3. een verbod op bepaalde manieren van gebruik van de opgeslagen gegevens (bijvoorbeeld be paalde koppelingen of het doorgeven van gege vens aan buitenstaanders). De burger kan controle uitoefenen op excessen door gebruik te maken van het hem te verlenen inzage recht. Dit houdt in dat de burger het recht heeft te weten dat een bepaald persoonsgegevenbestand be staat, of dit bestand gegevens bevat die hem betref fen, en zo ja welke en aan wie deze gegevens zijn doorgegeven of zouden kunnen worden doorgege ven. Voorts heeft hij het recht om gegevens die niet of niet meer juist zijn te laten corrigeren. In Frankrijk bijvoorbeeld bestaat een wetsvoorstel waarbij op het niet aanmelden van informatiesyste men een maximumstraf is gesteld van bijna 2 miljoen francs of vijf jaar gevangenisstraf. Verder regelt dit voorstel ook de internationale aspecten, door onder meer te bepalen dat systemen die uit Frankrijk ge leverde persoonsgegevens verwerken behandeld worden alsof het gehele verwerkingsproces in Frank rijk zou zijn uitgevoerd. Dit laatste is ook in Zweden geregeld. Naast het eerste aspect van de bescherming van de persoonlijke levenssfeer, de privacy in de eigenlijke zin van het woord, doet zich een ander aspect op het gebied van de overheidsbeslissingen voor. De over heid kan door haar informatievoorsprong tengevol ge van goed gecoördineerde informatiesystemen een ongewenste toename van macht krijgen. Dit geldt ten opzichte van het volksvertegenwoordigend college, dat wanneer het niet beschikt over genoem de informatiesystemen de overheidsbeslissingen niet of nauwelijks meer kan toetsen en dus geen demo cratisch tegenspel van enige betekenis meer kan le veren. Ook geldt dit voor de burger, die zich niet meer gemotiveerd tegen een overheidsbeslissing kan verzetten, aangezien hij niet weet op grond van wel ke informatie deze is genomen. Voor het volksver tegenwoordigend college zou men deze problema tiek kunnen oplossen door te bepalen dat alle over heidsinformatiesystemen desgewenst ter beschikking staan van de volksvertegenwoordigers. Voor de in dividuele burger kan men naar analogie van de Franse privacywet (op 7-1-1978 gepubliceerd in het Journal Officiel) bepalen dat: a. geen justitiële of bestuurlijke beslissing over menselijke gedragingen mag worden genomen louter op basis van een door computers vervaar digd persoonsprofiel, en b. wanneer een beslissing ten nadele van een burger uitvalt, deze het recht heeft de gebruikte infor matie te kennen en zo nodig te bestrijden. 6 Slotopmerking In het voorgaande heb ik getracht de aandacht te vestigen op enkele facetten met betrekking tot land- informatiesystemen, waarvoor een bindende rege ling nodig kan zijn. Ik ben mij bewust van het feit dat ik in het voorgaande niet volledig ben geweest. Ik heb mij - dat zult u begrijpen - tot enkele hoofd lijnen moeten beperken. De aangestipte facetten moeten niet gezien worden als nova, die alleen bij geautomatiseerde gegevens bestanden opduiken. Deze facetten waren ook reeds te onderkennen bij de conventionele gegevensbe standen. Of ze vroeger onderkend zijn, laat ik in het midden. Zeker is wel dat zij zich bij dit nieuwe vast leggingsmedium - zijnde de automatisering - na drukkelijk manifesteren. Dit laatste tengevolge van de schaalvergroting der gegevensbestanden, de om vang der gegevens, de mogelijkheden tot koppeling der gegevens en door de vrees dat de belangen van de individuele burger in het gedrang komen. Literatuur 1. Proceedings of the XVth International Congress of Surveyors, Commission 5, Stockholm 6-14 June 1977 2. Proceedings of the XlVth International Congres of Sur veyors, Volume C, Commission 7, Washington D.C. 7-16 September 1974. 3. Privacy en Persoonsregistratie, Eindrapport van de Staatscommissie bescherming persoonlijke levenssfeer in verband met persoonsregistratie, 's-Gravenhage 1976. 4. Alan F. Westin: Privacy and Freedom, New York 1967. 5. Rapport de la Commission Informatique et Libertés, Paris (La Documentation Franpaise) 1975. 6. Proceedings of the American Congress on Surveying and Mapping, 38th annual meeting February 26 - March 4, Washington D. C. 1978. 7. Manfred Bengel und Franz Simmerding Grundbuch Grundstück, Grenze: Handkommentar zur Grund- buchordnung unter besonderer Berücksichtigung ka- tasterrechtlicher Fragen, Berlin, 1978. 8. S. Rowton Simpton: Land Law and Registration, Cam bridge University Press, London, 1976. Zie volgende biz. ngt 79

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 19