Het doel van dit onderzoek is het kunnen maken
van „digitale landschappen", d.w.z. een systeem
voor inwinning, verwerking en grafische presentatie
van 3-dimensionale informatie met betrekking tot
landschapselementen. Het uiteindelijke doel is het
kunnen bestuderen van de visuele effecten van in
grijpende veranderingen in een landschap.
Uitgaande van de doelstelling kunnende volgende
deelproblemen onderscheiden worden:
a. Welke gegevens met betrekking tot 3-dimensio-
nele landschapselementen dienen te worden ver
zameld, teneinde enerzijds een rationele inwin
ning mogelijk te maken en anderzijds een vol
doend nauwkeurige presentatie van het land
schap te waarborgen.
b. Welke methode van inwinning van gegevens kan
het best gebruikt worden, gezien hetgeen onder
a. gesteld is.
c. Hoe kunnen 3-dimensionele objecten grafisch
2-dimensioneel gepresenteerd worden.
d. Op welke wijze kan een verbinding worden ge
legd tussen ingewonnen gegevens en grafische
presentatie.
Aan de hand van deze splitsing in deelproblemen
zullen diverse oplossingen de revue passeren. Uit de
oplossingen is een keuze gemaakt, op grond waar
van getracht is met beschikbare middelen een wer
kend systeem op te bouwen. Dit systeem zal per
deelprobleem besproken worden, met als praktisch
voorbeeld een gedeelte uit een gebied dat onderwerp
van studie is bij de Stiboka, namelijk het noordelijk
deel van de ruilverkaveling Aalten.
2 In te winnen gegevens
De in Nederland gangbare methodes van land-
schapsbeeldkaartering resulteren in thematische
kaarten, variërend in schaal van 15.000 tot
1600.000, waarop naar gelang de methode op ver
schillende manieren het landschapsbeeld gepresen
teerd wordt [1], De in het landschap voorkomende
hoogteverschillen zijn, evenals de vorm van afzon
derlijke landschapselementen, uit deze kaarteringen
moeilijk te interpreteren. Dit is o.a. een gevolg van
de 2-dimensionele presentatie, de kaarteringsschaal
en de methode van inwinning van landschapsgege-
vens.
Wil men een meer gedetailleerd, realistisch beeld
van een landschap verkrijgen, en wel in drie dimen
sies, dan zal aan de volgende eisen voldaan moeten
worden
- de schaal waarop het landschapsbeeld gepresen
teerd wordt moet overeenkomen met de schaal
waarop een persoon het landschap „in het veld"
waarneemt.
- de inwinning van landschapsgegevens moet ge
detailleerd zijn, namelijk zodanig dat geen rele
vante informatie verloren gaat en ruimtelijke re
laties tussen landschapselementen behouden blij
ven.
Op de eerste eis zal later worden ingegaan. De twee
de eis wordt in het nu volgende behandeld.
Zoals in de inleiding al is vermeld worden als pri
maire landschapselementen beschouwd:
- punten
- lijnen
- vlakken.
Dit geldt echter alleen indien landschapsgegevens
ingewonnen worden met het doel een thematische
kaart te vervaardigen.
Naar analogie hiervan kunnen voor 3-dimensionele
landschapskaarteringen als primaire landschapsele
menten worden beschouwd
- lijnen
- vlakken
- volumes.
Teneinde de inwinning van gegevens rationeel te
doen plaatsvinden dienen de landschapselementen
echter op andere wijze geclassificeerd te worden. In
het kader van dit onderzoek is gekozen voor de vol
gende klassen:
- bomen
- huizen
- karakteristieke lijnen.
Door deze indeling in klassen kan informatie ver
loren gaan, indien men geen verdere onderverdeling
zou maken. Gezien de gekozen meet- en verwer
kingsmethoden lijkt in dit geval slechts een verdere
onderverdeling naar boomvormen zinvol. Het zal
namelijk blijken dat de meeste huizen door middel
van één code vastgelegd kunnen worden.
Voor de vastlegging van plaats en vorm van land
schapselementen uit de klasse bomen is gekozen
90
ngt 79