0/
31
38
IX
39
46
140
ngt 78