programmering plaatsvond. Met dit lage abstractie niveau wordt bedoeld dat er geen intermediaire structuren beschikbaar waren, waardoor de ge bruiker niet zelf met de computer kon werken, maar aangewezen was op programmeurs die zijn pro bleem rechtstreeks in de logica van de computer afbeeldden. Wij zien even af van de spanningen welke het gevolg waren van deze afhankelijkheid van de gebruiker die voor elk wissewasje naar de programmerings afdeling moest en de eenzijdige kennisoverdracht die hiermee gepaard ging. Het hoofdpunt wat we hier naar voren willen brengen is dat computer gebruik meestal neerkwam op het aanpassen van de organisatie aan de eigenschappen van de computers. De bestaande organisatie echter had niet voor niets de vorm die hij had. Deze was mede ontstaan onder invloed van de taakstelling en de structuur van de daarvoor benodigde informatiestroom. Wat er door introductie van computers eventueel gewonnen had kunnen worden, ging vaak weer te niet door na delen ten opzichte van de taakstelling en de nodige informatiestromen. Deze nadelen manifesteren zich hoofdzakelijk in de externe omgeving van het systeem, die helaas verzuimt terug te koppelen. Bekijken we het fenomeen computer in zijn huidige verschijningsvorm dan kunnen we constateren dat z'n veelzijdigheid ten opzichte van de taken die het kan verrichten verder is toegenomen niet in het minst door de communicatie-faciliteiten waarover beschikt kan worden. Maar deze veelzijdigheid gaat nu gepaard met een grote verscheidenheid in ver schijningsvorm bij zeer lage prijs. Het hele spectrum tussen telraam en kroontjespen aan de ene kant en de monstermachine aan de andere kant is gevuld met informatieverwerkende apparatuur, die onder ling weer op de meest uiteenlopende wijze gecom bineerd kan worden en op verschillende manieren voor mensen toegankelijk is. Tevens is het abstractieniveau van de programma tuur toegenomen, niet zozeer door de z.g. hogere programmeertalen die scheiding van computer en programmatuur mogelijk maken, maar vooral door een scheiding van programmatuur en data. In de toekomst zal deze trend zich verder doorzetten in de richting van het onafhankelijker van elkaar maken van programmatuur en probleemstelling. De conclusie waar we naar toe willen is dat op dit ogenblik computers zodanige eigenschappen hebben dat ze nauwelijks randvoorwaarden hoeven op te leggen aan het derde organisatieniveau, zoals dit jaren geleden het geval was. Dit houdt in dat er meer vrijheid is ontstaan om bij automatisering de geheugencapaciteit, de reken capaciteit en de communicatiekanalen zo over de organisatie te spreiden dat er nieuwe taken op adequate wijze uitgeoefend kunnen worden én aan menselijke randvoorwaarden voldaan kan worden. Helaas zijn de computers zelf op dit ogenblik ook weer het slachtoffer van hun historische ontwikke ling: Zowel de systeemconcepten als de organisatie concepten ijlen na bij de ontwikkeling van de hard ware. Ook ten opzichte van deze aspecten geldt wat reeds eerder opgemerkt is: De ontwikkelingen maken het noodzakelijk om bij automatisering bovengenoemde concepten aan een kritische be schouwing te onderwerpen. Hiermee zijn we ge komen aan het laatste niveau van de organisatie. Het afstemmen van wensen en mogelijkheden Op dit niveau zijn eigenlijk twee soorten aktiviteiten te onderscheiden, die zich tot elkaar verhouden als recept en procédé. Op de eerste plaats het bepalen van de veranderingen die er eventueel in het func tionerende vastgoedsysteem moeten worden aange bracht en op de tweede plaats het effectueren van deze veranderingen. Het meest ideale zou zijn dat deze processen continu plaats vinden. Het minimaliseert niet alleen de spanningen binnen de organisatie, maar ook het risico dat het systeem tijdens de veranderingen in z'n taak te kort gaat schieten. Het verschijnsel computer en de toegenomen aktiviteiten binnen het sociaal-ruimtelijk gebeuren maken het voor de vast goedsystemen noodzakelijk een tussensprint te maken: er gaat geautomatiseerd worden. In het verloop van dit betoog zijn al een aantal aspecten naar voren gekomen waarmee bij deze automatisering rekening gehouden moet worden, zoals taakstelling en beschikbare middelen. Op dit niveau komen er nog een aantal bij. Automati- 170 ngt 78

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1978 | | pagina 14