«4 Door in te voeren: tg a tg y x ~z' x C' tg<5 c zijn bovenstaande formules te herleiden tot: tg a cos tg (y cp) cos (/5 co) 1 tg 6 cos y tg co) cos (7 cp) (2) zoals Van den Hout aantoont in het boven reeds aangehaalde artikel. In deze betrekkingen definiëren de hoeken a en een projecterende lichtstraal ten opzichte van het systeem van modelcoördinaten X, Y, Z en definiëren de hoe ken y en <5 dezelfde lichtstraal ten opzichte van het systeem van plaatcoördinaten x, y, C. Wanneer er voor gekozen wordt de beide coördinaatstelsels aan elkaar evenwijdig te laten zijn (dan zijn het model- vlak en het fotovlak evenwijdig aan elkaar), zullen noch de bij elkaar behorende lichtstralen, noch de projecties ervan op de coördinaatvlakken evenwijdig aan elkaar kunnen zijn: a #7 en #<5. Het verband tussen beide hoekparen wordt gegeven door de hellingshoeken cp en co van de camera. Dit verband is vrij gecompliceerd, wat ook nog als volgt geïllustreerd kan worden: stel in formule (1) co 0 dan is a y cp en wordt formule (2) tg cos 7 tg cos a. Hoewel het verband tussen a en 7 nu zeer eenvoudig is, blijft dat tussen en <5 nog steeds ingewikkeld. Een soortgelijk resultaat volgt uiter aard uit de aanname cp 0. 4 Het principe van de ruimtelijke constructie Het algebraïsch verband dat bestaat tussen de ver schillende hoeken kan natuurlijk ook meetkundig weergegeven worden. In figuur 3 kan men zich een lichtstraal OB voor stellen door een projectiecentrum O. De projecties van die lichtstraal op respectievelijk het XZ-vlak en het YZ-vlak zijn OC en OA, waarmee conform de eerder gegeven definitie de hoeken a en fi vastliggen. Wanneer nu de lijn OB om de X-as gedraaid wordt over een hoek co, dan gaat OB over in OB', met pro jecties OA' en OC' op de coördinaatvlakken, waar bij geldt: ZAOB ZA'OB'. Hieruit volgt nu: tg zaob AB ODtga OAOD en tg ZA'OB' A'B' ODtgZDOC' OA' OD tg ZDOC' cos(j3-cu) Wanneer deze twee resultaten aan elkaar gelijkge steld worden, blijkt, dat met (1) ZDOC' y cp Als tweede stap kan nu de lijn OB' over een hoek cp om de Y-as gedraaid worden, zoals aangegeven is in figuur 4, die uiteraard grote verwantschap toont met figuur 3. Het resultaat van de draaiing is OB", met projecties ngt 79 Fig. 4. Tweede primaire draaiing over een hoek cp. Fig. 3. Primaire draaiing over een hoek co. COS p tg (X COS P cos(/J c0)

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 5