Fig. 5. 2 min. atelliet-baan aarde ontvanger „Short Dopplers" genoemd. Sommige specialisten zeggen, dat 28 sec (6 x4,6) de meest gunstige telling geeft. Na de laatste complete periode wordt N ge registreerd en de teller weer op 0 gezet, en kan de volgende periode van telling aanvangen (zie fig. 5a). De tweede methode kan worden toegepast als in de ontvanger de teller weer op 0 gezet kan worden voordat de laatste periode van een voorgaande tel ling ingaat. De N kan dan cumulatief over een gehele passage worden bepaald. In dat geval geeft de vergelijking (6) de telling van een periode t2 tvan b.v. 4, 6 of 12 minuten. N heet dan de Continuously Integrated Doppler Count (zie fig. 5b). De methode wordt door Duane Brown toegepast in zijn Short Arc Method. Hij voert de afstand rx als een onbekende grootheid in als r0 (1 +%//>i (19) waarin öfs een „bias factor" aan het begin van de telling is. Het verschil tussen beide methoden komt overeen met het verschil tussen het meten van hoe ken en richtingen. Duane Brown meent, dat bij de Integrated Dopplers de correlatie onrechtmatig niet in rekening wordt gebracht, terwijl dit bij de Continuously Integrated Dopplers automatisch het geval is. Hij beschouwt derhalve de tweede methode als een beter wiskundig model. In de derde methode, die van de Instantaneous Doppler Measurements, wordt met de klok in de ontvanger de tijd gemeten, die nodig is om een vast gesteld aantal perioden Nfix te ontvangen. Deze methode wordt in sommige Tranet Stations toege past Nfix is 103). De integratietijd is dus buiten gewoon kort, in tegenstelling met de beide voor gaande werkwijzen. De verandering in de beat- frequentie kan als lineair beschouwd worden, en bovendien de Dopplertelling gedeeld door het tijds interval als de beatfrequentie op het tijdstip in het midden van dat interval (fig. 6). 2 min. ontvanger De vergelijking wordt dan N[ix (f0-fs)At (fJc)ArM met Ar als een constante gedurende de integratie. Hieruit volgt NnJAt =fM= (/o c)(A r/A t), (Ar/At),M c(fM -ƒ„ +fs)/fs De tellingen zijn niet continu. Men krijgt ongeveer 200 Instantaneous Doppler Measurements per pas sage, omdat bij iedere storing opnieuw begonnen wordt met tellen. De methode zal verder niet wor den behandeld. 5 De berekening Men kan uitgaan van de vergelijking (8), die nu geschreven kan worden als (21) (Eigenlijk moet hier nog een correctie Arel aan toe gevoegd worden vanwege de relativiteitstheorie). In deze vergelijking betekent: 1. (f0—fs) een constante, die echter als een onbe kende wordt ingevoerd, vanwege de onbekende drift in de oscillatoren; 2. ANion en ANlrop respectievelijk de correctie voor de ionosferische refractie (automatisch aange bracht). Fig. 6. ÜM C2 of (20) N /o ~fs) (t'2 - *1(fslc)(r2 f fl ANion A Ntrop ngt 79 27

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 9