hele grondgebied is opgenomen, kan door deze re
latie een garantie voor de volledigheid worden ge
boden.
Bij de drie andere activiteitenbestanden (verwerving,
uitvoering van werken, uitgifte) ligt de nadruk niet
zo zeer op de grond, als wel vooral op de procedures,
en op het uitvoeren van een beleid. Zo is de toe
komstig uit te geven kavel in het terrein vaak nog
helemaal niet aan te wijzen, alleen op een kaart.
Toch starten onderhandelingen al en deze moeten
dus ook administratief worden vastgelegd. Het is
dus de procedure zelf, die het bindende element kan
en moet vormen in deze activiteitenbestanden, on
geacht de ondertussen plaatsvindende veranderin
gen in het vast-goed.
De ingang en de grondgebondenheid
De opbouw van de vorengenoemde activiteitenbe
standen draagt de sporen van deze opvatting. Terwijl
het beheersbestand uitgaat van het terreinnummer
(dit is een kadastraal nummer, onderverdeeld tot
kleinste gebruikseenheden) als ingang, is in het geval
van het uitgifte-, het verwervings-, en het werken-
bestand gekozen voor een dossiernummer als in
gang, waarbij dan echter wel direct moet worden
toegevoegd, dat dit dossiernummer toch in alle ge
vallen waar dit mogelijk is, grondgebonden wordt
gemaakt.
In de uitgifte-administratie is het dossiernummer
kavelgebonden; dit nummer blijft hetzelfde als voor
eenzelfde kavel een andere gegadigde komt. De be
grenzing van de kavel staat, behoudens uitzonde
ringsgevallen, op de uitgiftekaart. Ook in het wer-
kenbestand wordt door middel van het besteksnum
mer (als dossiernummer) de uitvoering van werken
zo veel mogelijk grondgebonden geadministreerd;
meestal kan het besteksnummer dan ook als terrein
aanduiding beschouwd worden. Ook bij dit bestand
lukt dit echter niet altijd: de plaatsing van lantaarn
palen, bomen, speelwerktuigen, viaducten, het her
straten enz., zijn niet als afzonderlijke oppervlakte
elementen te behandelen. En zowel bij uitgifte als
bij werken lukt het al helemaal niet in gebieden,
waarvoor slechts vlekkenplannen gelden; daar is
immers wel bekend wat er moet komen, maar niet
waar. In dergelijke gevallen kan men zowel voor uit
gifte als voor uitvoering van werken alleen de hoe
veelheden, de bestemmingen, de kosten, de gega
digden enz. opnemen in de administratie, zonder
exacte grenzen aan te kunnen geven. Tenslotte het
verwervingsbestand, waar net als bij het uitgifte
bestand weer geldt, dat een dossiernummer in prin
cipe een één-eenduidige relatie heeft met de ligging,
behoudens uitzonderingen, zoals het pachtvrij ma
ken bijvoorbeeld, dat als een afzonderlijke verwer
ving (van een recht) wordt behandeld en geadmini
streerd, terwijl de grond als zodanig reeds bij de
eigendomsverkrijging figureert.
Waarom deze nadruk op de grondgebondenheid van
de elementen in de bestanden? Omdat dit immers
één van de methodes is om het principe van de kop
peling geld/grond in het grondbedrijf tot zijn recht
te laten komenen daardoor wordt onder andere
de controle V+B=U+W (de nog te verwerven
oppervlakte de in beheer zijnde oppervlakte de
nog uit te geven oppervlakte de oppervlakte van
nog uit te voeren werken) mogelijk. Deze controle
berekeningen worden voor elk exploitatiegebied af
zonderlijk uitgevoerd. Om ze te laten slagen zijn wel
strakke regels in de programmatuur ingebouwd over
wat wel en wat niet meetelt, en op welke tijdstippen;
anders zouden er overlappingen of gaten ontstaan,
die te veel loos alarm - en daardoor verslappende
aandacht - zouden opleveren.
Globale inhoud van de activiteitenbestanden
Elk van de systemen is vooral gericht op een presen
tatie van de meest recente stand van de nog lopende
procedures en van de nog te verwachten procedures.
Apart daarvan gehouden worden de reeds afgewik
kelde procedures, die echter wel in het bestand blij
ven zitten; deze moeten immers in de totaalover
zichten wel meetellen (denk aan het principe van
de continue tussenstand!). De reeds afgehandelde
procedurestappen van lopende procedures worden
58
ngt 79