seerd worden met die van de satelliet. Dit kan op twee manieren: 1De lokale klok wordt gestart op het moment van het eerste even-minuut-tijdsein van de eerste satelliet waargenomen op een station. Daarna loopt deze klok onafhankelijk van enig ont vangen tijdsein zolang er op dat station wordt waargenomen. Geregistreerd worden: a. de Dopplertelling N en de ionosferisehe refractie-telling (in eenheden van een golf lengte) b. Het interne tijdsein op het moment van de eerste zerocrossing van de beatfrequentie (fo"fr) na de ontvangst van het satellieten tijdsein, en vervolgens het eindtijdsein van de periode van integratie. 2. De lokale klok start bij de ontvangst van het eerste even-minuut-tijdsein van elke satelliet waargenomen op een station en wordt vervol gens afgelezen bij de ontvangst van elk volgend satellietentijdsein. Beide typen tijdseinen worden geregistreerd evenals de tijdseinen van de inte gratie-perioden van 4,6 sec. 4.2 De invloed van de frequentie-drift De telling N kan beïnvloed worden door de drift in de frequentie van de door de satelliet uitgezonden golf, en van de oscillator in de ontvanger. In het algemeen is de stabiliteit bij de moderne apparatuur beter dan 10-10 per dag (systematische drift) en 10-11 per 100 sec (toevallige drift). Per enkele satel lietenpassage betekent deze invloed in de afstand ongeveer 1 meter, die echter wordt gereduceerd tot enkele tienden van een periode van N door herha lingsmetingen en symmetrie. De beatfrequentie wordt als een onbekende, op te lossen parameter in de berekening ingevoerd. 4.3 Methoden van telling Er zijn drie methoden van tellen nl. 1. Integrated Doppler Measurement 2. Continuously Integrated Doppler Measurements 3. Instantaneous Doppler Measurements Bij de eerste methode wordt het aantal perioden ge registreerd met tussenpozen van veelvouden van 4,6 sec tot een maximum van 120 sec. Dit worden INTEGRATED DOPPLER TIMING SIGNALS Beat F requency INTEGRATION FIRST POSITIVE START CYCLE CROSSING SIGNAL FOLLOWING N cycles INTEGRATION FIRST POSITIVE STOP CYCLE CROSSING SIGNAL FOLLOWING EPOCH "1 1 ACTION Fig. 4. LAST COMPLETE CYCLE IN DOPPLER COUNT FOR PREVIOUS INTERVAL. PREVIOUS DOPPLER COUNT RECORDED. DOPPLER COUNTER RESET TO ZERO FIRST COMPLETE CYCLE IN DOPPLER COUNT - N FIRST COMPLETE CYCLE IN DOPPLER COUNT FOR NEXT INTERVAL LAST COMPLETE CYCLE IN DOPPLER COUNT N. N RECORDED AND DOPPLER COUNTER RESET TO ZERO 26 ngt 79

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 8