mum looptijd van 10 jaar worden de percentages van de uit te voeren werken, ontvangsten enz. op gegeven en op grond daarvan kan het saldo per jaar berekend worden. De nog te verwachten rentekos ten tot het tijdstip van voltooiing zijn dan eenvoudig te berekenen; hierbij is dan wel alles teruggerekend naar het huidige prijspeil. Uitgaande van de voor onderstelling dat inflatie gelijke invloed heeft op de kosten en opbrengsten is dit juist. Vervolgens wordt in het exploitatiebestand ook een aantal vaste heffin gen, toe te rekenen percentages en dergelijke, bere kend en ingevuld (apparaatkosten, storting in fonds grote werken enz.); deze zijn gebaseerd op periodiek vastgestelde normen [5]. Eenvoudig, maar daarom niet minder belangrijk, zijn de in het exploitatiebe stand uit te voeren berekeningen van totalen en saldi per exploitatiegebied. De voordelen van deze ge automatiseerde berekeningen spelen vooral bij al ternatieve plannen. Zo is het bijvoorbeeld interes sant een aantal varianten van de uitvoeringssnelheid op hun consequenties door te kunnen rekenen; de daaruit voortvloeiende wijzigingen in de factor rente hebben namelijk bijzonder grote invloed op de saldi. De invloed van de rente kan immers variëren van 0 tot 20% van de totale kosten! De start Het is verleidelijk om, denkende over het starten van een nieuwe grondbedrijfsadministratie, uit te gaan van een blanco situatie. Zo in de geest van „eerst een voorcalculatie inbrengen, dan beginnen met ver werven, daarna beheren, daarna wegen aanleggen, vervolgens uitgeven, en tenslotte de exploitatie af sluiten". Maar zo is natuurlijk niet de feitelijke si tuatie. In vrijwel alle exploitatiegebieden van Eind hoven heeft men te maken met een door elkaar vloeiende situatie; met terreinen, die al in de jaren dertig gekocht zijn; met terreinen, die al bijna ver kocht zijn, maar nog niet verworven; met kleine vigerende (en reële) postzegelplannetjes temidden van een geheel andersoortig (achterhaald) oud plan; met verschillende rekeningen, waarop de verschil lende gemaakte kosten zijn geboekt; met bestaande voorcalculaties van kleine onderdelen; met niet- bestaande voorcalculaties van andere onderdelen enz. Hoe dan te starten met het nieuwe systeem? Om te beginnen werd van alle exploitatiegebieden geïnven tariseerd, welke grond nü (waarschijnlijk) aan het grondbedrijf behoort; dat wil zeggen de opbouw van het beheersbestand. Vervolgens werden voor alle ex ploitatiegebieden in de activiteitenbestanden de nog te verwachten activiteiten (op grond van de meest waarschijnlijke bestemmingsplannen, nota's, be leidsuitgangspunten enz.) ingebracht. Dit is een ite ratieproces: uit de inventarisatie van de nog moge lijke en noodzakelijke uitgifte blijkt (bijvoorbeeld) de noodzaak van een verwerving, maar uit de inven tarisaties van de verwervingen kan blijken, dat er nog restterreinen bij komen (men kan immers niet van een huis of bedrijf kopen!). Tenslotte werd dan bekeken in hoeverre het mogelijk was de reeds afgesloten activiteiten (die in het ex ploitatieresultaat immers nog steeds hun invloed hebben!) nog te specificeren in de activiteitenbestan den. Deels was dit mogelijk; in sommige nieuwe uit breidingsgebieden is de laatste 12 jaar reeds een overzichtelijke, prospectieve administratie gevoerd. Deels bleek dit slechts mogelijk als een enorme hoe veelheid monnikenwerk zou worden gedaan. En dat dan alleen om - in wezen - een saldo te specificeren. Derhalve is gekozen voor een variant, die wat snel ler tot de beoogde start kan leiden. Deze variant houdt in, dat van de diverse saldi van de diverse rekeningen van het grondbedrijf eerst bedragen worden afgetrokken tot een hoogte van de specifi caties, die makkelijk te achterhalen zijn. Vervolgens wordt vastgesteld op welke exploitatiegebieden elke rekening betrekking heeft. De saldi die van elke re kening waren overgebleven, worden dan verdeeld over deze exploitatiegebieden naar rato van de totale oppervlakte aan grondbedrijfsgronden per exploita tie. Dit bedrag wordt in de exploitaties verantwoord als „start investeringsniveau", zijnde het min of meer arbitrair vastgesteld bedrag, dat als resultante ngt 79

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 7