die dit vastleggingsmedium heeft, moeten afvragen bij welke overheid dit systeem organisatorisch on dergebracht moet worden. Is het de centrale over heid, de regionale overheid of de gemeentelijke over heid. Met andere woorden, er zal aandacht moeten worden geschonken aan het regelen of men land- informatiesystemen centraal of decentraal moet on derbrengen. Daarbij zijn verschillende varianten mogelijk. B.v. het centraal maken van richtlijnen en het decentraal uitvoeren daarvan. Bij welk bestuursniveau het landinformatiesysteem wordt ondergebracht kan afhangen - de algemene grote politieke aspecten buiten beschouwing latend - van de betekenis die men hecht aan de plaats van degene die de gegevens verstrekt en van degene die van de gegevens gebruik maakt, alsmede van het gewicht dat men aan het landinformatiesysteem verleent. Tevens kan de aard van de gegevens en de bescherming van de belangen van de burgers bij de beantwoording van de vraag of het landinformatie systeem bij de centrale, de provinciale of de gemeen telijke overheid moet worden ondergebracht, een grote rol spelen. Nadat vastgelegd is bij welk bestuursniveau het sys teem wordt ondergebracht, dient mede met het oog op een consistente informatieverstrekking te worden vastgelegd of het systeem al dan niet gedeconcen- treerd wordt opgezet. Het is duidelijk dat voor het verzamelen, opslaan en verstrekken van gegevens in een informatiesysteem een standaardisering en reglementering van werk methoden wordt vereist. Om te kunnen garanderen dat een landinformatie systeem te allen tijde op de juiste wijze gegevens kan leveren, dient het systeem o.m. beveiligd te worden tegen ongelukken, misgrepen of zelfs bewuste ver nieling en beschadiging. Deze fysieke beveiliging van gegevens is geen specifiek probleem van landinfor- matiesystemen. In de meeste landen zullen al regels en/of richtlijnen bestaan voor het beveiligen van in formatiesystemen van de overheid tegen vernieling of vernietiging via allerlei calamiteiten. Voor be langrijke gegevens kan bepaald zijn dat een zgn. schaduwarchief bijgehouden wordt, zodat men in geval van vernietiging van de oorspronkelijke be standen toch nog over de gegevens beschikken kan. Bij geautomatiseerde systemen zullen de voorzienin gen meer dan bij conventionele het geval is, moeten worden uitgebreid met regels ter voorkoming van veranderen of uitwissen van gegevens en/of pro gramma's door onbevoegden. Technisch kan men dit bijvoorbeeld bereiken door iedereen, die bevoegd is in het systeem veranderingen te dicteren, een cij fercode toe te wijzen; het systeem wordt dan dus danig geprogrammeerd dat alleen opdrachten wor den geaccepteerd die worden voorafgegaan door een geldige code en eventueel een wachtwoord dat des gewenst steeds kan worden veranderd. Een regeling zal bepalingen moeten bevatten, aangevende wie be voegd is welke mutaties te dicteren, wie de codes en het wachtwoord bepaalt en wie ze kennen mag. In het algemeen wordt het zwakke punt van geauto matiseerde systemen met externe verbindingen ge vormd door de verbindingslijnen. Het aftappen van verbindingslijnen, bijvoorbeeld om code en wacht woord te ontdekken, kan moeilijk worden verhin derd; temeer daar vaak gebruik wordt gemaakt van openbare telefoonlijnen. Wel is het mogelijk, ervoor te zorgen dat iemand die een lijn aftapt niets met de verkregen gegevens kan beginnen omdat deze met behulp van cryptografische hulpmiddelen versluierd zijn. Er zullen regels nodig zijn die aangeven wie de sleutels van de cryptografische hulpmiddelen bepaalt en wie ze kennen mag. Steeds zal in concreto nage gaan moeten worden of er dwingende regels moeten worden gesteld, of dat volstaan kan worden met in terne voorschriften, dan wel dat de gegevens van dien aard zijn dat beveiligingen niet noodzakelijk zijn. Enige aandacht dient te worden geschonken aan de regelen, die betrekking hebben op de verantwoor delijkheid voor de inhoud van de systemen en op de betrouwbaarheid van de inhoud. Duidelijk dient al gemeen of per geval te worden vastgelegd dat die dienst of instelling die haar gegevens in een geauto matiseerd systeem laat opbergen, verantwoordelijk is en blijft voor de inhoud van het geautomatiseerd systeem en dat degene die de computer beheert deze verantwoordelijkheid niet draagt. Deze computer beheerder heeft o.m. de zorg voor optimaal werken de programma's en voor betrouwbare, volgens plan ning verlopende produktie en distributie van infor matie. ngt 79 49

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 17