bestaat uit 10 regels, waarvan de inhoud met be
hulp van een „roll down" systeem via de display
kan worden afgebeeld. De eerste regel bevat het
nummer van het betreffende gegevensblok, dat
beginnend met I automatisch aan de gegevens-
blokken wordt toegekend. De volgende drie regels
bevatten de door het instrument gemeten horizon
tale en vertikale richting en schuine afstand. De
inhoud van de daarop volgende regels hangt af
van het type blok. Afhankelijk van het type blok
begint namelijk iedere regel met een code, die bij
afbeelding in de display vervangen wordt door de
reeds eerder genoemde alfanumerieke aanduiding
(zie ook fig. 14).
In de display kunnen 15 tekens worden afgebeeld,
zodat voor bijvoorbeeld het puntnummer, reke
ning houdend met de drie letterige aanduiding, in
totaal 12 posities beschikbaar zijn. Op de drie
eerder genoemde waarnemingsgrootheden na wor
den de gegevens ingebracht via het toetsenbord
van de datacollector. Het inbrengen van deze
gegevens is uiteraard facultatief. Via het toetsen
bord kan ook in het geheugen van de datacollector
gezocht worden door opgave van het nummer van
het betreffende blok. De inhoud van dit blok
wordt dan naar de buffer overgebracht, waarna
de inhoud wel kan worden ingezien, maar niet
veranderd.
Ten einde geheugenruimte te sparen worden de ge
gevens van een blok slechts geregistreerd, voorzo
ver ze afwijken van het aan dat blok voorafgaande
blok.
Het is daarom ook moeilijk exact aan te geven
hoeveel waarnemingen in een datacollector geregi
streerd kunnen worden. Men vermeldt voor een
tachymetrische opname een registratiecapaciteit
van ongeveer 750 punten.
De datacollector verliest zijn gegevens indien de
stroomvoorziening wegvalt. Daarom is de data
collector voorzien van een interne batterij, die
echter een beperkte levensduur heeft. In verband
daarmee heeft men voorzien in de mogelijkheid de
gegevens uit te lezen naar een eenvoudige cassette
recorder (een dictafoon). De datacollector en de
cassetterecorder kunnen beide uitgelezen worden
via een interface naar bijv. een tafelcomputer.
Vyjf
5 De Zeiss Elta 2
De Elta 2 (zie fig. 15) werd door Zeiss geïntrodu
ceerd tijdens de Deutsche Geodaten Tag in 1978
te Berlijn. De Elta 2 is de opvolger van de Reg
Elta 14, die thans niet meer leverbaar is. Het in
strument is in twee uitvoeringen leverbaar, nl.
zonder en met registratie. Heeft men eerst een
instrument zonder registratie gekocht, dan kan
dit instrument later worden voorzien van de regi
stratiemogelijkheden. Het afgebeelde instrument
bevat alle voor de meting en registratie noodzake
lijke elementen, dus ook de batterij.
Het instrument zal nog dit jaar in Nederland ge
leverd kunnen worden.
5.1 De theodoliet
De richtkijker met een 30-voudige vergroting
wordt zowel voor de richtingmeting als voor de
afstandmeting gebruikt. De kortste richtafstand
bedraagt 2,5 m.
De horizontale en de vertikale rand zijn voorzien
van absolute codeschijven, met behulp waarvan
de grofaflezing mogelijk is. De fijnaflezing ge
schiedt op een bij electronische theodolieten
nieuwe wijze, hoewel het principe bij conventio
nele theodolieten al zeer lang wordt toegepast, na
melijk volgens het doppelkreisprincipe. De coïnci-
Fig. 15. Zeiss Elta 2.
HIU
iaMt
116
ngt 79