De getallen tussen haakjes geven de huidige toestand weer. Uit het toedelingsonderzoek blijkt dat het gemiddeld aantal kavel per bedrijf zal teruggaan van 5,3 naar 2,0 en de kavelgrootte zal oplopen van 1,8 ha naar 4,9 ha. Tevens blijkt dat er van de 347 bedrijven bij 98 bedrijven minimaal 70% van de bedrijfsoppervlakte bij het bedrijfsgebouw kan worden geprojecteerd. Een aantal van 22 bedrijven zal tussen 60% en 70% bij de boerderij kunnen krijgen, terwijl er nog een 142 bedrijven een veldkavel kunnen krijgen waarin minimaal 60% van de bedrijfsoppervlakte is samen gevoegd. Van het totale aantal van 347 bedrijven zullen er dus 85 (25,5%) niet voldoen aan de gestelde bedrijfsmodellen. Als we de oorzaken nagaan waar om deze laatste 85 bedrijven niet aan een acceptabele toedeling komen, dan kunnen we de volgende oor zaken onderkennen. 1. De beperkte uitruilbaarheid van gronden uit ge- -(-) -(-) bieden welke zijn aangegeven als relatienota- gronden. Het spreekt vanzelf, dat wanneer iemand 50% heeft liggen in de relatienotagebieden en 50% daarbuiten en er is geen onderlinge uitruil tussen deze gebieden, dat dit bedrijf nooit en te nimmer kan voldoen aan de gestelde be drijfsmodellen. Daarnaast is nog een extra handicap ingevoerd nl. door de relatienota- gebieden te splitsen in essen en andere gronden die in principe onderling eveneens niet uitruil baar zijn. 2. De bedrijfsoppervlakte is geprojecteerd in twee blokdelen welke aaneensluiten. Het komt vrij vaak voor dat voor een bedrijf wensen zijn ingevoerd voor aansluitende blok delen met de bedoeling een zo groot mogelijke gebruikseenheid te verkrijgen. Het is echter niet eerder te bepalen dan tijdens het inschet- sen of de opzet van een gebruikskavel van minimaal 60% is geslaagd. 3 De eindoplossing geeft dezelfde situatie als de huidige situatie. Bij een aantal bedrijven is de huidige situatie als een bedrijfseconomisch zeer goede aange merkt, hoewel ze niet voldoen aan de bedrijfs modellen. De wensen voor deze bedrijven komen overeen met de huidige situatie en blijken derhalve niet aan de vastgestelde be drijfsmodellen te voldoen. De laatste categorie van 85 bedrijven is, rekening houdend met de voornoemde oorzaken, onderzocht. Het resultaat is in tabel 4 weergegeven. Uit het ATOR-toedelingsonderzoek zijn de vol- Tabel 3. Bedrijfsmodellen oude en nieuwe toestand (tussen haakjes) model II model I tussen model III bedrijfs- aantal >70% 60-70% veldkavel grootte bedrijven bij huis bij huis >60% overige 1 ha 32 2(1) 30 (26) -(5) 1- 5 ha 100 31 (13) 1 (3) 65 (49) 3 (35) 5-10 ha 71 31 (10) 5 (5) 18(11) 17 (45) 10-15 ha 66 21 (1) 6(1) 14(2) 25 (62) 15-20 ha 27 7 (4) 7(1) 13 (22) 20-25 ha 28 4 (-) 8 (-) 5 (-) 11 (28) 25 ha 23 2(2) 2 (-) 3 (-) 16(21) totaal 347 98 (31) 22 (9) 142 (89) 85 (218) Tabel 4. Van bedrijfsmodellen afwijkende bedrijven oppervlakte van de grootste kavel in van de bedrijfsopp. <50 50-55 55-60 gevolg van begrenzing relatienota- gebieden 8 7 7 afhankelijk van aansluitende blokdelen 11 5 3 afwijking van bedrijfsmodel i.v.m. particulier belang 9 7 5 onbekende oorzaak 17 4 2 totaal 45 23 17 totaal 22 19 21 23 85 162 ngt 78

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1978 | | pagina 6