Over het rammelen van coördinaten 9e jaargang no. 1, januari 1979 René van der Schans 1 Inleiding De titel van dit artikel komt overeen met die van een paragraaf uit een dictaat voor het eerstejaarscollege „Inleiding Geodesie". In dat dictaat, „In vakjes stoppen", wordt het modelbegrip en het waarnemen en analyseren van de werkelijkheid uitgelegd, aan de hand van voorbeelden uit het geodetisch vak gebied. Een model is, volgens het jaarverslag 1972 van de Rijks Planologische Dienst, een vereenvoudigde na bootsing van een stuk werkelijkheid die ons in staat stelt globale voorspellingen (uitspraken) te doen over die werkelijkheid. Als wij als geodeet een net van punten via metingen in coördinaten vastleggen maken we daarmee een model van dat net, en uit gaande van de verkregen coördinaten kunnen we voorspellingen doen, bijvoorbeeld over niet waar genomen hoeken en lengteverhoudingen. Deze voor spellingen bevatten echter een onzekerheidsfactor vanwege het feit, dat de waarnemingen waaruit de coördinaten zijn berekend behept zijn met een zekere spreiding. Als je een net overmeet krijg je andere waarnemingen en daarmee andere coör dinaten. Hoe leg je nu zoiets uit aan eerstejaars studenten? Op het moment dat ik het modelbegrip ga behan delen (na kerst) kunnen de studenten al coördinaten berekenen en hebben ze al enige kennis van de sta tistiek. Maar van de puntsbepalingstheorie zoals die door Baarda wordt gedoceerd weten ze dan nog nagenoeg niets. Het gebruik van een uitgebreid formuleapparaat is dus uitgesloten. Nu huldig ik zelf het standpunt, dat moeilijke dingen vaak kunnen worden vereenvoudigd door ze in beeld te brengen. Een plaatje zegt vaak meer dan bladzijden vol formules. En daarom heb ik de poging ondernomen een deel van de puntsbepalings theorie (derdejaarsstof!), ter toelichting van enkele begrippen in verband met het modelgebruik, in plaatjes te vertalen. Het idee is niet oorspronkelijk, want ik herinner mij een verhaal van Baarda waarin hij zijn schrankingstheorie verduidelijkte aan de hand van een gedachte-experiment, waarin planchet metingen op velletjes transparant tekenpapier wer den uitgevoerd. Wanneer deze velletjes op elkaar werden gelegd ontstonden er punten wolken. Wat Baarda in woorden beschreef heb ik nu met behulp van de computer in beeld gebracht. In de volgende paragrafen zal ik de hoofdlijnen weer geven van het verhaal uit mijn eerstejaarsdictaat. De stijl is wat zakelijker (meer afgestemd op het lezers publiek van het NGT), hier en daar is wat uitleg weggelaten, maar de plaatjes zijn hetzelfde. Alleen figuur 9 is nieuw. De berekeningen voor dit verhaal zijn uitgevoerd door Jaap van der Veen, student-assistent bij de werkeenheid planologische geodesie, en de teke ningen van lijnenbundels, puntenwolken en stan daardellipsen zijn, onder het toeziend oog van de heer M. G. G. J. Jutte, gemaakt op de Contraves- tekenautomaat van de Afdeling der Geodesie. Aan beide medewerkers hier nogmaals mijn hartelijke dank. SUMMARY About Randomness of Coordinates An illustration of the stochastic behaviour of coordinates, written for first year students in geodesy. It is shown that it is possible to make different descriptions of the same phe nomenon: line bundles, point clusters, covariance matrices and error ellipses. ngt 79

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 3