Berichten
ngt 78
INZICHT IN EFFECTEN VAN
RUILVERKAVELINGEN NODIG
Voor de onderlinge vergelijking van ruilverkavelingsplanncn,
voor de toetsing van plannen bij de goedkeuring in de Cen
trale Cultuurtechnische Commissie en bij de bepaling van het
landinrichtingbeleid voor de toekomst is het belangrijk een
zo goed mogelijk inzicht te verkrijgen in de effecten van ruil
verkavelingen.
Dit o.ni. merkt minister Van der Stee op bij de studies naar
het effect van de uitgevoerde ruilverkavelingen, die hij te-
samen met de „Instructie inzake de uitvoering van de proce
dure en de regelingen met betrekking tot kavelruil en per
ceelsvergroting door middel van ruilverkaveling bij overeen
komst" de Vaste Tweede Kamercommissie voor Landbouw
en Visserij heeft doen toekomen.
Nacalculaties van de uitgevoerde ruilverkavelingen kunnen
een belangrijke bijdrage aan dit inzicht leveren. Nacalculaties
op grond van feitelijke gegevens uit de bedrijfsboekhouding
zijn echter zeer arbeidsintensief, terwijl in het bijzonder de
bepaling van de ontwikkeling, zoals die zou zijn geweest
zonder ruilverkaveling, grote moeilijkheden met zich mee
brengt.
De studies hebben betrekking op de ruilverkavelingen Broek
huizen, Linde-Zuid en Meeden-Scheemda.
Ruilverkaveling Broekhuizen
Het Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding
(I.C.W.) heeft voor de ruilverkaveling „Broekhuizen" (685
ha) een eerste poging gedaan de baten te kwantificeren op
grond van boekhoudcijfers uit het gebied en een programma
tisch opgestelde prognose van de toekomstige economische
ontwikkeling. Het gaat om een gebied in Noord-Limburg met
voornamelijk gemengde bedrijven, enige boomkwekerijen en
tuinbouwbedrijven en een geringe gemiddelde bedrijfs-
grootte (6,5 ha in 1962). Uit de nacalculatie volgt een rende
ment van 6,2-6,5%. De geringe oppervlakte van deze ruil
verkaveling heeft het niet gemakkelijk gemaakt de effecten
van ruilverkaveling te isoleren.
Ruilverkaveling Linde-Zuid
Het meest uitgebreide onderzoek naar de effecten van een ruil
verkaveling heeft het I.C.W. verricht in de ruilverkaveling
„Linde-Zuid" in Zuid-Oost Friesland met voornamelijk gras
land op zandgrond (oppervlakte 7.600 ha). De nacalculatie
komt voor wat betreft het rendement voor de landbouw, dat
wil zeggen van de toename van de arbeidsopbrengst, als ge
volg van de voor de landbouw gedane investeringen uit op
8,17%. Dit cijfer geeft een minimumschatting uitgaande van
constante prijzen, dus inflatievrij en gebaseerd op zeer voor
zichtige uitgangspunten. Bij de berekening is een methode
gevolgd, die relatieve prijsdalingen van agrarische produkten
incalculeert.
Behalve aan de landbouwkundige aspecten is bij deze na
calculatie ook aandacht geschonken aan de natuur, het land
schap, de recreatie en de leefbaarheid.
Ten aanzien van de natuur wordt geconstateerd, dat in voch
tige terreinen - petgaten, vochtige heide en drasland - een
zekere teruggang valt te constateren. Hier tegenover staat
onder andere een belangrijke toeneming van de beplanting
en een toedeling aan natuurbeschermingsinstanties van een
belangrijke oppervlakte petgatencomplexen. In hoeverre
zonder ruilverkaveling dergelijke ontwikkelingen eveneens
dan wel in mindere of in sterkere mate hadden plaatsgevon
den, blijft een zeer speculatieve zaak. Nieuwe beplantingen
zouden zeer waarschijnlijk in veel mindere mate zijn aan
gebracht.
Het landschap van „Linde-Zuid" heeft ten gevolge van de
ruilverkaveling geen belangrijke veranderingen ondergaan.
Voor de recreatie heeft de ruilverkaveling een positieve bij
drage geleverd, onder andere door het aanleggen van fiets
paden, waarvan druk gebruik wordt gemaakt. De leefbaar
heid in het gebied is, blijkens twee onderzoekingen, duidelijk
toegenomen. Naast de verbeteringen samenhangend met de
hogere inkomsten en de vermindering van het aantal arbeids
uren wordt vooral de verbetering van de ontsluiting genoemd.
Ruil ver ka veling Meeden-Scheemda
Voor de bepaling van de effecten van de ruilverkaveling
„Meeden-Scheemda" (3.413 ha) is een eenvoudiger en minder
tijdrovende benadering gevolgd dan voor „Broekhuizen" en
„Linde-Zuid".
Deze studie is daardoor minder diepgaand, maar geeft desal
niettemin een antwoord, of de investeringen in deze ruilver
kaveling een verantwoorde besteding van overheidsgelden is
geweest.
De ruilverkaveling „Meeden-Scheemda" bestaat voor het
grootste deel uit akkerbouwbedrijven. Voor deze ruilverkave
ling is een rendement berekend van 12%. Dit rendement is
inflatievrij, er is echter niet gerekend met dalende landbouw
prijzen in de toekomst. Daarbij is overwogen, dat de rende
menten bepaald worden op basis van de arbeidsopbrengst in
de landbouw in het betrokken gebied met en zonder ruil
verkaveling. De arbeidsopbrengst wordt bepaald door prijs
en produktie. Te verwachten is, dat in de toekomst de prijs
zal dalen en de produktie zal stijgen. Bij de berekening is er
van uitgegaan, dat deze twee ontwikkelingen elkaar zullen
compenseren, wat gezien de omvang van deze ontwikkelingen
enerzijds en de aan dergelijke prognoses op lange termijn
inherente onzekerheden anderzijds een aanvaardbare proce
dure kan zijn. Daarnaast is berekend, hoe de baten van de
ruilverkaveling „Meeden-Scheemda" zouden dalen tenge
volge van relatieve prijsdalingen van 1% resp. 2% per jaar.
Het rendement daalt dan tot ca. 11% resp. 10%.
PHOTOGRAMMETRIE UND DENKMALPFLEGE
Die Technische Akademie Wuppertal veranstaltet gemeinsam
mit der Deutschen Gesellschaft für Photogrammetrie und
Fernerkundung und der Gesamthochschule Wuppertal,
Fachbereich Architektur vom 28.2. bis 2.3.1979 ein Seminar
Photogrammetrie und Denkmalpflege.
Die Veranstaltung steht unter der Leitung von Prof. Dr.-Ing.
H. J. Meckenstock und richtet sich insbesondere an Archi-
tekten, Planer, Landeskonservatoren, Mitarbeiter von Kul-
turamtern u.a„ die sich mit den Möglichkeiten vertraut
machen wollen, die die Photogrammetrie für den komplexen
Bereich der Denkmalpflege bietet. Dazu werden namhafte
Vertreter aus Wissenschaft und Praxis, u.a. die Herren
Dr.-Ing. Clasen, Bonn, Prof. Dr.-Ing. Döhler, Karlsruhe,
Prof. Dr. Frohberg, Düsseldorf, Prof. Dr.-Ing. Nagel,
Stuttgart, Prof. Dipl.-Ing. Grimm, Siegen und Dipl.-Ing.
Wester-Ebbinghaus, Bonn Stellung nehmen.
Nahere Information:
TECHNISCHE AKADEMIE WUPPERTAL/Hubertusallee
16-18/Pf. 130465/5600 Wuppertal 1 Telefon 0202/7495-214/
Telex 859 2525 taw d
178