Het verwijderen van hidden lines, resp. surfaces is een probleem dat op te lossen is via diverse algorit men, waarop hier niet ingegaan zal worden. Het na deel dat alle algoritmen gemeen hebben is de aan zienlijke rekentijd welke nodig is om te beslissen welke lijnen, resp. vlakken of welke gedeeltes van lijnen, resp. vlakken niet afgebeeld dienen te wor den. Hierover bestaat een uitgebreide bibliografie [4]. 4.2 Praktische uitvoering In het voorgaande zijn de diverse mogelijkheden van presentatie van simulaties van landschapsbeelden aan de orde gekomen, waarbij de keuze gevallen is op perspectieftekeningen met behulp van een inter actief grafisch computersysteem. Een verdere keuze is nu nog mogelijk, namelijk tussen draadfiguren en solid objects. Vanzelfsprekend leent de wijze van presentatie met behulp van solid objects zich het best voor landschapsbeelden, daar de samenstellen de elementen van nature ook solid objects zijn. De keuze is echter beperkt gezien het kader en de daar uit voortvloeiende tijdsduur van dit onderzoek. Daarom is gebruik gemaakt van de bij het Reken centrum van de Technische Hogeschool Delft aan wezige apparatuur (kostenaspect) en programma tuur (tijd- en kostenaspect). De gebruikte graphics apparatuur van het Reken centrum bestaat uit: - een PDP 11/45 als centrale computer - een 3D Vector General 3000 display (random scan refresh tube), een Tektronix 4014 display (random scan storage tube) met hard copy unit - kaartlezer, regeldrukker, terminal - 2 tape units, 3 disk units. Met deze apparatuur en de door de graphics groep van het Rekencentrum ontwikkelde visualiserings programma's is het mogelijk draadfiguren van landschappen te verkrijgen, met of zonder hidden lines. De invoer van de visualiseringsprogrammatuur be staat uit twee lijsten met gegevens met betrekking tot lijnen (grafische input): - coördinaten van knooppunten (begin-, tussen- en eindpunten van lijnen) - verbindingen tussen knooppunten (bijv. 1,8, 1000,0 betekent dat knooppunt 1 met 8 en knoop punt 8 met 1000 door een lijn verbonden moeten worden). Deze lijnen beschrijven 3-dimensionele landschaps elementen; de gegevens met betrekking tot de lijnen worden berekend uit de resultaten van de fotogram- metrische metingen (zie verwerking van ingewonnen gegevens, hoofdstuk 5). Na het opgeven van de coördinaten van standplaats, kijkrichting, openingshoek en afstand tot het pro- jectievlak wordt de betreffende afbeelding van het landschap berekend en op de display gepresenteerd. Vervolgens kunnen hidden lines verwijderd worden, kan een hard copy gemaakt worden of kunnen te keninstructies voor een plotter berekend en uitge voerd worden. De afbeelding kan op disk of op DEC-tape opgeslagen worden. Afgebeeld worden uitsluitend die objecten, welke zich bevinden tussen 0,01 en 100 maal de opgegeven afstand tot het projectievlak. De schaal van presen tatie van een landschapsbeeld hangt hierbij primair af van de projectieafstand. Voor de meest natuur lijke beschouwing (zoals een waarnemer „in het veld" het landschap zou zien) dient de beschou wingsafstand zodanig gekozen te worden dat de hoek tussen de uiterste richtingen waarin het oog naar de volledige afbeelding kan kijken gelijk is aan de voor het maken van de afbeelding opgegeven openingshoek. 5 Verwerking van ingewonnen gegevens De in te winnen gegevens zijn zeer beperkt gehou den teneinde de meting snel te laten verlopen. Op gemerkt werd al dat ten aanzien van de klasse bo men enige informatie over stamhoogte en -dikte ver loren zou kunnen gaan. Deze informatie kan echter grotendeels teruggewonnen worden uit de boom- vormcode door namelijk bij het genereren van gra fische input de stamdikte en -hoogte via de vorm- code te relateren aan bijvoorbeeld de boomhoogte welke eenvoudig uit de meetresultaten te berekenen is. Uitgangspunt bij het genereren van grafische input voor bomen is een doorsnede van een boom met een bepaalde vorm (en vormcode), bijvoorbeeld de boom in figuur 6. Met de gegevens die verkregen worden ngt 79 95

Digitale Tijdschriftenarchief Stichting De Hollandse Cirkel en Geo Informatie Nederland

Nederlands Geodetisch Tijdschrift (NGT) | 1979 | | pagina 9