3*.
projectie geprojecteerd wordt in een punt P' dat in
een geheld vlak C'D'E' gelegen is. De rechthoek
AEBP is na projectie niet langer een rechthoek, de
zijden zijn niet langer evenwijdig maar snijden elkaar
(na verlenging) in C', respectievelijk D'. Het punt
H' is het hoofdpunt van de foto en is het centrum
van het coördinatenstelsel in de vlakliggende plaat.
In dat stelsel kan de ligging van de beide vlucht-
punten C' en D' bepaald worden, zoals in figuur 22
is gedaan. De hoek 0 geeft de niet-loodrechtheid van
de coördinaatassen aan die een gevolg is van de pri
maire en de secundaire draaiing. De hoek is gede
finieerd door tg 0 tg cp sin co. Opgemerkt kan nog
worden, dat wanneer de volgorde van de draaiing
omgewisseld wordt, eerst gedraaid moet worden
over (zie figuur 21) een hoek co' /E'ON' en daar
na over een hoek cp' H'ON' om hetzelfde resul
taat te krijgen als bij draaiing over cp, gevolgd door
co. Het verband tussen beide paren hoeken is:
tg co'
tg co
cos p
sin (p cos co sin cp
De essentie nu van de uitvinding van Meyer is weer
gegeven in figuur 23.
Meyer toont aan, dat de lijn D'P' gevonden kan
worden door in H' de hoeken cp e na uit te zetten zo
als is aangegeven, en door twee lijnen 1en 12 te trek
ken evenwijdig aan de x-asdoor de snijpunten met
de lijn D'N', van de lijnen die een hoek cp maken
met D'H'.
De afstanden van Ij en 12 tot de x-as zijn respec
tievelijk:
C—c tg (45 -|co)
en
1 +sin co
cos co
C-j7ctg(45 +ico)
1—sin co
x as
nen vinden, wordt de gehele constructie herhaald
voor de hoeken ft en cp', vrijwel loodrecht op de
eerste, daar de hoek 0 in rekening moet worden ge
bracht. De gehele meetkundige constructie waarop
het patent van Meyer gebaseerd is, is weergegeven
in figuur 24.
Het belangrijkste probleem bij de bouw van een op
dit principe gebaseerd instrument is natuurlijk de
hoek 0. Het is Meyer helaas niet gelukt om hier een
automatisch, aan de instelling van cp en co gekoppeld
rekenmechanisme voor te ontwerpen.
Verder kon echter een bijzonder elegant werkend
stangensysteem opgebouwd worden. Interessant is
natuurlijk de functie van de cameraconstante. Deze
komt alleen voor in de afstanden
C c- tg (45 ±|co)
en
1 ±sin co
cos cp
C ctg(45 ±W)
1 ±sin cp
Om de tweede coördinaatlijn waarop P' ligt te kun-
tussen respectievelijk de lijn 1, en 12 en de x-as en de
lijnen 13 en 14 en de lijn die een hoek 0 met de y-as
maakt. De mechanische oplossing is in principe
weergegeven in figuur 25.
y as
I
I
C' M' E'
Fig. 22. Het projectievlak.
cos co
Fig. 23. Reconstructie van één coördinaatlijn.
cos co
44
ngt 79